Wenkend perspectief voor woordvoerders en andere loonslaven in de communicatie. Op een dag zeg je je baan op, of je baan zegt jou op, en voor je het weet staan de eerste honderd pagina’s van een ijzingwekkend spannende misdaadroman op papier. Je laat ze lezen aan vrienden en familie en gesterkt door hun enthousiasme ga je door. Dan ligt er ineens een boek. Je belt een uitgever. Die zegt volmondig ja, en voor je goed en wel beseft wat er aan de hand is, ben je succesvol misdaadauteur en wordt je boek overladen met Vlaamse en Nederlandse prijzen.
Feit of fictie? Het eerste. Twee jaar geleden stopte Jan Van der Cruysse ‘plots’ – aldus een kop in de Vlaamse krant De Morgen – na een loopbaan van ruim 20 jaar als woordvoerder bij Brussel Airport. Daags na zijn vertrek toog hij min of meer tot zijn eigen verrassing aan het schrijven. Een jaar later lag Bling Bling in de winkel. Zijn debuutroman over een Diamantroof in India. De kranten zijn laaiend positief. ‘Met Bling Bling heeft de gewezen woordvoerder de in slaap gesukkelde Vlaamse misdaadliteratuur in één klap wakker gemaakt. Het is een avonturenthriller met internationale allure, die gewoon smeekt om verfilmd te worden’, aldus de Gazet van Antwerpen.
Het boek won vrijwel alle misdaadprijzen die er in de Lage Landen te winnen zijn, waaronder recent de Nederlandse Schaduwprijs. Inmiddels is opvolger Bling Bling 2 uit. Even dik als het debuut, dezelfde ‘Dostojevskiaanse’ veelheid aan kleurrijke personages, nieuwe verwikkelingen, een andere scene of the crime. In Bling Bling 2 is Zaventem de plaats waar een grote diamantroof plaatsvindt.
Terreuraanslag
Zaventem. Het is bekend terrein voor Van der Cruysse. Hij stond de Vlaamse en internationale media de laatste twee decennia vanaf de luchthaven veelvuldig te woord. Navrant genoeg vlak bij de plek waar de bom afging, tijdens de terreuraanslag, nu ruim een jaar geleden. Hij schreef er een veelbesproken blog over, waarin hij fel uithaalde naar de ingewikkelde bestuurslagen en het gebrek aan samenwerking in zijn land. Over de volgens velen slecht georganiseerde communicatie na de terreuraanslag wil hij liever niet spreken. ‘Had ik het anders gedaan? Ja. Was het dan beter gegaan? Dat weet ik niet. De manier waarop er gecommuniceerd wordt is ook niet altijd hoe de communicatieafdeling het wil. De overheid heeft in deze crisis zonder twijfel veel van de communicatie naar zich toe getrokken.’
Mr Brussel Airport
Van der Cruysse is in Vlaanderen een bekend gezicht op tv. Mr Brussel Airport. Om de haverklap was hij in beeld. Soms elke dag. Zijn handelsmerk: een fluo, wat Vlaams is voor een fluorescerend geel veiligheidsjack, in ons land bekend van parkeerwachters en mensen in de bouw. Nuchter: ‘Ik had dat jack een paar keer aan vanwege veiligheidsvoorschriften en heb het op zeker moment als ik op tv was altijd aangedaan. Het zag er een beetje uit alsof ik net onder een vliegtuig gekropen kwam. En niet uit een ivoren toren. Het droeg bij aan de geloofwaardigheid. Zeker, voor een stukje heb ik dat bewust gedaan. Het is inmiddels overgenomen door vrijwel elke woordvoerder in de transport. Ik zie nu overal die fluo’s opduiken.’
Bekend tv-gezicht
Waarom de woordvoerder van de nationale luchthaven nu precies kon uitgroeien tot een bekend tv-gezicht – een echt antwoord heeft Van der Cruysse niet. ‘Vroeger had je Sabena, vergelijkbaar met KLM. Dat werd direct geassocieerd met luchtvaart. Toen dat wegviel, kwam daar een bedrijf voor in de plaats dat iedereen en niemand kende. Brussel Airport. Ik ben in het oog van de storm terechtgekomen, en ben daar zeventien jaar niet meer uit geweest. Ik heb heel hard geïnvesteerd in mijn relatie met de media. Dat betaalt zich terug. Ze weten je te vinden. Zelfs als er iets gebeurde op een luchthaven in Indonesië, belde men mij. Het kwam ook doordat ik werkte bij een bedrijf dat altijd recht in zijn schoenen stond. Het is geen bedrijf dat een loopje neemt met de klant, maar juist veel belang hecht aan een goede relatie met alle stakeholders, passagiers, airlines en de media. Dan sta je veel sterker als communicatieman.’
Rijen in de vertrekhal
En dan – er waren ook voortdurend incidenten op Brussel Airport. ‘Ik denk dat je als woordvoerder op een luchthaven in drie maanden meer crises meemaakt, dan een collega in een andere sector tijdens zijn hele loopbaan. Er zijn 260 bedrijven gevestigd, er is er altijd wel een tussen waar het rommelt. De stakingsdrempel op zo’n luchthaven is zeer laag, het heeft ook meteen effect. Als een koekjesfabriek het werk neerlegt merkt niemand daar de eerste maanden iets van. Als het hier gebeurt, staan er binnen tien minuten rijen in de vertrekhal.’
Schietpartij
Winterproblemen, sociale conflicten, een crash, een occasionele schietpartij – Van der Cruysse heeft alles meegemaakt. ‘Het aantal situaties loopt in de vele tientallen. Het aantal incidenten in de honderden. En als je er dan telkens bent voor de media, als je er geen punt van maakt om steeds bereikbaar te zijn, dan weten ze jou te vinden als een betrouwbare partner, die ook bereid is om toelichting te geven als er minder prettig nieuws is. Zo krijg je vertrouwen.’
Stinkende best
Toch wil hij benadrukken: ‘Het ging nooit om mij. Ik heb het altijd als een eer beschouwd om die 20.000 mensen in de media te mogen vertegenwoordigen. Ik heb er niet om gevraagd om dat te doen, het was mijn job. Je moet je er in zo’n baan heel erg bewust van zijn dat je niet alleen een bedrijf vertegenwoordigt, maar het imago van 20.000 mensen die elke dag hun stinkende best doen om op een goede manier hun brood te verdienen en om er voor de klanten te zijn.’
Horizonten
Toch klapte het na 20 jaar tussen Brussel Airport en zijn woordvoerder. Van der Cruysse wil niet al te veel kwijt over zijn vertrek. ‘Vlak voordat ik wegging ben ik nog woordvoerder van het jaar geworden. Maar dan kom je op een punt... twintig jaar is een hele lange tijd. Zelfs in de beste huwelijken kan het zijn dat je andere horizonten opzoekt en uit elkaar groeit. Dat is één reden. En twee: ik wilde na al die jaren ook nog eens iets anders doen.’
Crisiscommunicatie
Inmiddels is hij als zelfstandige actief bij RCA Group, een van de grootste adviesbureaus van België, met klanten als Coca-Cola en BP. Zijn specialisme: crisiscommunicatie. Het moment van dit interview moet ook enkele keren worden uitgesteld vanwege een bijna uitslaande brand bij een van zijn klanten.
Van der Cruysse werkt fulltime voor RCA. Zijn thrillers schrijft hij in zijn vrije tijd. ‘s Avonds als de eettafel is afgeruimd. ‘En dan wil je wel eens doorgaan tot in de kleine uurtjes, tot de randen van de dag. Dus ik doe dat niet elke dag, want tussen zes en zeven gaat hier de wekker. Gelukkig zijn er nog de weekenden.’
1.000 pagina’s
Die beperkte hoeveelheid vrije uren weerhield de communicatieadviseur er niet van om tot nu toe meer dan 1.000 pagina’s bij elkaar te tikken. ‘Ik schrijf gemakkelijk. Het is ook altijd mijn droom geweest om een boek te schrijven. Ik wist altijd wel dat ik een goede pen had. Ben een aantal jaar journalist geweest. Maar een roman schrijven is toch iets anders. Ik ben gewoon gaan zitten en schrijven. En toen ik eenmaal een stevig pak papier had geschreven en mijn familie en vrienden me aanmoedigden om door te gaan, dacht ik: ik klooi nog maar even door.’
Subiet stoppen
Hij wilde een roman schrijven die hij zelf graag zou willen lezen. Zeker geen literatuur. ‘Als mijn boeken bij de Nederlandse les op school besproken worden, dan stop ik subiet. Ik wil mensen een paar dagen amuseren.’ Jaloers op literaire verkoopsuccessen als Het smelt van Lize Spelt is Van der Cruysse niet. ‘Je gaat met thrillers niet snel rijk worden. Spelt verkoopt 160.000 boeken. Ik zit daar ver, ver vandaan, ondanks de prijzen die ik heb gekregen.’ Maar: ‘Als ik met de boeken mijn gezin zou kunnen onderhouden, stopte ik onmiddellijk met werken. Want dit is wel wat ik het liefste doe.’
De top-3 vakantieliteratuur van Jan Van der Cruysse
Welke boeken neemt een communicatieadviseur annex thrillerschrijver mee als hij op vakantie gaat? Geen misdaadromans, zo blijkt.
● Op 1 staat ‘alles van Bill Bryson’. De Amerikaanse schrijver van onder andere Een kleine geschiedenis van bijna alles. Van der Cruysses favoriet is The Lost Continent. ‘Deze vakantie neem ik The Road to Little Dribbling mee.’
● Op 2. Science fiction. Dune van Frank Herbert. ‘Meesterlijk, meesterlijk. De verfilming lijkt nergens op, maar het eerste boek zou verplichte kost moeten zijn na de Bijbel.’
● Op 3. Het werk van James Hadley Chase. Al wat ouder, en moeilijk verkrijgbaar. ‘Omdat hij schrijft vanuit het perspectief van gewone mensen die door een twist of fate in vreselijke omstandigheden terecht zijn gekomen.’
Diamantroven
Dat Bling Bling over diamantroven gaat, kan geen toeval zijn. Van der Cruysse maakte er maar liefst vijf mee in zijn tijd op Brussel Airport. Allemaal van vrij recente datum en allemaal vlak na elkaar. ‘Tussen 2005 en 2008 vond een aantal diamantroven plaats door menen die op de luchthaven zelf werkten en die dachten een makkelijke schnabbel te verdienen door wat diamantzendingen mee naar huis te nemen. Dat liep in alle gevallen faliekant slecht af en snel ook. In de meeste gevallen werden ze na enkele dagen in de boeien geslagen. Omdat het amateurwerk was.’
Schiphol
Vijf berovingen op enkele jaren zijn overigens geen cijfers waar men van op moet kijken, vindt hij. ‘Ook op Schiphol vindt zoiets geregeld plaats. Nog niet zo heel lang geleden nog. De reden ligt voor de hand. Met Antwerpen als diamanthoofdstad van de wereld, zijn Schiphol en Zaventem de dichtstbijzijnde en meest logische plekken voor transport. Belangrijke taak van de woordvoerder bij een grote diamantroof was om onderscheid te maken tussen de veiligheidsvoorschriften die voor reizigers gelden en de veiligheidsregels voor diamantvervoer.’
Bankkluis
Kernboodschap, aldus Van der Cruysse: ‘Een luchthaven is geen bankkluis. Het is een plek waar elk jaar 20 miljoen passagiers voorbijkomen, waar elke dag 50.000 tot 60.000 passagiers en 20.000 personeelsleden zijn. Je moet een precair evenwicht vinden tussen de flexibiliteit van de luchthaven en de veiligheid van reizigers en medewerkers. Als het om luchtveiligheid gaat, is dat gemakkelijk. Daar zijn internationale regels voor, zodat jij zeker weet dat die ongeschoren meneer met die tulband naast je in het vliegtuig het beste met je voor heeft. Maar de regels voor de veiligheid van diamanttransporten zijn van een heel andere orde. En die worden vaak door elkaar gehaspeld. De luchthaven wordt verondersteld te voldoen aan eisen waar ze niet aan kan voldoen.’
Dat klinkt alsof Van der Cruysse in zo’n geval vooral bezig was de reputatie van de luchthaven veilig te stellen. Kort: ‘Ja, daar ben ik daar toch voor?’
Oezbekistan
Welke stappen doorloop je dan tijdens zo’n crisis? Van der Cruysse lepelt het moeiteloos op. ‘Eerst vaststellen wat er gebeurd is, een omgevingsanalyse maken. Wat zijn de feiten, wat zijn de gevolgen, welke interventies vinden er plaats, wat hebben die opgeleverd, hoe vermijden we dat het opnieuw gebeurt, zijn er dingen die momenteel nog fout lopen? Tegen de tijd dat je de feiten boven tafel hebt, ben je wereldnieuws. Dan staan er twintig tv-ploegen in de vertrekhal. En dan overdrijf ik niet, het zijn er wel meer geweest. Van BBC, CNN, Al Jazeera en de nationale omroep van Oezbekistan tot landen waarvan je niet wist dat ze tv hadden. Dat komt ook voor eens deel omdat we in Brussel zijn, de hoofdstad van Europa. Daar zitten heel veel correspondenten voor Europa. Dat heb je niet in Amsterdam.’
100 miljoen
Ondanks de overeenkomsten, vormde geen van de berovingen biografisch materiaal of directe aanleiding tot de roman. De roof zelf vindt hij als verschijnsel ook niet per se interessant. Althans, dat was niet wat hem tot zijn boeken inspireerde. ‘Veel interessanter is stel je hebt voor dertig of honderd miljoen aan diamanten gepikt. Wonder boven wonder is alles goed gegaan. En dan? Wat doe je dan met de buit? Of, als het je lukt om ze aan de man te brengen, wat doe je met al dat zwarte geld? Als het om zoveel miljoenen gaat, kun je echt niemand meer vertrouwen. Want het is veel gemakkelijker om die 50 miljoen euro van jou af te pakken, dan die 100 miljoen aan diamanten. Zelfs je eigen moeder kun je vanaf dat moment niet langer vertrouwen. Nou ja, ik wel, maar de gemiddelde crimineel niet denk ik.’
Bling Bling en Bling Bing 2 worden uitgegeven door Manteau.
FOTO: THOMAS SWEERTVAEGHER