PvdA'ers hebben weinig zin om campagne te voeren voor verkiezingen

Onderzoek Binnenlands Bestuur over bereidheid de boer op te gaan voor provinciale verkiezingen.

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

PvdA-raadsleden hebben niet zo veel zin om voor de Statenverkiezingen de boer op te gaan. In aanloop naar de verkiezingen op 18 maart gaan ze per week (gemiddeld) 3,7 uur campagnevoeren. Dat is ver onder de 4,4 uur die raadsleden gemiddeld aan de verkiezingscampagne besteden. SP-raadsleden spannen de kroon. Die zijn zo’n 7,4 uur per week op straat te vinden.

Campagneplannen

Dat blijkt uit onderzoek onder raadsleden dat op verzoek van is uitgevoerd door Necker van Naem. De campagneplannen van alleen provinciaal opererende partijen zijn niet onderzocht, wel die van raadsleden verbonden aan nationale partijen.

Slechte peilingen

Met het forse verlies dat de PvdA bij de gemeenteraadsverkiezingen moest incasseren, de slechte peilingen voor de Statenverkiezingen en de mogelijke gevolgen daarvan voor de samenstelling van de Eerste Kamer en daarmee de (in)stabiliteit van het kabinet zou je denken dat de sociaal-democraten alles en iedereen uit de kast trekken om het tij te keren. Dat blijkt echter niet het geval.

Campagnebereidheid

Het (beperkt) aantal uren dat in de campagne wordt gestoken, strookt overigens niet met de campagnebereidheid van PvdA-raadsleden. 91 procent van hen zegt campagne te gaan voeren, waarmee de partij met het CDA op een gedeelde derde plaats staat. De SP’ers kennen met 95 procent − welhaast traditiegetrouw − de hoogste campagnebereidheid, op de voet gevolgd door D66 met 94 procent.

Bandwagon-effect

De VVD zit qua campagne-uren op het gemiddelde, maar de bereidheid bij de liberalen om de straat op te gaan, is met 78 procent daarentegen niet om over naar huis te schrijven. Het ‘bandwagon-effect’ noemt Roel Freeke, directeur van Necker van Naem het fenomeen dat verliezende partijen niet alles op alles zetten om via actief campagnevoeren kiezers over de streep te trekken. Anders gezegd: het is niet erg motiverend om voor een partij die op verlies staat, kou te gaan kleumen.

Tabel 1 - Tijd die raadsleden aan campagnevoeren gaan besteden 

Bron: Necker van Naem (vraag alleen voorgelegd aan raadsleden verbonden aan nationale partijen)

Flyeren populair

Partijen kiezen voor een combinatie van campagnemiddelen, zo blijkt verder uit het onderzoek. Flyeren staat met stip op nummer een als meest favoriete campagnemiddel. Een op de acht raadsleden die campagne gaat voeren, deelt de komende weken folders en pamfletten uit. Bij kiezers thuis aanbellen om met hen in gesprek te gaan, staat op nummer twee. 67 procent van de raadsleden geeft aan tijdens de verkiezingscampagne ‘langs de deuren’ te gaan. Social media wordt eveneens in de strijd gegooid, stelt zes op de tien raadsleden. Beduidend minder populair is het bijwonen van verkiezingsbijeenkomsten (29 procent). Bijna de helft van de raadsleden (49 procent) stelt dat zijn partij ook met posters en een emmer lijm in de weer gaat. Overigens stelt 45 procent van de raadsleden dat de uitslag voor de Eerste Kamer belangrijker is dan de uitslag van de Statenverkiezingen. Slechts een op de drie raadsleden vindt de Statenverkiezingen belangrijker.

Tabel 2 - Campagnemiddelen

Bron: Necker van Naem. (vraag alleen voorgelegd aan raadsleden verbonden aan nationale partijen, meerdere antwoorden mogelijk)

Communicatief: onnodige eigenschap

Gedeputeerden moeten met name daadkrachtig zijn, vinden raadsleden verbonden aan nationale als puur provinciale partijen. Meer dan een op de vier raadsleden (26 procent) vindt dat de belangrijkste competentie voor een gedeputeerde. 25 procent noemt deskundigheid de belangrijkste kwaliteit voor een dagelijks bestuurder. Integriteit is voor een op de vijf raadsleden van doorslaggevend belang. Betrokkenheid vindt 19 procent cruciaal. Veel minder belangrijk zijn de communicatieve vaardigheden van provinciaal bestuurders. Slechts acht procent van de raadsleden vindt dat de belangrijkste eigenschap. ‘Provinciaal bestuurders staan op afstand. Die hoeven blijkbaar niet zo nodig communicatief te zijn’, verklaart Freeke. ‘Men wil vakinhoudelijke bestuurders.’

Lees meer over het verkiezingsonderzoek in Binnenlands Bestuur nr 4 van deze week. 

 

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie