‘Bestelen aan de bar’, ‘Bami of nasi met vegetariër’, ‘Sorry for the incontenence’. Het begon als een grap, een Facebookpagina voor vrienden en kennissen met taaluitglijders in het wild. Inmiddels is Taalvoutjes met momenteel 934 voorkeurstemmen koploper in de strijd voor de Publieksprijs 2013. Taal is leuk, kennelijk.
Wat hielp bij de hoge notering is dat Vellah Bogle en Inger Hollebeek, initiatiefnemers en oprichtsters van Taalvoutjes, hun contacten én fans aanspoorden via Facebook, Twitter en de nagelnieuwe website die zaterdag live ging. Het aantal stemmen zit nog in de lift, en we gaan zien of Taalvoutjes de voorsprong vasthoudt tot in november, de maand van de AIA-prijsuitreiking.
Het gaat vaak en veel mis
Samen met Inger Hollebeek maakte Vellah begin 2012 serieus werk van Taalvoutjes. Toonden ze tot die tijd taalmissers in kleine kring, inmiddels hebben ze meer dan 171.000 vind-ik-leuks en rollen de ‘voutjes’ massaal binnen. Uit alle hoeken en gaten sturen mensen foto’s. Het gaat vaak en veel mis overal rondom ons – in de krant, in etalages, op gele gemeenteborden, op briefjes achter een raam, bij aanbiedingen in de supermarkt. Eigenlijk overal waar schriftelijk gecommuniceerd wordt.
Kroepoep
“Het begon op 16 februari vorig jaar met dt-fouten en ongebruikelijke zinsconstructies in de krant. Albert Heijns ‘kroepoep’ zorgde kort daarop voor een rappe stijging van tweehonderd naar achthonderd Facebookfans. Het mooie was dat mensen zelf afbeeldingen gingen plaatsen. De interactie werd zo steeds groter.” Twee maanden geleden bracht Taalvoutjes een app uit voor gebruikers zonder Facebook of Twitter. De posts van Facebook worden automatisch toegevoegd aan de app.
Educatief met een knipoog
De lach die taalkronkels kunnen veroorzaken, wil Taalvoutjes sterker gaan koppelen aan educatie. Vellah: “We willen zeker geen strenge juf zijn met een rode pen. Taal is iets wat je met z’n allen levend houdt, het is van ons allemaal. Van inzenders krijgen we vaak terug dat ze alerter worden op hun taalgebruik. Het is leuk om anderen te laten zien dat je begrijpt waar het misgaat. Er zijn inmiddels docenten Nederlands die voutjes in de klas delen en er een les aan verbinden. Dat werkt beter dan duffe regels uitleggen.”
Interactie is de kracht
Taalvoutjes ziet concurrentie liever als bondgenoten. Vellah: “Genootschap Onze Taal heeft een serieuzere ondertoon. Het platform Signalering Onjuist Spatiegebruik wil onjuist spatiegebruik een halt toeroepen. Wij onderscheiden ons doordat we een grappig commentaar plaatsen bij de inzendingen en dat we de inzender vermelden. Van fans horen we geregeld dat juist het droge commentaar de voutjes vaak zo grappig maakt. De interactie en humoristische ondertoon zijn de kracht van het concept.”
Doelstellingen voor de toekomst
Taalvoutjes wil een solide merk worden, een begrip. Producten en diensten moeten bijdragen aan het leggen van een solide basis. Vellah: “In november brengen we een kwartet uit, daarvoor kunnen gebruikers tot 31 juli hun favoriete afbeelding insturen. Verder is het plan om quizzen op de site te plaatsen, en misschien gaan we workshops geven. Inger en ik hebben nu nog een vaste baan, we doen Taalvoutjes ernaast. We zouden graag ons brood verdienen met het wereldkundig maken van taalplezier.”
Uploaded with #039;" title="imageshack.us'">ImageShack.us
Accenture organiseert in 2013 voor de zevende keer de Innovation Awards. Nieuwe, innovatieve, veelbelovende concepten, jonger dan drie jaar en gelanceerd op de Nederlandse markt kunnen meedoen aan de competitie.
Elke week bespreek ik op Molblog een opvallend concept dat zich heeft ingeschreven. Of deze kanshebber werkelijk een Tulp in de wacht weet te slepen, is uiteraard aan de jury. Naast media-, communicatie- en hightech-concepten is het dit jaar weer mogelijk in vier andere sectoren in te schrijven. De prijsuitreiking vindt in november plaats op het Accenture Innovation Event.
Kijk voor meer informatie en het inschrijfformulier op www.innovation-awards.nl. En weet je een concept waarvan je denkt: dat is nu echt een kanshebber – aarzel niet en laat het weten, bijvoorbeeld via Twitter.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!