De Nederlandse down- en uploaddienst WeTransfer, dat creatieven (lees: trendsetters) als primaire doelgroep heeft, bracht onlangs het WeTransfer Ideas Report 2019 uit. Daarin staat uiteengezet waarom de meeste ideeën stranden, en wat creatieven überhaupt stoort bij het bedenken en verder uitbroeden van ideeën.
De voornaamste bevindingen:
● 42% van de creatieven geeft aan dat de grootste afleiding voor het verder ontwikkelen van ideeën de dagelijkse beslommeringen op kantoor zijn;
● Daarnaast zorgen geldzorgen en sociale media voor de nodige afleiding;
● 72% van de creatieven zegt slechts de helft van zijn of haar ideeën of zelfs minder ervan te gebruiken;
● De wereld verbeteren vormt een krachtigere motivatie om een idee uit te werken dan (veel) geld ermee verdienen;
● En 78% van de creatieven beslist zelf of een idee goed is of niet (47% doet aanvullend onderzoek, 31% vertrouwt op zijn of haar eigen gevoel).
Het rapport bevat daarnaast ook inspirerende essays over creativiteit van artiesten zoals John Legend, om het rapport wat 'sexier' te maken, zegt WeTransfer zelf.
In een eerder stadium probeerde de 'bestandendeler' al het creatieve process van andere wereldsterren als Björk te ontrafelen en vorig jaar deed het voor het eerst gedegen onderzoek naar het ongrijpbare fenomeen hoe creatieven hun beste ideeën opdoen.
Creativiteit is een proces
Dit jaar gaat WeTransfer een stap verder, of liever gezegd dieper. De essentie van het rapport is dat meer ideeën uiteindelijk leidt tot betere ideeën.
Zo valt verder te lezen: ‘Het is handig om creativiteit te zien als een proces, dat bestaat uit twee stappen. De eerste stap is het bedenken van ideeën, de tweede stap is het evalueren van de verzameling ideeën en degene door te selecteren waaraan je verder wilt werken.
‘In het onderzoek Idea Generation and the Quality of the Best Ideas van Insead en The Wharton School of the University of Pennsylvania uit 2009 werden studenten in verschillende groepen uitgedaagd om ideeën voor nieuwe producten te bedenken, die vervolgens werden beoordeeld op hoe innovatief ze waren. De bevindingen waren behoorlijk helder. De groep die meer ideeën had, had betere ideeën. Dit is logisch – hoe groter het aanbod, hoe intenser de concurrentie en daardoor hoe hoger de lat.
‘Maar de onderzoekers merkten ook het belang op van variantie; het zijn de uitersten die ertoe doen, niet het gemiddelde of de norm. In de meeste innovatie-instellingen geldt dan ook: liever 20 hele slechte ideeën en één uitstekend idee, dan 21 alleen maar goede ideeën.’
Kortom, aldus WeTransfer, is het van belang dat ideeën (voor een betere wereld) de ruimte krijgen, óók slechte. En minder meetings en social media graag.
Bekijk hier de online versie van het onderzoek.