Na Carin Verbruggen en Ferry Drenthem Soesman heeft film- en fotografieproductiemaatschappij Hazazah met Jasper Abels nog een modefotograaf (en visueel kunstenaar) gestrikt. Waar het duo de ambitie heeft om ‘modefilm’ naar een hoger plan te tillen, wil Abels – die vanaf 23-jarige leeftijd al voor bladen als Vogue en Vanity Fair en merken als Dior en Chanel werkte en afwisselend in New York en op het Nederlandse platteland woont – droomwerelden voor merken creëren waarin de natuur een belangrijke rol speelt.
Abels: ‘Ik heb voor Hazazah gekozen, omdat de naam alleen al als een magische toverspreuk klinkt. Daarnaast wil ik meer een voet te zetten in de video- en filmwereld en hoop ik mijn modische sausje vaker toe te passen op commerciële campagnes. Als kind was ik al gefascineerd door de natuur, waaruit een voorliefde voor dieren, fabels en mythische figuren is ontstaan. Ik denk dat we in een tijd leven waarin hoop en dromen belangrijk zijn; dat we de lichtpuntjes moeten benadrukken en bewustwording creëren, die merken en consumenten een positieve richting geven.’
Over hedendaagse sprookjes heb je gezegd dat je daarvan vaak schrikt omdat ze ‘alleen maar mooi zijn’. Wat bedoel je daar precies mee?
‘Een sprookje is nooit alleen maar mooi en gelukkig, of het nu het donkere bos is waar je eerst doorheen moet, of de giftige appel die je even moet wegslikken, zonder de donkere kant is er geen verlichting. In mijn fotografie zie je de modellen dromen, soms droevig kijken of ik zorg ervoor dat het perfecte plaatje een toevoeging krijgt waardoor er meer imperfectie is; dat is veel interessanter, poëtischer dan het perfecte plaatje. Juist het contrast wekt het beeld tot leven.'
Tot slot, zowel jouw broer als zus zijn overleden – ik ontkom er niet aan die vraag te stellen in het licht van jouw werk. Welke invloed heeft dat op jouw fotografie en regie?
‘Ik ben ooit, ver voor hun overlijden, begonnen met het fotograferen van sprookjes waarbij de prinsessen suïcide pleegden. Hoe dit samen heeft kunnen vallen, is voor mij nog steeds een raadsel; noem het toeval, noem het het onbewuste. Ik ben hoe dan ook dagelijks bezig met het verlies en met het leven in mijn eigen droomwereld. Juist deze combinatie zorgt er wellicht voor dat mijn werk een extra lading krijgt – ik maak zelden “gewoon” een mooie foto, er zit altijd dromerigheid en/of een randje in. Ook in mijn autonome werk speelt het overlijden een belangrijke rol; ik heb verschillende beelden gemaakt waarbij ik een hint geef naar mijn verdriet. Ik hoop met mijn beelden en verhaal mensen vooral te inspireren dat hoe zwaar het soms ook kan zijn, er altijd licht is aan het eind van het donkere bos.’