CommBat, de beweging van communicatieprofessionals die de HBO- communicatieopleidingen kritisch volgt, wordt een Stichting. Voorzitter is eminence grise van het communicatievak Ben Warner. De achterliggende reden voor de formele status van CommBat is, aldus Warner: ‘Als stichting ben je net een iets zwaardere gesprekspartner dan als beweging. We werden nogal eens weggezet als en stelletje zeurkousen die zo graag afgeven op het onderwijs. Maar we zijn geen Sjors van de rebellenclub. We willen echt de diepte in met de discussie.’
Warner erkent dat CommBat de afgelopen jaren wel eens de controverse opzocht. ‘We volgen het onderwijs inderdaad kritisch. Maar dat is omdat we het vak verder willen brengen. We maken ons zorgen over de aansluiting van het onderwijs op de praktijk. Studenten worden opgeleid voor een baan die er niet is. Er zijn eenvoudigweg teveel studenten voor de vraag op de arbeidsmarkt. Of ze hebben een verkeerd beeld van hun toekomstige baan.’
Warner c.s. zien met lede ogen dat veel studenten communicatie wat hij noemt onvoldoende ‘panoramisch’ leren kijken. Als communicatieprofessional moet je een brede interesse hebben, breed georiënteerd zijn, boeken en kranten lezen. Maar daar zien ze het nut niet van in. Wij zijn ervan overtuigd dat opleidingen zwaarder naar hun aanbod en hun eisen moeten kijken. Als je geen studenten van een zeker denkniveau aflevert blijft het vak hangen op het niveau van uitvoerder.’
Ook constateert CommBat dat de opleidingen te weinig docenten met vlieguren in de praktijk hebben. Warner: ‘HBO ’s erkennen dat ook. Maar het blijft bij die constatering. Een kritisch rapport uit 2011, tot stand gekomen na pittige discussies tussen CommBat opleidingen en studenten, kreeg noch bij de HBO-raad noch bij Logeion een vervolg.’
Dat is volgens Warner een andere reden voor de oprichting van de Stichting. ‘Als anderen het niet doen, doen wij het. CommBat wordt bijgestaan door een adviesraad, waarin gelouterde communicatieprofessionals zitting hebben, zoals Douwe de Joode en Karel Winkelaar. Zij worden geacht ons gevraagd en ongevraagd van advies te voorzien.’
