In de Top 3 van de meest verhitte discussies: Reclameprijzen. Bureaus en adverteerders hebben zo hun eigen redenen om een reclameprijs te willen winnen. Of om er juist een grondige hekel aan te hebben. De discussies raken niet de kern. Want volgens mij gaat het niet om de kick van het winnen. Net zo min om het strelen van het ego. En kunnen we elkaar ook op minder omslachtige manier een spreekwoordelijke veer in den r**t duwen. De reclameprijs vervult een dieper liggende behoefte.
Het mooie van dit vak is dat je het met hart en ziel kunt doen. Het vervelende is dat het resultaat, bijvoorbeeld een campagne, al snel met jouw hart en ziel in de vergetelheid raakt. En dat doet pijn. De kunstenaar in de creatief hunkert ernaar om iets te scheppen dat hem of haar zal overleven. Iets dat verder reikt dan een zesweekse media inzet. Iets dat onsterfelijk zal worden.
Daarom hebben we De Reclameprijs uitgevonden. Door (het winnen van) een reclameprijs worden we toch een beetje onsterfelijk. Ieder van ons kan op zo'n lijstje komen. Of beter nog: in een boek, op een website en in een blad. Met een case, een beeld, een prijs, een trofee, een ring, een plak of iets anders van metaal/kunststof/hout dat we voorlopig niet weg zullen gooien. En daarmee staat papa wél mooi in de geschiedenisboeken!
Althans, dat laatste dus niet als je na 2009 een EFFIE hebt gewonnen. De nieuwe EFFIE website is prachtig. Echt. Maar een website is geen boek. Zoals de ADCN ieder jaar een prachtig boek maakt, zo moeten we vanaf volgend jaar de EFFIE ook weer vereeuwigen.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!