Titel: Amayzine.com
Introductie: oktober 2013
Omschrijving: ‘Personality driven’ site voor vrouwen die geïnteresseerd zijn in mode en beauty, maar zelf geen tijd hebben om alles bij te houden. Een initiatief van May-Britt Mobach, oud-hoofdredacteur van Marie Claire.
Amayzine was genomineerd voor de Mercurs (en won gisteravond niet), een primeur voor een onlinemagazine. Moet er een aparte categorie bij de Mercurs komen voor online magazines?
‘Nee, een aparte categorie vind ik onzin. We maken nog steeds een magazine, alleen hebben we een ander jasje aangetrokken. Voor mij zou een aparte categorie betekenen dat je er toch niet helemaal bij hoort. Nu worden glossy-magazines, krantenbijlagen en weekbladen ook in dezelfde rubrieken behandeld. Amayzine.com zou in elke categorie mee kunnen doen. Beste reportage - we waren 18 uur de schaduw van Maartje Verhoef tijdens NYFW -, beste cover, marketingactie. We verschillen niet zoveel van onze papieren zusters, we zijn alleen niet van papier en we produceren stukken sneller.’
Hoe blijft Amayzine overeind tussen het overstelpende aanbod van vrouwensites?
‘We hebben de redactiestructuur van een tijdschrift vertaald naar online. Met een hoofdredacteur, een artdirector en aparte vormgevers. Een website met de verzorging van een magazine, zo omschrijven wij Amayzine. Verder is de constructie van de editors uniek. Ieder heeft een eigen signatuur, waardoor we heel veel verschillende groepen vrouwen aan ons binden. Die persoonlijke benadering heeft ook een bindend effect. Mensen zijn benieuwd wat voor geks Liesbeth weer heeft beschreven voor haar Rariteitenkabinet en anderen zijn op zoek naar de recepten van Jet en de beauty tutorials van Josselin. Verder is het recept voor succes goede zin hebben, lol trappen, af en toe om half vijf een fles wijn opentrekken, het glanzende laagje van je laptop tikken en niet om vijf uur een out-of-office instellen.’
Vorig jaar zei je niet veel toekomst voor print te zien. Kijk je er nog steeds zo tegenaan?
‘Dat printoplagen dalen, betekent niet dat er geen succes kan zijn. Linda, Flow, maar ook de modeseries uit Harper's Bazaar, Marie Claire en Vogue zijn uniek. Die zijn veel te duur om te maken voor gratis media zoals wij. Als een magazine echt iets toevoegt door de fotografie, de kwaliteit van het papier en de reportages geloof ik daar zeker in. Er is heel veel informatie gratis online te verkrijgen, Print moet dan echt wel iets toevoegen, anders gaan mensen er niet voor betalen. Dat probleem zie je vooral bij weekbladen of bladen die te veel middle of the road zijn.’
Zijn er succesvoorbeelden van online magazines in Nederland of in het buitenland die je op de voet volgt?
‘Ik voel me net Harry Mulisch als ik dit zeg, maar ik probeer zo min mogelijk naar andere Nederlandse sites te kijken. Je wordt er toch door geïnspireerd en ik wil zo autonoom mogelijk blijven. Natuurlijk houd ik de bewegingen in de gaten, maar ik ga niet elke dag alle sites af. Internationaal heb ik wel lievelingen. The Man Repeller bijvoorbeeld omdat Leandra Medine op zo'n slimme manier over mode schrijft. Garance Doré natuurlijk, en de Engelse sites. Die zijn, net als de Engelse bladen overigens, echt heel erg sterk.’
Hoe gaat het met het verdienmodel – je moet het hebben van advertenties?
‘Klopt. Daarin verschillen we niet zo veel van het printverdienmodel. We zijn aangesloten bij Vice, die onze platte advertenties verkopen. Zelf hebben we een salesdirector die zorgt voor branded content deals. Omdat ons moederbedrijf een tv-productiemaatschappij is, zijn we sterk in het maken van filmpjes en we organiseren ook events in onze daglichtstudio. Ook een interessante ontwikkeling: onze socialemediakanalen af en toe commercieel inzetten.’
Zijn er andere vormen van inkomsten waar je naar kijkt?
‘We gaan nu over naar fase twee en dat is de Amayzine-formule in het buitenland neerzetten wat commercieel ook interessant zal zijn omdat een merk daarmee dan meteen meerdere landen bedient.’
Titel: WAChT!
Introductie: juli 2014
Omschrijving: Gezondheids- en beautymagazine in print en digitaal, specifiek gericht op de smartphone. Wordt gratis verspreid in de wachtkamers en op de leestafels van onder meer huisartsen, tandartsen, ziekenhuizen en kapsalons. Het magazine is in handen van José Bernaerts, die 18 jaar hoofdredacteur was van Santé.
Hoe ben je op het idee gekomen van WAChT!?
‘Het was een volkomen organisch proces. Mijn partner, ook in het dagelijks leven, heeft carrière gemaakt in de distributie, onder meer bij Sanoma en Aldipress. Het viel gewoon heel natuurlijk samen dat we met onze ervaring iets nieuws gingen doen. Vanuit de gedachte dat je in deze tijd een heel ander verdienmodel moet zoeken, zijn we WAChT! begonnen, als een huwelijk tussen print, moderne technologie en slimme distributie. Wij richten ons op drie soorten wachtkamers: die in de zorg, in de beauty-industrie en bij advocaten notarissen et cetera. Met een oplage van rond de 100.000 creëren we, gebaseerd op CBS-cijfers, 33 miljoen potentiële contactmomenten. Uniek in de tijdschriftenmarkt.’
Je was onder meer hoofdredacteur van Santé. Wat neem je als bladenmaker daarvan mee naar de huidige, toch moeilijkere markt voor tijdschriften?
‘Uiteraard mijn passie voor print én mijn kennis van de health- en beautywereld. Maar als de losse verkoop en de verkoop van abonnementen onder druk staan en ook de verkoop van reguliere advertenties, moet je iets anders bedenken. Ik ben er altijd al van overtuigd geweest dat je inhoudelijk een huwelijk aan kunt gaan met commerciële partijen, op voorwaarde dat je creatief genoeg bent, en je lezers goed inschat. Die kunnen meer accepteren dan je denkt, als je hen tenminste serieus neemt en daadwerkelijk iets te bieden hebt.’
Hoe zijn de eerste nummers van WAChT! ontvangen?
‘Van de lezers horen wij niet anders dan: “Oh ja, ik zag jullie laatst liggen bij de kapper of de huisarts.” Zo kort na de start is onze naamsbekendheid ongekend. Het is mensen blijkbaar niet ontgaan dat veel tijdschriften de laatste jaren alleen maar hebben bezuinigd, ook op kwaliteit; met WAChT! werken we daarentegen alleen met professionals, betalen we honoraria van vóór de crisis, kiezen we voor een hoge papierkwaliteit en doen nog steeds onze eigen fotoshoots. Ik ben ervan overtuigd dat dit zich op den duur terugbetaalt.
‘De tweede groep die ons moet kunnen waarderen, zijn de beheerders van wachtkamers, of dit nu de dienstverlener zelf is of een assistente. Vanaf het eerste nummer kregen we telefoontjes van de afdeling voorlichting van gerenommeerde ziekenhuizen, dat het tijdschrift hoog gewaardeerd werd en ook kritisch gevolgd zou worden. Beter kun je het niet hebben.’
Waarom geloof jij in print én in de combinatie print-online?
‘Dat heeft alles te maken met onze propositie. We vermoedden het natuurlijk al, maar hebben ook onderzoek laten doen door Maurice De Hond. Daaruit blijkt dat mensen in een wachtsituatie twee dingen doen: hun smartphone checken, en lezen. Een meerderheid leest alles wat los en vast zit, in hun eigen woorden. Die twee dingen hebben wij vertaald naar WAChT! ‘
WAChT! maakt gebruik van augmented reality. Linda gebruikte Layar voor digitale toegevoegde waarde, maar is daar mee gestopt omdat de lezer er niet echt in geïnteresseerd was. Waarom zou de koppeling aan augmented reality bij jullie wél een succes worden?
‘Op de eerste plaats ligt het niet voor de hand dat je, als je op een zaterdagmiddag thuis op de bank een tijdschrift leest, je daar je smartphone bij gaat gebruiken. Dat is namelijk een lean back moment. In de wachtkamer ben je lichtelijk gespannen, je vraagt er niet om om te wachten, en dus is er sprake van een lean forward moment. Je bent dus eerder geneigd om actie te ondernemen en met een app aan de slag te gaan. Daarnaast heeft elke leverancier van augmentend reality, zoals Layar, voorwaarden en restricties. Wij hebben verschillende technieken verzameld in onze eigen app, met als gevolg minder afhankelijkheid en meer vrijheid in onze digitale content.’
WAChT! is gratis. Wat is het verdienmodel en hoe loopt dat?
‘Wij verdienen enerzijds aan commerciële samenwerkingen met verschillende partijen, commerciële, maar ook institutionele. Die partijen bieden wij een platform van advertenties, advertorials, brandend content en storytelling. Daarnaast bieden wij distributieoplossingen. Wij kunnen elk product in elke vorm aanbieden aan een gesegmenteerde doelgroep, of dat nu kappers, huisartsen of golfbanen zijn, tegen een tarief dat niet te beconcurreren is.
Last but not least zoomen wij in op de mogelijkheden die onze app straks biedt op het gebied van data-exploitatie. Denk dan aan het verzamelen van gedragsdata, maar ook werkbare CRM-software en real-time bidding. Nu nog toekomstmuziek voor de tijdschriftenwereld, maar WAChT! wil daarin absoluut een voorloper zijn.’
Titel: Stek Magazine
Introductie: juni 2012
Omschrijving: Stek Magazine was het eerste iPad-only woon/lifestyle-magazine. Inmiddels ook beschikbaar voor iPhone en Android tablet. Stek is een uitgave van interactief bureau Urban Hippos uit Amsterdam. Hoofdredacteur is Julia Gajentaan.
Stek Magazine is een tijdschrift voor de iPad (met speciale apps voor de mobiel) en daarmee waren jullie twee jaar geleden het eerste in dit segment. Waarom hebben jullie gekozen voor een onlinemagazine?
‘We wilden iets nieuws brengen en inspelen op de enorme groei van mobile devices. Iets wat de lezers goede content geeft, actueel is maar tegelijk ook verrast. Een tablet biedt veel meer opties dan bladeren door een pdf. Wij wilden laten zien dat wanneer je alle mogelijkheden die tablets bieden benut, je een gewaardeerd app magazine kan neerzetten. En gemak bieden aan lezers om direct te kunnen shoppen of te tappen voor meer informatie. Daarmee hebben we ook adverteerders kunnen enthousiasmeren. Ik ben met een demo op pad gegaan en toen twee partijen ja zeiden dachten we: Nu moeten we het ook echt gaan maken. De praktische keuze voor online was dat je geen drukwerk- en distributiekosten hebt. We zijn begonnen met de iPad-versie, gevolgd door iPhone en kort daarna Android-tablets. Eenmaal gedownload kun je Stek ook offline lezen, dus ideaal om altijd je woonmagazine bij de hand te hebben.’
Welk voordeel heeft Stek ten opzichte van woonmagazines in print?
‘We bieden Stek gratis aan zonder in-app aankopen. Onze lezersaantallen groeien dan ook elke maand. We zijn met een klein gespecialiseerd team en kunnen snel schakelen. In de stap naar digitalisering die de geprinte woonbladen wellicht nog meer gaan maken, hebben wij als voordeel dat we nooit het printpubliek hebben hoeven overhalen om naar digitaal te gaan. Als je zoekt naar interieur gerelateerde items in de App Store, staan we in de top 5. Die mensen lezen al graag op hun tablet of smartphone.
‘Belangrijk voordeel ten opzichte van print is dat Stek interactief is en veel meer mogelijkheden heeft voor de lezer, en dus ook voor adverteerders. Lezers kunnen met een 360˚ panorama view echt binnenkijken. Ook laten configurators de lezers bijvoorbeeld alvast zelf hun Auping-bed samenstellen. Voor ons is het grootste voordeel dat we real-time inzicht hebben in het gebruik van het magazine. We kunnen precies zien hoe vaak men het magazine opent, hoe laat men leest, hoe lang, welk artikel, hoeveel men van het artikel leest en op welke links van adverteerders getapt wordt. Zo kan je ook snel inspelen op wat lezers interesseert en je content daarop aanpassen. Meetbaarheid is natuurlijk ook heel belangrijk voor adverteerders. Verder kunnen de lezers direct artikelen delen en oude edities blijven opvraagbaar als ze eenmaal gedownload zijn. Ander punt is dat lezers direct artikelen kunnen delen via kanalen of e-mailen.’
Stek Magazine is gratis. Wat is jullie verdienmodel? En hoe loopt dat?
‘We zijn in 2012 middenin de crisis begonnen. Dat het gratis moest zijn, was dan ook nooit een discussie. Er was al veel gratis wooncontent beschikbaar via het web en inspiratie-apps. We wilden snel bereik opbouwen en omdat we gratis zijn worden we ook vaak meegenomen in de communicatie van andere partijen. Wij verdienen aan advertorials en advertenties. We hebben het magazine ook zo opgezet dat advertorials net zo interactief en leuk zijn als de redactie. En lezers waarderen sponsored content ook zeer positief. We hebben een aantal mooie grote partijen en dat groeit alleen maar. We merken dat adverteerders ook op zoek zijn naar andere kanalen en innovatieve concepten. En zeker naar meer meetbaarheid. Wat dat betreft zijn wij een mooie aanvulling op print en een goede overstap van print naar online. Het heeft de uitstraling van een magazine, maar is wel meetbaar en interactief.’
Wat kan Stek de adverteerder aan extra’s bieden?
‘Ik denk dat onze kracht ligt in het aanbieden van interactieve branded content. Doordat er bijvoorbeeld ook echt live stoom te zien is bij de Miele stoomoven, valt een product op, staat men er langer bij stil en is de waardering positiever dan bij een statische pagina. Entertainment is gewoon belangrijk bij mobiel. Dat bewijzen onze cijfers ook. Daarnaast zijn adverteerders niet gebonden aan een aantal pagina’s of een beperkte fotoruimte. Artikelen zijn gemiddeld drie tot zes pagina’s lang en door configurators kan een adverteerder bijvoorbeeld alle varianten laten zien van een bank. Video kan geïntegreerd worden, er zijn responsmogelijkheden en we rapporteren uiteraard hoelang het artikel gelezen is, et cetera. En voor veel adverteerders is de locator ook belangrijk. Door de ingebouwde gps-functie in devices kunnen we direct de dichtstbijzijnde verkooppunten in de buurt van de lezer tonen.’
Wat zijn de doelstellingen voor het komende jaar?
‘Een uitbreiding naar het buitenland. Bij voorkeur een zonnig land.’
Haal je zelf inspiratie van het web – bijvoorbeeld andere digitale magazines – voor Stek?
‘Natuurlijk kijken we wat anderen doen op digitaal vlak en daar doe je ook ideeën op. Niet alleen wat inspiratie betreft maar ook hoe anderen het opgezet hebben. We kijken ook naar nieuwe platformen voor Stek, er komt tenslotte steeds meer mobiel bij. We leggen de lat ook hoog om vernieuwend te blijven.’
Titel: Shot of Joy
Introductie: mei 2014
Omschrijving: Een videomagazine , of een digitaal videotijdschrift dat G+J Uitgevers introduceert in samenwerking met hoofdredacteur Marie-Nanette Schaepman (ooit bedenker en hoofdredacteur van JAN) en online-uitgever Wayne Parker Kent. De lezer moet elke dag bediend worden met een shot of joy, een filmpje met een sterk sharing element.
Shot of Joy noem je een digitaal videotijdschrift. Waarom is het volgens jou een tijdschrift?
‘We noemen Shot of Joy een online magazine omdat we net als onze printzusjes willen raken, inspireren, ontroeren en amuseren. In die zin hebben we eenzelfde doelstelling. We vergelijken Shot of Joy met een vriendin, die éne heel coole vriendin, wiens tips, tricks en verhalen elke dag net een beetje leuker maken. Dat zegt het namelijk helemaal. Als makers leggen we de lat hoog omdat we onze lezer het beste van het beste willen bieden. En dat is inderdaad niet veel anders dan onze collega’s tijdschriftenmakers voor ogen hebben.’
Zie je Shot of Joy als de tijdschriftentoekomst, of geloof je ook nog in print?
‘Ik geloof sterk in een toekomst voor print. Print is zo’n grote liefde van een hele generatie die daar nog lang niet op uitgekeken is. Ik geloof dat print en online heel goed naast elkaar kunnen bestaan. Het heeft een andere functionaliteit, en het is vooral een andere tijdbesteding. We zijn ons er online van bewust dat we content in korte vermakelijke hapjes moeten aanbieden. We waarschuwen al dat een filmpje 3 minuten duurt, terwijl een tijdschrift hét medium bij uitstek is voor een lang interview waar je lekker in wegzinkt.’
Hoe ziet de doelgroep eruit?
‘Je kunt online via de analytics vrij precies zien welke doelgroep ons bezoekt. En dat zijn hoofdzakelijk vrouwen tussen de 25 en 45. Dat klopt met onze verwachting. We maken Shot of Joy met een team van negen vrouwen die ongeveer die leeftijd hebben - ikzelf ben stiekem wat ouder - en schrijven over wat ons raakt en inspireert.’
Het verdienmodel is subscription based. In hoeverre denk je dat vrouwen bereid zijn 2,99 per maand te betalen voor een videotijdschrift, terwijl er ook veel gratis online videocontent is?
‘We hebben dat subscription-model opgeheven. Het was kennelijk nog een stap te vroeg. Shot of Joy is nu voor iedereen gratis toegankelijk. Het voelt eigenlijk logischer. Ook voor ons.’
Dus ben je afhankelijk van adverteerders?
‘We zijn met een aantal partijen in gesprek. Ons doel is mooie exclusieve samenwerkingen te ontwikkelen met adverteerders, waar iedereen blij van wordt, vooral ook onze doelgroep. Anders is het op alle fronten zonde van de moeite. Voor de komende tijd hebben we geen harde doelstellingen. Eerst maar eens de mogelijkheden verkennen en de mooist mogelijke site maken. Elke dag opnieuw.’
Dit artikel verschijnt in het Mercurs-nummer dat deze week uitkomt.