Is de nieuwe visuele identiteit van Oi de toekomst van huisstijlontwerp?

De huisstijl van het Zuid-Amerikaanse telecombedrijf beweegt tussen dynamiek en starre regels.

werkt al sinds 2001 voor Oi, een ambitieus merk op het gebied van mobiele telefonie. Oi (‘Hallo’ in het Portugees) is met zo’n 75 miljoen klanten het grootste telecombedrijf van Zuid-Amerika. Vijftien jaar geleden ontwikkelde Wolff Olins de nieuwe visuele identiteit voor Oi. Het ontwierp daarmee een van de grote succesvolle dynamische identiteiten.

Na vijftien jaar was het tijd om de stijl op te frissen. Wolff Olins werd gevraagd om een nieuwe impuls te geven aan de visuele identiteit. De basis bleef hetzelfde. Maar het Engelse designbureau voegde er nieuwe dimensies aan toe. Letterlijk. De basis van de huisstijl wordt sinds het begin gevormd door een tekstballon met daarin het woord ‘oi’. In de kwam die tekstballon in een beperkt aantal vormvarianten.

In de nieuwe huisstijl zijn, binnen een vastgesteld kader (zie de filmpjes op deze pagina), duizenden vormen mogelijk. Daarnaast kreeg de huisstijl een rijker kleurpalet en de mogelijkheid om die in verloop toe te passen. Dat laatste zorgt ook voor een meer driedimensionaal beeld.

Samenwerking met Onformative
Wolff Olins werkte in dit project samen met , designstudio voor ‘digital art and design’. De bureaus ontwikkelden samen een logoconcept dat wordt gegenereerd door geluid. Een logisch vervolg op het oude concept voor het logo uit 2001. Onformative ontwikkelde de software die het mogelijk maakt dat iedereen zijn eigen unieke versie van het logo kan maken en bewaren door te praten, te schreeuwen, te klappen of door muziek te maken.

Vorm en kleur van het logo worden bepaald door de diepte van de stem en het volume van het geluid. Zo zal een hoge stem leiden tot een ranker en lichter logo. Terwijl een diepe stem een donkerder en zwaarder logo oplevert.

Maar wat moet je daarmee?
Dat is een goede vraag. Het wordt uit de beschikbare informatie niet helemaal duidelijk hoe en waar dat nuttig is. De voornaamste reden om dit logo te ontwikkelen is volgens Campbell Butler van Wolff Olins een ‘menselijke’ reden. “It’s wonderful to talk to a blob and watch it respond in different ways.” Hoe dat het merk verder helpt weet ik ook niet goed, maar dat is dan ook niet de reden om dit artikel te schrijven.

Visuele identiteit in de toekomst
Een goede visuele identiteit ontwikkelen voor een organisatie is voor veel ontwerpers gesneden koek. Maar hoe je ervoor zorgt dat zo’n identiteit ook online goed werkt, dát is een nog vrijwel onontgonnen gebied. Organisaties en hun bureaus worstelen daarmee.  Zolang je zelf alle vat hebt op de context – een website, een beurs, een jaarverslag, een pand - waarin de visuele identiteit een rol speelt, komt het wel goed.

Maar hoe je in deze tijd van content vorm geeft aan tekst, foto en film, op zo’n manier dat je organisatie erin herkend wordt… Of hoe je ervoor zorgt dat je optimaal gebruikt maakt van andere dimensies dan die van het platte vlakke, zoals in beweging, dynamiek en geluid, oftewel alle mogelijkheden die het Internet je biedt… Dat zijn veel lastiger vragen.

Tussen dynamiek en starre regels
Dat Wolff Olins ook nog niet alle antwoorden heeft blijkt uit de . De huisstijl veronderstelt dynamiek en spontaniteit. Maar in een handleiding van 113 pagina’s wordt uitgebreid en in detail beschreven waar huisstijluitingen aan moeten voldoen. Dat staat bijna haaks op het hele uitgangspunt van de huisstijl. Kijk voor de grap ook eens op pagina 22 over het logo en plaatsing daarvan op verschillende ondergronden.

Dat is volstrekt onhoudbaar en verre van werkbaar.

Zijn dit soort uitgebreide handleidingen in deze tijd überhaupt nog werkbaar?


Een kijkje in de toekomst
Maar het is flauw om de huisstijl en de bureaus die eraan gewerkt hebben daarop af te rekenen. Wolff Olins en Onformative geven ons een blik in de toekomst van huisstijlen. Zij hebben een interessante stap gezet. Het zet je aan het denken: Hoe communiceren organisaties in 2025 met hun stakeholders? Hoe uiten zij zich dan? Hoe zien visuele identiteiten er dan uit? In welke dimensies komt een visuele identiteit tot uiting?

En de belangrijkste vraag aan onszelf: wat vraagt dat van ontwerpers en hun opdrachtgevers? 

 

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie