Fakenews komt in talloze soorten en maten. Van met opzet verspreide volledige nepverhalen, tot en met hele en halve waarheden die per ongeluk uit context zijn geraakt. Of uit de hand gelopen grappen.
Erg belangrijk is natuurlijk het verschil tussen misinformatie en disinformatie. Bij de eerste categorie gaat vaak om onbedoeld verkeerde informatie, de tweede categorie is bewust. Claire Wardle van First Draft komt tot de volgende indeling:
Nieuwsbewust
Misinformatie gaat ook vaak om verkeerd begrepen zaken. Zo kan doelbewust aangemaakte disinformatie in handen van nietsvermoedende en goedbedoelende mensen veranderen in misinformatie. Mensen die bewust disinformatie verspreiden zou je moeten aanpakken, mensen die misinformatie verspreiden zou je willen helpen en coachen om ze meer ‘nieuwsbewust’ te maken. Bij de bewuste verspreiders moet je vooral ook kijken naar het motief. Voor sommigen is geld een belangrijk motief en de kick, anderen zijn politiek gedreven.
Punks en kicks
Follow the money blijkt ook hier weer een goede manier om te kijken wie je zou kunnen aanpakken door de financiële drijfveer weg te halen. En moeten adverteerders die keuze dan maken? Of de platforms? Facebook heeft inmiddels de eerste stappen gezet om de advertentiegelden niet meer terecht te laten komen bij de bewuste misleiders. Maar wat te doen aan de ‘punks’ die het puur doen voor de kick? Of met de politiek gemotiveerden? En dan nog alle cross-overs?
Bus is anti
Een bijzondere categorie is die van de ‘kwaadwillige veronderstelling’ en ‘maar wat roepen’ wat opeens ook heel groot kan worden. Besproken werd de case van Eric Tucker, die ergens in Austin wat bussen zag staan en geheel spontaan veronderstelde dat de groepen mensen die werden uitgelaten wel anti-Trump demonstranten zouden zijn. Dus twitterde hij dat.
Met slechts 200 volgers ging zijn Tweet toch viral, hij werd opgepikt en versterkt door reguliere media en uiteindelijk ook door de politiek met een Tweet van Trump zelf als ‘hoogtepunt’. Deze hele case is uitstekend beschreven door de New York Times.
Doorfluisteren
De bron kan een heel ander motief hebben dan de verspreiders ervan. Het is een beetje als het spelletje waarbij je in een kring zit en fluisterend van de een naar de ander een bericht moet doorgeven. Elke persoon verandert er iets aan, en aan het eind is het bericht geheel vertekend. Dat kan op social media ook prima gebeuren. Al dan niet opzettelijk.
Zie je wel
Uiteindelijk kan 1 idioot meer misinformatie de wereld in slingeren dan 50 factchekcers kunnen weerleggen. En dat weerleggen is ook weer betrekkelijk: mensen willen graag horen wat het eigen beeld en de eigen mening bevestigt. Het corrigeren van misinformatie achteraf, is voor de echte complotdenkers vaak juist weer een bewijs dat ‘er eerst wel iets was, maar dat dit daarna in de doofpot wordt gestopt…’ ‘Zie je wel!’
Waarde journalistiek
En dan is er nog de categorie fake news van POTUS himself. Tijdens SXSW werd bekend dat hij met zijn tweet over de ‘wire tap’ door Obama helemaal niet echt een ‘wire tap’ bedoeld had, en ook niet dat het echt om Obama ging… Tegen zoveel spinning is vrees ik geen kruid gewassen. Hoogstens mensen blijven tonen wat er hier precies gebeurt, en hopen dat het kwartje valt. Het goede nieuws (ja dat is er ook) is dat Trump misschien wel het beste is wat de goede journalistiek kon overkomen. Er valt weer waarde toe te voegen.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!