Cendris bewijst de markt een dienst

Eindelijk.

Na twintig jaar knokken. Zelfs de wetenschap bemoeit zich nu volop met customer media.

En als wetenschappers elkaar lijken te gaan beconcurreren, kun je als sector natuurlijk alleen maar gniffelen.

Jos Schijns, hoogleraar aan de OU en in deeltijd actief voor Cendris komt deze maand met een uitgebreid onderzoek naar buiten, waarin de effectiviteit van het medium nog eens dik onderstreept wordt.

Het Tijdschrift voor Marketing van april publiceert er uitgebreid over. Tot voor kort is er zoveel onduidelijkheid over de vraag of relatiemagazines in Nederland eigenlijk wel effect hebben?

Omdat er nog nauwelijks onderzoek naar gedaan is, aldus het Tijdschrift voor Marketing.

De Nederlandse Vereniging van Relatiemedia SMIN probeert onderzoek van de grond te tillen dat moet leiden tot een benchmark waaraan de markt zich kan spiegelen.

Het onderzoek wordt gedaan naar analogie van het onderzoek dat de Engelse collega's verenigd binnen APA al enkele jaren doen. Zeven jaar geleden werden de eerste pogingen gedaan om een soortgelijk onderzoek te initiëren, gesteund door TNT Post.

Toen stierven de plannen een vroege dood, omdat de kosten per titel te hoog waren. En ook nu lijkt het erop dat het onderzoeksplan niet van de grond komt.

Jammer of juist niet?

Vandaar dat het toe te juichen is dat Cendris op eigen initiatief en voor eigen rekening en risico zijn hoogleraar aan het werk heeft gezet. Met aangenaam resultaat.

Vergelijkbaar met de resultaten zoals deze al enige jaren worden aangetoond op de Engelse markt.

Dat initiatieven van de branchevereniging in de UK wel van de grond komen en in ons land niet, is niet zo verwonderlijk.

In ons land hebben relatiemedia een langere historie dan in de UK, maar is het aantal spelers te beperkt om financieel een voldoende diepe buidel te kunnen vullen.
En de grotere merken zoals Albert Heijn, Postbank en Achmea die al meer dan 25 jaar van het medium gebruik maken, gaan natuurlijk niet over een nacht ijs bij het investeren in relatiemedia zoals Allerhande, NL en Health.

Het gaat immers om een miljoeneninvesteringen. Wanneer deze bedrijven ervaren dat deze media uiterst effectief zijn, waarom zouden ze dan meewerken aan onderzoek met als belangrijkste doel de bewijslast. Dat is niet in hun directe belang. Het feit dat centraal gestimuleerd onderzoek niet van de grond komt, zou je ook kunnen zien als een bewijs voor het succes van customer media.

Dat Cendris nu met de bewijslast komt, zal door de markt met applaus worden ontvangen. Op de Universiteit van Amsterdam zijn onder leiding van Customer Media Professor Edith Smit verschillende studenten bezig met onderzoek naar de vele aspecten van het relatiemedium.

Ook daar zullen opvallende resultaten geboekt worden, die de kolommen van de vakbladen zeker zullen halen. Het wordt niet meer stil in customer media land.

By the way: in het Tijdschrift voor Marketing worden de bladen voor in- en externe communicatie op een hoop gegooid. Eindelijk, want ook medewerkerbladen zijn, relatiemedia. Er zijn er meer dan 11.500 in ons land.

Maar bladen van voetbalverenigingen en kerkgemeenschappen vallen daar buiten.

Als we die zouden gaan meerekenen, dan zou het aantal uitgaven in ons land wel eens kunnen verdubbelen. Maar laten we dat alsjeblieft niet doen, want de zorgvuldig opgebouwde kwaliteit van die 11.500 professioneel gemaakte uitgaven, zou dan in een klap fors dalen.