Hoe kwam je in Namibië terecht?
‘Via vrienden die hier werkten en bij wie ik enkele keren op bezoek was geweest. Ik was onder de indruk van de natuur en de relaxte manier van leven hier. Aanvankelijk wilde ik in Kaapstad aan de slag, maar als Nederlandse zelfstandige is het heel moeilijk om aan een werkvergunning te komen. Ik dacht: ik neem Namibië als springplank, maar ben er nooit meer weggegaan.’
Hoe is dat, een communicatiebureau daar runnen?
‘Nou, mensen waren hier niet professioneel met het vak bezig, dus ik was al snel een specialist in dit vakgebied. Dit land is rijk aan grondstoffen, maar digitaal staat het allemaal nog in de kinderschoenen. Onder digitale marketing bijvoorbeeld verstaan ze het sturen van sms’jes.’
Je moest veel zendingswerk verrichten?
‘Jazeker, ik moest mijn eigen markt creëren. De eerste tijd heb ik veel gratis gedaan, bijvoorbeeld door bij campagnes die al liepen en waarvoor de advertising was betaald er nog de pr bij te doen. Zo kon ik de waarde ervan bewijzen. Het voordeel wel is dat alles zich hier in Windhoek afspeelt. Als ik een ceo wil spreken, is die altijd in de buurt te treffen. Er zijn hier niet allerlei lagen waar je doorheen moet.’
Wat was je eerste klant?
‘Een grote verzekeraar, een soort Nationale-Nederlanden, maar dan met Britse wortels en actief in Afrika. Zij zijn nog steeds klant, iets wat in Afrika altijd wel geldt: zolang ze geld hebben zijn ze loyaal. Maar goed, als je een paar jaar met een klant samenwerkt, denkt die ook wel eens: dat moet ik toch ook zelf kunnen. De ervaring leert dat ze vaak wel weer bij je terugkomen, simpelweg omdat ze vaardigheden blijken te missen, bijvoorbeeld schrijfvaardigheid.’
Waren er ook tegenvallers?
‘Ik moet zeggen dat ik het de eerste jaren hier wel zwaar heb gehad. Het was lastig in het begin en twee jaar geleden heb ik me ook afgevraagd: moet ik niet terug naar Nederland? Maar opeens begon het te lopen.’
Waarom ging het twee jaar terug wel lopen?
‘Veel grote ondernemingen willen wel communiceren met de Namibische markt, maar die markt is tegelijkertijd te klein voor ze om er echt iemand te hebben zitten. Die rol vervul ik voor ze. Ik werk onder meer sinds een paar jaar voor Microsoft. Dat feit alleen levert me nieuwe klanten op, die mij als een springplank naar deze markt zien.’
Zoals jij die markt ooit als springplank naar Zuid-Afrika zag?
‘Inderdaad, alleen heb ik er uiteindelijk geen gebruik van gemaakt. Ik zou hier niet meer weg willen. Het is best hard werken hier, maar je krijgt er ook veel voor terug. De gejaagdheid uit Nederland bestaat hier niet. Het is mooi en vreselijk relaxed hier. Een van de mooiste landen op aarde.’
Dit interview is ook gepubliceerd in Communicatie mei 2014.