Diversiteit, of eerder het gebrek daaraan, is ook in de reclame- en mediawereld een hot item. Hoe zorgen we ervoor dat onze branche diverser wordt? Christiaan van Mansfeld, vierde in de reeks geïnterviewde ‘ervaringsdeskundigen’: ‘Door dit interview te geven word ik lid gemaakt van een club waarvan ik nooit gevraagd heb lid te zijn: de club van oude mensen. Laten we ophouden elkaar in hokjes te stoppen!’
Als international business director voor onder meer DDB reist Christiaan van Mansfeld de wereld over om internationale (pitch)projecten voor grote klanten te leiden. Zijn internationale blik klinkt door in zijn antwoord op het verzoek om dit interview, via WhatsApp:
‘Ik zou wel mee willen doen en in beginsel heb ik ook wel wat te melden, met name door mijn kennis van het werken in andere culturen. Ik kan je vertellen dat in het Midden-Oosten, Egypte en zelfs in Duitsland de grijze haren toch anders worden beleefd dan in Nederland en in de Verenigde Staten. En dat getreur over “Ok boomer” is helemaal de limit. Wie bepaalt eigenlijk wie er wel of niet (te) oud is?
‘Tegelijkertijd voel ik toch ook schroom. Ten eerste door het feit dat leeftijdsdiscriminatie volgens mij niet helemaal te vergelijken is met Mohammed die geen stageplek kan krijgen of een donkergekleurde kunstenaar (zijn eigen woorden) die er in de eerste klas van de trein op wordt gewezen dat hij in de eerste klas is gaan zitten. Vreselijk moet dat zijn!
‘Maar ik voel ook de schroom wanneer ik met mijn familielid praat. Zij is geboren met een ernstige zichtbare handicap en kreeg toen ze klein was al slierten kinderen achter zich aan die schreeuwden: Heks, heks, toverheks! Op school werd ze op de achterste bank gezet omdat ze niet altijd makkelijk kon leren – niet gek als je ook voor tachtig procent doof bent. Puur op wilskracht haalde ze een hbo-diploma. Jarenlang werkte ze aan een universiteit maar ze miste promotie na promotie omdat “men” het toch beter vond dat ze de universiteit niet representeerde op buitenlandse congressen. “Ja, je bent natuurlijk in andere talen niet zo goed verstaanbaar”, kreeg ze te horen. Op haar vijftigste vloog ze eruit. Nu, bijna tien jaar later, zit ze nog steeds op de bank. Ondanks het feit dat ze het advies van een “LinkedIn-expert” opvolgde om geen foto van zichzelf op haar profielpagina te zetten.
PS: Hoeveel gehandicapten ben jij in “ons” vak tegengekomen?’
Het ene leed is het andere niet, wil Van Mansfeld er maar mee zeggen. Toch stemt hij in met het interview, omdat hij erkent dat leeftijdsdiscriminatie een issue is. Hij stoort zich er al dertig jaar aan en vindt het erg ‘dom’ dat het speelt terwijl we in steeds meer vakken een tekort aan goede mensen hebben.
Wanneer we elkaar spreken, haalt Van Mansfeld het pleidooi aan dat de Volkskrant van Yvette den Brok publiceerde onder de kop ‘Haal gehandicapten uit de schaduw’. Den Brok schrijft daarin over een freelance journalist die jarenlang voor een landelijke krant werkte zonder dat iemand daar wist dat ze haar bed niet uit kon; alleen zo had ze de garantie dat haar stukken objectief zouden worden beoordeeld. Van Mansfeld: ‘Bizar toch? Du moment dat deze journalist zou vertellen over haar handicap, zou ze ineens gezien worden als iemand anders dan degene die al jaren haar teksten per mail naar de redactie had gestuurd.’
‘Ik zou nee willen zeggen. Door jou word ik nu ineens lid van een club waarvan ik nooit gevraagd heb om er lid van te worden; de club van oude mensen. Ik vind het heel erg dat mensen in hokjes worden ingedeeld, puur op basis van uiterlijke kenmerken. Het is ook raar dat er labels worden geplakt op groepen: millennials, babyboomers, generatie X, Y, Z. Voor je het weet, ga je je ernaar gedragen.’
‘Ik wil de beeldvorming graag omdraaien naar het positieve perspectief, in plaats van in de verdediging te schieten. Ik kan er ook niets aan doen dat ik zevenenvijftig ben, dat kan ik niet veranderen.’
‘Oudere mensen zijn duurder, dat speelt ook mee. Er is een groot verschil met de andere vormen van discriminatie – er is geen enkele grond om iemand om zijn kleur, sekse, religie of gender uit te sluiten. Maar heel eerlijk: het zou kunnen zijn dat iemand op basis van zijn leeftijd niet geschikt is om aan te nemen, bijvoorbeeld omdat hij niet meer wil leren en niet meer nieuwsgierig is. Je kunt heel makkelijk online op universitair niveau colleges volgen; spijker je je kennis niet bij, dan vind ik het terecht dat je de aansluiting verliest. Dan heb je zelf een handicap gemaakt van je leeftijd.
‘Stel je een bevlogen productmanager van dertig voor die enorm enthousiast is over de nieuwe smaakvariant van een borrelnootje die hij mag lanceren. Ik denk dat het goed is dat daar een gelijkwaardige persoon van dezelfde leeftijd uit ons vak naast zit die dit ook voor het eerst doet en net zo enthousiast is. In plaats van daar iemand bij zetten die het al twintig keer heeft gedaan. Het lijkt me ook leuker voor hen om samen op te trekken.
‘Tegelijkertijd is het ook te gek als iemand met veel ervaring je wil helpen. Ik heb het zelf altijd erg leuk gevonden om jonge mensen te helpen. Wanneer je ouder en meer ervaren bent, zie je de kliffen soms net wat eerder. Al moet je daar ook weer mee oppassen, want iedereen heeft recht op zijn eigen struikelpartijen.’
‘Ik weet het niet goed, maar je hebt gelijk. Er zitten met name heel weinig vrouwen van boven de vijftig in bureaudirecties: Inge Ligthart bij Dawn en Karina Buitenhuis van Eigen Fabrikaat zijn de enigen die me spontaan te binnen schieten. In de tv-wereld worden presentatrices van rond de vijftig vervangen door jongere collega’s.
‘Ik herinner me ook een bureaudirecteur die ooit strateeg was voor een biermerk. Toen hij vijftig werd, belde de klant zijn baas en zei over hem: het is een goede vent, we zitten op het goede spoor met hem, maar nu hij vijftig is geworden, missen we met hem misschien toch de aansluiting met de jongeren. Gevolg: de man werd van het account gehaald. Later vertelde hij mij dat hij er destijds bewust voor heeft gekozen om bureaudirecteur te worden en te stoppen als strateeg, omdat hij nog vijftien jaar wilde doorwerken.’
‘Ja, en dan wordt het meteen heel lullig, maar dat is altijd wel zo geweest, denk ik. Er lopen miljoenen vrouwen van boven de vijftig rond in Nederland die bereikt moeten worden. Waarom werken er dan niet meer vrouwen van boven de vijftig in de reclame? Waarmee ik niet wil zeggen dat je tot de doelgroep moet behoren om ervoor te kunnen werken; ik eet al vijftig jaar geen vlees en heb jarenlang fanatiek voor McDonald’s gewerkt en ook voor maandverband trouwens.
‘Het is onbegrijpelijk en ook zonde van het talent, de kennis en de ervaring van een hele generatie. Een bureau als adam&eveDDB in Londen is een van de betere bureaus in de wereld; het wordt geleid door vijftigplussers en er werken veel senior mensen.’
‘In Nederland werk ik rechtstreeks voor adverteerders, ik begeleid bijvoorbeeld positioneringstrajecten en productintroducties. Ook help ik regelmatig reclamebureaudirecties met conflictbemiddeling. Daarbij merk ik ineens dat mijn leeftijd een voordeel is; ik word niet gezien als een bedreiging en mensen zijn blij met mijn ervaring.
‘In het Midden-Oosten ben ik het afgelopen jaar heel druk geweest als de rechterhand van de marketeer aan opdrachtgeverszijde. Ik help bij het aansturen van bureaus in Londen en word ook ingeschakeld om pitchteams te leiden. Superleuk. Het fanatisme van jonge mensen uit landen als Roemenië en Brazilië die tijdens zo’n pitch bijvoorbeeld samenwerken met veelbekroonde senior creatieven uit Londen is geweldig om te zien.
‘Ik heb het enorm naar mijn zin de laatste jaren. Dat heeft wel met dit onderwerp te maken. Ik krijg enorm veel waardering. Het is heel fijn om je gewaardeerd te voelen. En dat, moet ik heel eerlijk zeggen, heb ik in Nederland wat minder ervaren. Ik denk dat je in Nederland sneller in het hokje van “het verleden” wordt geduwd.’
‘Het is natuurlijk ingewikkeld als jij baas bent en je hebt iemand in dienst die twee keer zo duur is als iemand van 28. Dat zou niet nodig moeten zijn. Misschien kan het op een andere manier. Misschien zijn oudere mensen bereid om korter te werken. En hoe mooi zou het zijn als ze hun ervaring kunnen aanwenden om de nieuwe generatie te helpen floreren. Dertig jaar geleden maakte ik mee dat een collega bij een bureau in een hoek werd geduwd door zijn jongere collega’s en dat vond ik zo onterecht. Ik dacht, en heb ook gezegd, dat wij nog veel van hem konden leren, maar hij is gewoon weggepest. Daar kwam het op neer.
‘Ik vind dat wij als vooruitstrevende reclame- en mediawereld een voorbeeldfunctie hebben. Nu geven we een negatief voorbeeld, terwijl de meeste mensen tegenwoordig tot hun pensioenleeftijd moeten blijven werken om rond te kunnen komen. Het kan toch niet zo zijn dat wij daar als vak onze verantwoordelijkheid niet voor nemen?’
‘Mensen worden te snel op grond van hun leeftijd afgeschreven. Terwijl ze ervaring meebrengen, niet dezelfde fouten opnieuw maken en misschien ook sneller tot de kern van een vraagstuk doordringen. Ik durf te stellen dat ik van negenennegentig van de honderd campagne-ideeën correct kan voorspellen of ze wel of geen succes worden. Dat kon ik dertig jaar geleden niet.
‘Een creatief bekende mij ooit dat hij tien jaar lang als een gek alleen maar aan zijn eigen prijzenkast had gewerkt. Hij wilde alleen maar awards winnen en schaamde zich daarvoor. Hij zei: ‘Nu win ik niks meer, maar ik ben beter in mijn vak geworden.’ Ik kom veel oudere creatieven tegen die niet meer in loondienst bij een bureau werken. Het paradoxale is dat veel bureaus bij voorkeur oudere creatieven inhuren voor grote pitches. Ik heb nog nooit gehoord dat een bureau dan juist jonge mensen inhuurt. Ze weten dat ervaren creatieven sowieso een zes of een zeven zullen opleveren en hopelijk een acht of een negen. Dat weet je niet als je zomaar een paar jongens en meisjes van straat plukt.’
‘Een advies en een wens. We leven heel duidelijk in een beoordelingsmaatschappij. We nemen elkaar steeds de maat. Hoe meer we dat doen, hoe erger het wordt en hoe meer de toon verhardt. Ik vond het erg goed dat Obama een paar maanden geleden opriep om daarmee op te houden en eerst te kijken naar wat iemand doet. De maatschappij heeft zo’n man nodig.’
Over Omroep Max en 50Plus
‘Ik erger me dood aan Omroep Max en 50Plus. Zij dragen bij aan de stereotypering van vijftigplussers als mensen die niet meer serieus meedoen en achter de geraniums horen. Ze zouden zich misschien beter openlijk op zeventigplussers kunnen richten; ik ken in elk geval niemand van mijn generatie die zich met Omroep Max of 50Plus wil associëren.’
Over mamils
‘Ik fiets al heel lang, veel en fanatiek, over een paar maanden staat voor de zoveelste keer de Ronde van Vlaanderen op mijn programma. Ik geloof dat ik in 1986 mijn eerste racefiets kocht. Maar nu moet ik mezelf soms verdedigen en word ik voor mamil uitgemaakt: middle-aged man in lycra. Waarmee gedoeld wordt op mannen die in hun midlifecrisis ineens heel dure fietsen kopen. Nou is het ook wel zo, moet ik toegeven: ik kijk soms om me heen en zie mannen van mijn leeftijd – die ik er overigens meestal wel uitfiets – op fietsen zitten waarvan ik denk: holy moly, daar kun je een leuk autootje voor kopen. Maar ja, wat is dan erger, zo’n fiets kopen of een sportautootje? In ieder geval bewegen deze mannen nog.’
Christiaan van Mansfeld
Na het voltooien van zijn studie aan Fontys University of Applied Sciences begon Christiaan van Mansfeld in 1987 als accountmanager bij een designbureau. Het grootste deel van zijn carrière werkte hij bij en voor DDB: eerst als client services director (DDB Amsterdam 1997-2006), daarna als adjunct-directeur (DDB & Tribal Worldwide, Amsterdam 2007-2016), global business director (DDB International, 2015-2016) en sinds november 2018 als international business director ad interim (DDB Unlimited). Daarnaast wordt hij zelfstandig ingehuurd als consultant in verschillende functies in marketing, pr en reclame.
Meer lezen uit deze serie? Bekijk ook de interviews met Bas Vroonland, John Olivieira en Patritia Pahladsing.
Astrid Prummel is founding partner van Out in the Open brandpublishers en initiatiefnemer van deze interviewserie als lid van Include Now.