Door Bas Kist
In oktober 2022 vindt de douane op het vliegveld Düsseldorf in de bagage van een Turkse man 22 namaak-kledingstukken van het luxemerk Off-White: een regenjas, wat sokken en 15 hoodies.
Off-White beschuldigt de man van merkinbreuk en eist bij de rechter dat de nep-kleding wordt vernietigd. De man verzet zich hiertegen.
‘I have no idea whether the items you mentioned are a brand or a piece of shit' zegt hij. Zijn verklaring is dat hij naar Turkije ging voor een vakantie waar deze producten op elke straathoek zijn te vinden.. Hij had ze gekocht voor zichzelf, zijn vrouw en vijf kinderen (…) 'I bought them for our personal clothing’.
Ja, ja, denk je dan: een uitpuilende koffer met 15 nep-hoodies en een regenjas? Zo lust ik er nog wel een paar. Toch trekt de man uiteindelijk aan het langste eind, zo blijkt uit een onlangs gepubliceerd vonnis van de rechtbank Den Haag.
Gebruik in economisch verkeer
De rechter stelt eerst nog eens vast dat er alleen sprake van merkinbreuk is als iemand een merk van een ander in het economisch verkeer gebruikt. Volgens rechtspraak is dat het geval als het gebruik van het merk plaatsvindt bij handelsactiviteit met een commercieel doel. Gebruik in de particuliere sfeer valt daar niet onder.
En dat is precies waar de man in kwestie zich op beroept: zuiver privé-gebruik. Die truien zijn voor mijzelf en mijn gezin bedoeld. Kijk maar, ze hebben ook opeenvolgende maten, S voor mijn jongste zoon, M voor mijn dochter, L voor mijzelf, XL voor mijn vrouw en XXL voor mijn 19-jarige zoon. Ik heb voor iedereen 3 truien meegenomen als souvenir, aldus de man.
Marktplaats
Off-White vindt het allemaal niet geloofwaardig en stelt dat als het originele Off-White kleding was geweest, de marktwaarde ongeveer $ 11.700,- zou zijn geweest. Op platforms als Marktplaats, Instagram en Facebook zie je juist dat partijen van deze hoeveelheid kledingstukken worden doorverkocht.
Toch kiest de rechter uiteindelijk partij voor de man. Uit de aanwezigheid van 22 kledingstukken in persoonlijke bagage kan je niet zonder meer de conclusie trekken dat er een handelsintentie is, aldus de rechter.
Dat geldt zeker nu het gaat om truien in verschillende maten; dat past bij de verklaring van de man dat het voor zijn gezin bestemd is. Ook laat de rechter meewegen dat de man onweersproken heeft gesteld dat hij helemaal geen accounts heeft op platforms als Marktplaats, Facebook of Instagram.
Een dikke tegenvaller voor Off-White, dat ook nog eens ruim € 8.000,- aan proceskosten moet betalen.
Nepbrilletje
Tsja, lastig dit. Het kan natuurlijk allemaal waar zijn wat de man hier betoogt, hoewel ik het concept ‘drie souvenir-truien per gezinslid’ als vakantiecadeau niet ken. Maar waar moeten we de grens trekken? Als ik er straks bij de douane word uitgevist met 75 nep Ray-Bans in mijn koffer, kom ik er dan mee weg als ik de beambte – goed onderbouwd - vertel dat ik de gasten op mijn aanstaande verjaardag allemaal zo’n nepbrilletje cadeau wil doen? Ik ben benieuwd of deze zaak nog een vervolg gaat krijgen.
Bas Kist is jurist en gespecialiseerd in merkenrecht. Hij is medeoprichter van Merkenbureau Chiever
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!