De Raad voor de Journalistiek heeft samen met het Genootschap van Hoofdredacteuren haar Leidraad voor de journalistiek gepubliceerd. Het stuk geeft antwoord op vragen als: mag een journalist iemands privacy schenden? Wanneer dient een journalist wederhoor toe te passen? Kan een geïnterviewde erop staan dat de tekst die hij of zij vóór publicatie ter inzage heeft gekregen, wordt gewijzigd? Moet een journalist die een gesprek opneemt om er delen van te kunnen uitzenden, dit altijd van tevoren laten weten? Mag een columnist of een cartoonist iemand beledigen? Aan welke voorwaarden moet een embargo voldoen? Zeer lezenswaardig, maar wat hebben we hier nu aan; veel media zijn niet aangesloten bij de Raad en trekken zich er dus niets van aan.
Of toch? De Wet Marktmisbruik stelt - vrij vertaald - dat er zonder toestemming niets gepubliceerd mag worden over beursgenoteerde ondernemingen, tenzij door een journalistiek die dat doet conform de Beroepscode voor de Journalistiek. Heeft de Raad nu bewust het woord 'code' omzeild om juridificering van de Leidraad te voorkomen? En, denken we dat dit gaat werken? Ik weet dat al meerdere van mijn collega's bij beursgenoteerde ondernemingen de juristen in stelling hebben gebracht. Wanneer dat jurisprudentie oplevert, wordt het ook interessant voor andersoortige organisaties om aan te haken. De Raad zelf blijft mijns inziens tandeloos, maar haar Leidraad zou nog wel eens de nodige zeggingskracht kunnen krijgen.
Download zelf de leidraad op www.rvdj.nl
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!