Er is al heel veel geschreven over YouTube en dat gaan we hier niet overdoen, maar afgelopen zaterdag stond er wel een interessant stuk in het Belgische De Tijd over de internetvideo-aanbieder.
Met name de vraag naar het business model is boeiend.
Inmiddels heeft YouTube meer dan 100 miljoen videoclips, waar er dagelijks 65.000 bijkomen, en 20 miljoen maandelijkse bezoekers. Maar dat kost wel bandbreedte en opslagruimte.
Tegenover de enorme opslagkosten staan verrassend weinig of geen inkomsten.
Om zijn bezoekers niet te bruskeren, waagt YouTube het niet commercials toe te voegen aan zijn clips. Sommige concurrenten laten elke clip beginnen met een korte commercial, wat veel bezoekers afschrikt.
YouTube experimenteert met twee alternatieve advertentiemodellen. Een eerste model werkt met gesponsorde kanalen, waar film- en platenmaatschappijen eigen content (en advertenties) kunnen plaatsen. Een voorbeeld is de webpagina van Warner Brothers voor de promotie van Paris Hiltons nieuwe album.
Een tweede model is de commercial als een clip zoals elke andere beschouwen. De 'kijkers' kunnen er via een rating dan hun oordeel over vellen. Op die manier krijgen de YouTube-fans het gevoel inspraak te hebben over welke advertenties al dan niet kunnen.
De vraag die iedereen heeft is wanneer de oprichters Hurley en Chen langs de kassa gaan. Net zoals de mediamagnaat Rupert Murdoch de erg populaire community-site MySpace overnam, kan dat ook gebeuren met YouTube.
Feit is dat de 11,5 miljoen dollar (9 miljoen euro) die YouTube meekreeg van durfkapitalist Sequoia Capital, op een gegeven moment opraken.
Het bedrijf telt nu al een zestigtal werknemers en moet sinds kort maandelijks naar schatting 1 miljoen dollar betalen voor de bandbreedte die het nodig heeft om zijn ruim 100 miljoen clips over de informatiesnelweg te jagen.
Een beursgang kan een oplossing bieden. Die beursgang maakt van Chen en Hurley wellicht multimiljonairs, net zoals dat gebeurde met Sergey Brin en Larry Page van Google.
Hoeveel is YouTube echter waard?, vraagt De Tijd zich af.
Dat was tot voor kort onmogelijk in te schatten, maar de recente overname van Grouper.com, een kleine concurrent van YouTube, bracht daar verandering in. Het Japanse Sony had 65 miljoen dollar over voor Grouper, dat een marktaandeel van amper 1 procent heeft.
Het aandeel van YouTube bedraagt ongeveer 43 procent. Dat wil volgens sommige waarnemers zeggen dat YouTube een slordige 3 miljard dollar waard is.
Maar de concurrentie zit ook niet stil. Onder de indruk van YouTube's bezoekijfers, hebben de grote partijen zich op de videomarkt gestort.
Zowel Yahoo! als Google starten met een videodienst, en ook Micosoft is ermee bezig.
Zoals steeds met nieuwe internetinitiatieven, worden ook de aanbieders van videosites geconfronteerd met tegenstanders.
Sommigen vragen zich namelijk af hoe het moet met wat De Tijd 'het broneffect' noemt. Als iedereen (al dan niet gemanipuleerde) filmjes kan dumpen op een populaire website als YouTube, hoe kan de gemiddelde gebruiker dan nog het verschil tussen realiteit en fictie maken?
Wat is het effect als iemand journaalbeelden of documentaires gaat vervalsen en ze vervolgens op een site als YouTube zet?
Zoals steeds wordt vooral gerekend op een zekere zelfregulering en relativering van de gebruikers.
Maar de vraag is of dat altijd en/of afdoende werkt....
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!