Dat blijkt uit de twaalfde Yearly Marketing Survey 2015 van The House of Marketing en de Unie van Belgische Adverteerders.
Uit dit onderzoek blijkt dat marketeers meer vertrouwen hebben in de toekomst dan de consument en dat omnichanneling wel eens de ideale aanpak kan zijn in disruptieve tijden.
Steeds mondigere consumenten
Marketeers worden op tal van vlakken geconfronteerd met disruptie: baanbrekende marketingtechnologieën, big data, nieuwe businessmodellen, steeds mondigere consumenten... 84 procent van de respondenten geeft aan dat digital een intrinsiek deel van de consumentenervaring uitmaakt. De consument heeft een voorsprong op de marketeer als het gaat om het omarmen van nieuwe technologieën.
Volgens de onderzoek zal het aandeel online media in het marketingbudget evolueren van gemiddeld 22 procent naar 26 procent in de nabije toekomst. Ter vergelijking: in het Verenigd Koninkrijk wordt nu al gesproken van 40 procent tot 50 procent.
Paid media
De paid media waarvoor de meeste marketeers dit jaar extra budget zullen uittrekken zijn online advertising via social media, mobile, search engine advertising en online video advertising. In televisie en radio behoudt de marketeer het vertrouwen. In het grootste medium, televisie, gaat het zelfs om een ommekeer: waar vorig jaar het vertrouwen slonk, slaat de klepel dit jaar de andere richting uit, aldus de onderzoekers.
Extra budgetten zijn nog steeds beperkt, waardoor traditionele media slachtoffers zijn van de budgetverschuivingen. Maar toch gaat het grootste deel van het marketingbudget nog altijd naar offline.
Location based marketing
Location based marketing is ook nog onontgonnen terrein. 65 procent geeft aan dat het belangrijk is, al is slechts 21 procent tevreden over de resultaten die ermee behaald worden.
Bang om vertrouwde strategie los te laten
De favoriete tactische en strategische middelen van de Belgische marketeers om disruptie aan te pakken blijven zeer traditioneel. Dus geen innovatieve recepten als samenwerking met start-ups of het ontplooien van wendbare marketingprocessen.
Slechts 32 procent geeft aan te kiezen voor revolutie door voornamelijk een volledig nieuwe strategische richting te kiezen. 40 procent verkiest evolutie (combinatie zelfde en nieuwe richting) en maar liefst 28 procent zegt de strategie totaal niet te willen wijzigen. Deze eerder conservatieve houding heeft volgens de onderzoekers ongetwijfeld te maken met een gebrek aan kennis en kunde (50 procent) en een onaangepaste bedrijfscultuur (47 procent). Maar de vraag is hoe een bedrijf disruptie kan omarmen als het dezelfde strategische richting blijft volgen.
Omnichannel
74 procent geeft aan te geloven in een omnichannelorganisatie omdat het tot meer gebruiksgemak leidt, meer keuzemogelijkheden biedt, de klantenervaring optimaliseert en omdat een organisatie zich ermee onderscheidt van de concurrentie. Maar slechts 22 procent geeft aan op schema te zitten om omnichannel te worden.
De overige bedrijven worstelen vooral met de invoering van een klantgerichte in plaats van een productgerichte aanpak, ervaren een gebrekkige integratie van de marketingtechnologieën en kunnen moeilijk consumentendata over kanalen, afdelingen en landen heen delen.
Kantelpunt voorbij
Het management is meer en meer overtuigd van het belang van verandering, zien de onderzoekers. 75 procent ziet het management dan ook niet langer als een obstakel om het hoofd te bieden aan disruptie. Daarenboven steeg de Marketing Confidence Index (MCI) naar +5. De MCI reflecteert wat marketeers denken over hun budgetten en de samenstelling van hun teams.
De MCI staat haaks op de Consumer Confidence Index, die momenteel op -5 staat. De marketeers kunnen met hun herwonnen zelfvertrouwen de negatieve consumententrend ongetwijfeld doen keren.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!