Politie leert marketeers een lesje

Ron de Milde

Om de politie meer als een eenheid te laten werken, zijn niet alleen de 26 korpsen teruggebracht tot één. Ook ruim 360 websites moesten samensmelten tot één overzichtelijke site: politie.nl. Dat is een klus waar Ron de Milde, programmamanager PolitieNetwerk, en Tjeerd Brenninkmeijer, cmo van Hippo CMS, zich anderhalf jaar geleden op gestort hebben. Het resultaat is een site waar ‘veel marketeers nog wat van kunnen leren’.

Interactie
‘De veiligheid in de wijk is een verantwoordelijkheid van de burgers’, stelt De Milde. ‘Maar als je wilt dat de burger zijn eigen verantwoordelijkheid pakt, moet je wel vertellen wat er aan de hand is. De politie kan daar heel gericht bij helpen.’

Die gedachte vormt volgens De Milde de basis voor de nieuwe politiesite. ‘Een veilig Nederland kan pas écht, als je interactie hebt met datgene waarvoor je het doet: de Nederlandse samenleving. We willen burgers daarom actief betrekken bij wat er speelt in hun buurt en deze informatie snel en adequaat beschikbaar stellen. Op die manier kunnen ze helpen bij het oplossen van misdaden.’

Een belangrijk voorbeeld van deze interactie is de dossierpagina. ‘Daar kan de burger meedenken over onopgeloste zaken, tips geven en ons zo helpen’, vertelt De Milde. ‘Doordat de bezoeker content toevoegt aan de site, genereer je wisdom of the crowd. Op die manier is in Groningen al eens de dader in een moordzaak gepakt.’

Geo-tagging
‘De interactie met de burger willen we zo individueel mogelijk doen’, legt De Milde uit. ‘Voor de burger is het interessant om te weten wat er in zijn directe leefomgeving gebeurt. Daarom draait alles op de site en mobiel om locatie. De hele webpresence is georiënteerd op postcodeniveau door middel van geo-tagging.’

Ook alle nieuwsberichten worden getagd op postcode. ‘Een voordeel van een eigen nieuwsvoorziening is dat bezoekers die daarvoor komen ook meteen de blokjes ‘vermist’ en ‘gezocht’ zien’, legt De Milde uit. Brenninkmeijer is het daarmee eens. ‘Dat is de plek voor call to action en een grote stap in de interactie’, vult hij De Milde aan. ‘Als jij een vechtpartij ziet, kun je een filmpje ervan direct met je mobiel doorsturen via politie.nl. Dat komt binnen bij een centrale die het doorgeeft aan het team dat ermee bezig is. De daders heb je dan meteen op film.’

Smartphones nemen in de sitestrategie een belangrijke plek in, maakt De Milde duidelijk. ‘Onze mobiele site is niet een verkleinde website, maar heeft echt een andere functionaliteit en de informatie erop is contextgebonden. Onderweg in een andere stad wil je weten waar het dichtstbijzijnde politiebureau is. Met één druk op de knop moet je dat kunnen vinden. Die contextgebondenheid zie ik nog niet bij veel websites terug.’

Tjeerd Brenninkmeijer

Lessen voor marketeers
Brenninkmeijer denkt dat commerciële bedrijven nog veel kunnen leren van de insteek van de politiesite. ‘Bijvoorbeeld de burger of klant centraal stellen’, zegt hij. ‘Dat is niet het pushen van informatie, maar uitzoeken wat relevant is voor die persoon. Locatie is daarbij alles.’

‘Dat vind ik het mooie aan de politiesite: je bent naar één grote nationale organisatie gegaan, terwijl het lokaal aanvoelt. Veel bedrijven missen dat. Leuk, zoveel tekst op je site, maar waar vind ik het dichtstbijzijnde tankstation of pinautomaat? Bedrijven moeten af van dat multinationaldenken. De bank zit gewoon om de hoek, durf daar een gezicht aan te geven.’

Ook op het gebied van interactie kunnen volgens Brenninkmeijer veel bedrijven leren van de politie. ‘Door de burger naar binnen te halen om te helpen bij het oplossen van misdaden, ontstaat er interactie’, geeft hij als voorbeeld. ‘Bij veel bedrijven zie je dat niet. Natuurlijk hebben ze Twitter, maar ze werken niet gezamenlijk met klanten ergens naartoe.’

Open data
‘De RSS-feed en pershoek van de politie zijn eigenlijk al een begin richting open data’, vindt Brenninkmeijer. ‘Het is een voorbeeld van empowering your audience: door je data beschikbaar te maken, kan iemand anders er iets mee bouwen om jouw doelgroep beter te bereiken. Bijvoorbeeld een app waarmee je kunt zien of je je trein nog haalt, of één waarmee je meteen de boodschappen bij een culinair recept kunt bestellen.’

‘Zolang het maar de juiste data is, maakt het volgens mij niet uit als iemand anders daar een app mee maakt. Bedrijven laten op dat gebied nog veel kansen liggen. Ze moeten meer gaan denken als uitgevers van informatie. De consument bepaalt waar, wanneer en met welk device hij met jou gaat interacteren en wat hij met die informatie doet.’