De farmaceutische industrie wil een beter imago, lezen wij vandaag in Trouw. Nefarma, de koepel, begint vandaag met een advertentiecampagne over de zegeningen van de pillenindustrie. Drie grote advertenties vol lange teksten liggen klaar voor plaatsing in enkele kranten. Ze vormen een weerwoord van Nefarma op aanhoudende kritiek op de bedrijfstak. Joop Bouma, verslaggever van Trouw en onvermoeibaar in zijn strijd tegen de cadeaucultuur in deze branche, interviewt René Peters, interim-directeur van de branchevereniging. Het levert enkele opmerkelijke citaten op.
Peters: ‘Wat mij opvalt is, dat de aandacht altijd is gericht op ons, terwijl er in de gezondheidszorg meer leveranciers actief zijn waarover ook wel iets te zeggen zou zijn.' U bedoelt de leveranciers van medische hulpmiddelen? 'Nee, ik wil hier niet zeggen dat het in die branche niet goed zou zitten. Dat is niet aan mij. Maar ik weet wel dat de geneesmiddelbranche in Nederland de strengst gereguleerde bedrijfstak is. Dat hebben andere sectoren in de gezondheidszorg niet. Probleem is: als je eenmaal een slechte naam hebt, mag je 'm houden. Jaren geleden zijn artsen door farmaceutische bedrijven uitgebreid gefêteerd, met dure reisjes, bezoeken aan congressen. Die tijd is allang voorbij. Maar dat imago kleeft nog steeds aan de sector. Er zijn de afgelopen periode te veel, eenzijdige, negatieve publicaties geweest.’
Is er echt zo veel veranderd, of speelt het gunstbetoon zich tegenwoordig minder aan de oppervlakte af?
'Nee, is er veel veranderd. Het hele probleem zou natuurlijk opgelost zijn als artsen niks meer zouden aannemen. Maar áls er nu nog wat gebeurt dat niet door de beugel kan, dan zijn dat incidenten.’
Het ligt dus aan de artsen. En in de rest van de gezondheidszorg lopen nog veel grotere schurken rond. Nee, dat komt wel goed met dat imago.
Geef die man een goeie voorlichter.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!