Jarenlang heb ik advertenties mogen verkopen bij uitgevers en voor uitgevers. Een van de vragen die altijd werd gesteld was: ‘Waar komt mijn uiting te staan?’ Een hele normale vraag. Immers, de omgeving moet wel bij het merk passen. Daar is een term voor: brand safety. Bij bureaus en uitgevers houden complete afdelingen zich continu bezig met de vraag: welke doelgroep zit waar? En hoe gedraagt men zich?
Door Arno Peperkoorn
Toen ik me na Veronica Inside afvroeg of merken niet beter konden nadenken over adverteren in en rondom een programma dat racisme en seksisme wegzet als een grap, was brand safety hetgeen waar ik aan dacht. Ik vond en vind dat merken die vraag moeten kunnen stellen aan een uitgever. Een hele simpele vraag: ‘Past de uitstraling en de context van een platform bij mijn merk?’
Emmers stront
Inmiddels zijn we een weekje verder. Naast steun en bijval heb ik ook emmers stront over me heen gekregen. Waar ik me in godsnaam mee bemoei? En hoe haal ik het in mijn hoofd hier iets van te vinden? Het spijt me enorm, maar ik begrijp daar werkelijk niets van. Merken, marketeers, mediabureaus. De hele keten stelt zich al sinds haar bestaan de vraag: past mijn merk bij de omgeving waarin ik adverteer? Toen ik bij Sanoma werkte, wilden heel veel merken niet in de Playboy adverteren vanwege de associatie met porno. Prima, je doelgroep zit er, maar je wilt ze niet in die context bereiken. Daar is over nagedacht. Het was destijds de Lotto die niet wilde dat haar ballen wellicht geassocieerd zouden worden met de borsten van de vrouwen in het blad en op de site.
Lees ook: Veronica onder vuur na wangedrag Derksen: ‘Stop met adverteren dan!’
Naar aanleiding van Veronica Inside is dan ook mijn vraag geweest aan merken. En op dit gedachtengoed wilde ik merken, uitgevers en brancheorganisaties aanspreken: Past dit programma binnen je brand safety? Niets meer, niets minder. En ja ik ben iemand die een discussie graag scherp neerzet. Opvallend is dat de grootste verdedigers van de vrijheid van meningsuiting, waar de heer Derksen zich achter verschuilt, mij aanvallen op het hebben van een mening. Opvallend is ook dat er hard wordt geroepen dat die mening geen platform zou moeten krijgen.
Stront was ik van me af, de geur was ik weg met zeep. Discussies ga ik altijd graag aan en met open vizier... maar wow, mensen. Wat een extreem korte lontjes. Het is je vak: je verkoopt je merk aan mensen. Je oor niet te luisteren leggen in de maatschappij, een maatschappij die voortdurend verandert qua samenstelling en mening, sorry, maar dat is gewoon je vak niet goed verstaan.
Over de auteur:
Arno Peperkoorn is mede-oprichter van de stichting IncludeNow. Hij is initiatiefnemer van een petitie voor meer diversiteit in de reclamewereld.
Deze man heeft aardig wat verbindingen los zitten, dat is duidelijk. Hij zou die 'hele hoop stront' serieus moeten lezen als hij echt zijn oor te luisteren wil leggen naar de maatschappij. Bizar dat dit soort achterlijkheid een podium krijgt in een vakblad over marketing. Kritiekloos nog wel. Laten we weer normaal doen met z'n allen. Als je de doelgroep niet leuk vind dan moet je je marketing er niet op richten, prima, maar ga ze niet verwijten wat ze niet zijn.
En als je je ergert aan Johan Derksen dan kijk je niet. Er zit ook altijd nog een uitknop op de tv. Maar Johan Derksen is een held die samen met Van der Gijp en Wilfred Genee een superleuk team vormt. Ze vertolken de mening van de stille meerderheid in Nederland. Derksen is een van de weinige mensen op televisie die nog harde waarheden durft te zeggen zonder angst voor al die gevoeligheden. Laten we zijn vrijheid alsjeblieft koesteren. Want er zijn steeds meer gekkies en voor je het weet is Derksen de nieuwe Theo van Gogh als het zo doorgaat met de ophitserij van onder andere deze idioot in bovenstaand artikel.