Nederlander spaart, maar weet niet voor wat

Onderzocht is hoe huishoudens hun financiële administratie doen, hoe ze sparen, lenen en financiële beslissingen nemen. Het is voor het eerst dat het NIBUD (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) op deze omvangrijke manier in kaart heeft gebracht hoe huishoudens met hun geld omgaan.
De helft van de Nederlanders spaart zonder te weten waar ze dat geld voor gaan gebruiken. Ook maakt slechts 25 procent van de huishoudens eens per jaar een overzicht van de te verwachten inkomsten en uitgaven. Zo’n begroting is een slimme manier om het huishoudgeld goed te beheren. Daarnaast heeft meer dan de helft van Nederlanders (60 procent) geen volledige pensioenopbouw. Bij de meesten komt dit omdat ze een aantal jaren geen premies hebben betaald. Dat de Nederlander niet echt naar de toekomst kijkt, blijkt ook uit het feit dat maar één op de drie een testament heeft.
Wel vindt bijna iedere Nederlander (97 procent) het belangrijk om spaargeld te hebben. We willen het liefst gemiddeld 6400 euro achter de hand hebben. Maar slechts de helft van de Nederlanders heeft het gewenste spaarbedrag ook voorhanden. Daarnaast blijkt uit het uit onderzoek dat ruim 10 procent van de Nederlanders helemaal geen aparte spaarrekening heeft.

Het hebben van een financiële buffer is belangrijk voor het opvangen van financiële tegenslagen of het vervangen van de inventaris. Een kwart van de huishoudens zegt echter geld te moeten lenen als er plotseling een grote uitgave, zoals een koelkast, moet worden gedaan. Nog eens 10 procent zegt die grote aankoop op afbetaling te moeten kopen. Zelf geld uitlenen aan anderen doet 75 procent van de Nederlanders niet graag.

Een kwart van de Nederlanders zegt dat ze geen goede financiële opvoeding hebben gehad. Maar de meeste ouders (88 procent) vinden wel dat ze hun eigen kinderen goed leren met geld om te gaan. Wanneer kinderen 6 jaar oud zijn, geeft 40 procent van de ouders hun zakgeld. Hebben de kinderen de 10 jarige leeftijd bereikt, dan krijgt ruim 80 procent zakgeld. Ouders vinden het een stuk moeilijker om geld te vragen aan hun thuiswonende kinderen die hun eigen inkomen hebben. Slechts de helft van de ouders vraagt dan kostgeld.

Meer dan de helft van de Nederlanders fantaseert vaak over geld en wat ze er allemaal mee zouden doen. Bijna 70 procent is van mening dat je zelfstandiger bent als je veel geld hebt. En 30 procent denkt zelfs dat geld het enige is wat je altijd kan helpen. Bovendien is ruim 10 procent bereid alles voor geld te doen, als het maar veel oplevert.

De meeste Nederlanders letten altijd eerst op de prijs als ze iets kopen. En een kwart van ons zal altijd proberen af te dingen. Hebben we eenmaal iets voor een prikkie gekocht, dan zal ruim 50 procent dat aan zijn vrienden doorvertellen. De andere helft praat niet graag met zijn vrienden over geld.

Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de Wageningen Universiteit. Via een aantal landelijke kranten zijn mensen opgeroepen een vragenlijst via internet in te vullen. Na schoning zijn ruim 5200 correct ingevulde vragenlijsten overgebleven. De respondenten zijn herwogen naar type huishouden, leeftijd en onderwijsniveau, zodat het onderzoek een representatieve weergave van de Nederlandse bevolking geeft. Over een aantal onderwerpen in het rapport is al eerder gepubliceerd. (rondkomen en schulden, financiële administratie, en de verschillen tussen man en vrouw) Deze deelrapporten zijn terug te vinden op www.nibud.nl.