Als je binnen het online Adformatie archief op de term WC-Eend zoekt, verschijnen er bijna 40 artikelen met ‘Wij van WC-Eend adviseren WC-Eend’ in de hoofdrol. Van de verkiezing door het GVR als ‘Beste pay-off ooit’ in 2007 tot Effie nominatie in dat zelfde jaar.
Deze aan het brein van Hans van Dijk ontsproten pay-off is zozeer ingeburgerd dat het zelfs meer dan een echte advertising property werd. Zo dekte Theo Visser van Novagraaf zich ermee in in zijn artikel waarin hij pleit voor een gedegen ondernemingsbeleid op het gebied van intellectuele eigendom én marketing.
Een standpunt dat ik van harte onderschrijf. De dagelijkse praktijk laat nogal eens zien dat er te makkelijk mee wordt omgegaan. En dat is vreemd, want intellectuele eigendom (merken- en auteursrechten, vormrechten en octrooien) is wezenlijk voor merkwaarde en daarmee voor winstpotentie en uiteindelijk de waarde van ondernemingen.
Het is juist die grote waarde die in het geval van onze WC-Eend tot juridische discussies en strijd heeft geleid tussen Global Duck, de eigenaar van WC-Eend, en Bolton Nederland, dat al tientallen jaren op basis van een licentie de Eend op de Nederlandse markt brengt.
Bolton genoot een grote mate van vrijheid, maar ging naar het oordeel van Global Duck op enig moment te ver.
Onder andere door allerlei termen, zoals Energy en Intense, aan het merk toe te voegen.
De rechter vindt echter dat het gaat om beschrijvende termen, waarmee aan het product een nadere kwalificatie wordt gegeven. Er is dan geen sprake van merknamen. En evenmin strijd met de licentieafspraak. Tenzij zo’n kwalificatie zo groot en opvallend wordt ingezet dat het de merknaam overvleugelt.
Tevens registreerde Bolton zonder toestemming de pay-off en de domeinnaam wceend.nl.
Het vastleggen van een domeinnaam vindt de rechter in eerste instantie uitstekend passen binnen de taken van de licentienemer Bolton. De rechter in beroep is het hiermee eens, mits Bolton bereid is mee te werken aan overdracht aan de licentiegever.
De rechter oordeelt wel negatief over het feit dat Bolton de pay-off op eigen naam als merk heeft gedeponeerd. Hij verplicht Bolton tot onvoorwaardelijke overdracht, maar vindt één en ander onvoldoende zwaarwegend om ontbinding van de overeenkomst te kunnen rechtvaardigen.
Die eis tot ontbinding was trouwens vooral ingegeven door het feit dat Bolton buiten Nederland onder eigen merknaam (WC-Net) een zelfde product als WC-Eend op de markt brengt, dat er bovendien nagenoeg het zelfde uitziet. Daarbij spelen de Brand Equity Standards van Duck Global een belangrijke rol. Naar het oordeel van de rechter dient Bolton zich daaraan te conformeren. Maar omdat partijen daarover nog met elkaar in discussie waren en al zolang samenwerken, spreekt hij de verwachting uit dat ze daar met elkaar wel uitkomen.
Deze zaak maakt het belang duidelijk van een goede omschrijving van wat een licentienemer wel en niet is toegestaan. Niet alleen vanwege verwatering van je merk maar ook van je product. Je helpt met een licentie immers een potentiële concurrent in het zadel. En dat kan uiteindelijk grote impact op de waarde van je onderneming hebben.
Vanwege dat belang neem ik, Frans Blanchard, graag het risico voor lief ervan te worden beschuldigd dat ‘Wij Juristen adviseren Juristen’ hierbij in te schakelen.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!