Alle (vrouwen met) ballen verzamelen!

Daar zat ik dan. Met twaalf vrouwen om me heen. Twaalf vrouwen en ik. Samen in één hok. Van over heel het land waren ze gekomen, Assen, Weert, Den Haag, Nijmegen. Een voor een druppelden ze de vergaderzaal binnen. - de prachtig gerestaureerde wachtkamer bij het Eersteklasrestaurant aan het Amsterdamse Centraal Station. Zouden ze wel een beetje lief voor me zijn? Zouden ze me dulden? Zouden ze de macht niet grijpen? Het roer overnemen?

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

Het waren tenslotte vrouwen met ballen. Vrouwen met lef, pit, karakter. Vrouwen die liever varkentjes dan vuile lakens wasten! Vrouwen die knopen doorhakten, in plaats van ze aan te naaien. Vrouwen die – ja, dat durf ik wel te zeggen - hun mannetje stonden! Alleen was ik – helemaal alleen met twaalf vrouwen die stuk voor stuk van aanpakken wisten.

Mij zouden ze toch niet aanpakken?

Ik bedoel - ik had die discussie tenslotte heel politiek-correct – en vanuit een diepgevoelde emotie over de ongelijke positie der communicatievrouwen - aangezwengeld? Ik was een beetje één van hun, eigenlijk.

Gelukkig, ze leken goed gestemd. Ze knikten vriendelijk dat ik kon beginnen.

Al snel kwam de discussie op gang. Het over de uitgangspunten van het vrouwennummer. Over de tone of voice – en dat die niet te verdedigend moest zijn. Het ging over beleving, over emotie en over hoe vrouwen met ballen zich moesten manifesteren. Kiest de vrouw die ook wel eens vooraan wil staan nu wel - of juist niet voor de mannelijke variant - opgezwollen spierbundels, lagere stem, turbotaal, ellebogen en noem die hele o zo doorzichtige trukendoos van de Haan maar op. ‘Hm’, zeiden sommigen. ‘Abject’, riepen anderen.

Het dreigde een gezellige middag te worden.

‘Ho’, riep ik, tot mijn eigen verbazing. ‘Stop! We hebben nog maar 2,5 uur. Dit gaat alle kanten op. Dit is een brainstormsessie, geen vrouwenpraatgroep. Ik wil een nummer maken!’ Ik zei ook nog dat het heel anders vergaderde met mannen. Maar wat ik daarmee nu precies bedoelde, weet ik niet meer.

Ik snap ook niet dat ik het überhaupt durfde.

Daarna ging het snel. Een van de vrouwen aan tafel deed een ordevoorstel en daar hield iedereen zich keurig aan. Namen van potentiële columnisten werden genoemd - Annemarie van Gaal, Carolien Gehrels, Barbara Beukering van Het Parool, Clairy Polak van eh….. De ideeën vlogen over tafel. Zoals die om een topzoveel van inspirerende vrouwen binnen en buiten het vak samen te stellen. Of het verhaal over duo’s: zij als topvrouw (ceo/minister), hij als voorlichter. Of andersom. En hoe dat dan werkt. Ook aardig: de communicatieafdeling waar maar één man werkt, tussen bosjes vrouwen. Onder kop: lekkere vent gezocht. Of een artikel over communicatie- en marketingcampagnes specifiek gericht op vrouwen. Ach, er was zoveel. Maar ik zal niet alles verklappen. Andere bladen lzen mee. Bovendien: het is nog kneedbaar, dat nummer.

Na afloop vroegen ze allemaal of het een beetje ging. En of ze me goed geholpen hadden.

Kijk, dat zou een man nou nooit vragen.

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie