ABN Amro komt met een nieuwe commercial. Dé nieuwe commercial. Met een beetje geluk maakt dé commercial nog deze maand z’n entree op de vaderlandse buis; wellicht op hetzelfde moment als het regeerakkoord van Rutte I laat zien hoe snoeihard de hoge kunsten (en vooral de beloningen van Hoge Kunstenaars, zie column Rob Linssen) ten onder zullen gaan.
Over beide – commercial en regeerakkoord - valt nog niet te oordelen. Rutte I staat nog in de keuken. En dé commercial van ABN Amro ligt nog op de snijtafel. Of er wordt nog opgenomen.
In de wandelgangen hoor je weleens wat. En in dit geval maken de geluiden uit de wandelgangen rondom ABN Amro me meer dan nieuwsgierig. Maar ook een beetje zenuwachtig.
Want je hoort dan toch wat over opnamen in New York, mensen die van hot naar her worden gevlogen voor een… Ja, voor wat eigenlijk? Voor de eerste echte uiting van ABN Amro sinds de bank met een historische hoeveelheid miljarden euro’s van ons allemaal overeind moest worden gehouden.
Zou er bij ABN Amro, bij het bureau van de bank, Selmore, en bij de andere adviseurs, lang zijn gediscussieerd over de toch wel bijzondere positie van de bank? Met wat voor statement kom je naar buiten als je voor het eerst sinds de financiële crisis weer serieus van je laat horen? Wat is de toon? Wat is de stijl? Wat wil je uitstralen? Mag je, als staatsbank, uitstralen dat je veel geld uitgeeft aan een commercial?
Sinds De Prooi, de bestseller van Jeroen Smit, weet iedereen in bankenland en in reclameland dat er sprake is van een ‘nie wieder’-situatie. Banken moeten eigenlijk, vindt de consument, de eerstkomende twintig jaar gewoon eens normaal doen.
Een professionele commercial kost wat centjes, da’s waar. Maar opnemen in New York voor een commercial waarin de bank gaat vertellen dat ze er weer helemaal klaar voor zijn. Ik krijg er zo’n rot voorgevoel van.
Had ik al gezegd: niet oordelen voor je iets gezien hebt?
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!