Het lot van leiders is dat ze de aangewezen personen zijn om verantwoordelijkheid te nemen voor fouten van hun organisatie, ook als ze persoonlijk niet zoveel te verwijten valt. Zie de ministers die moesten opstappen voor klungelig beleid van hun voorganger of hun congé kregen voor medewerkers die slordig met bonnetjes omgingen of informatie vergaten te delen.
Door het ontslag laat de leider zien dat de persoon die de functie vervult niet belangrijker is dan de organisatie of de mensen of zaak die schade is toegebracht. Opstappen is daarbij de ultieme daad, er zijn ook mildere vormen waarmee mensen hun fout erkennen en de slachtoffers recht kunnen doen.
Sorry voor de ophef
Zo’n passende verontschuldiging is niet zo makkelijk aan te bieden, blijkt geregeld. De verklaringen waarin mensen nogal kinderachtig spijt betuigen voor ‘de ontstane ophef’ in plaats van voor hun fouten die aanleiding voor de commotie gaven, zijn legio. Nog vaker duiken organisaties weg.
Een wrang en schaamteloos voorbeeld daarvan is te vinden in Almelo, bij de bestuurders van de Heracles. Sterspeler Rai Vloet van de eredivisieclub was in de nacht van 14 op 15 november samen met een vriend betrokken bij een tragisch ongeval in de buurt van Hoofddorp. Een gezin met twee jonge kinderen moest gewond naar het ziekenhuis worden overgebracht, Gio, het jongste zoontje van 4 jaar oud, overleed.
De politie nam het ongeval in onderzoek en al snel werd naar buiten gebracht dat er alcohol in het spel zou zijn. Later werd bekend dat Vloet zelf achter het stuur zat.
Heracles had al besloten dat de speler in ieder geval tot de afronding van het politieonderzoek en de rechtszaak kon blijven voetballen en nam hem 10 januari weer op in de groep. ‘Rai heeft bij ons zijn verhaal gedaan. We hebben de beslissing om hem terug te laten keren gemaakt op basis van die informatie’, verklaarde Tim Gilissen, de technisch-directeur van Heracles.
Dat weekend erop liet de club zijn sterspeler zelfs weer invallen in de uitwedstrijd bij NEC. Dit leidde tot woedende reacties op sociale media en bij een deel van de sponsors en de supporters, die de spelersbus bij het stadion opwachten om verhaal te halen.
Direct schorsen
De kwestie werd daarna alleen maar pijnlijker. De Telegraaf meldde afgelopen weekend dat Vloet de auto had bestuurd ruim twee keer de toegestane hoeveelheid alcohol in zijn lichaam. Hij zou ruim 200 kilometer per uur hebben gereden, volgens het politieonderzoek.
De ouders van de 4-jarige slachtoffer gaven bovendien aan dat Vloet niks van zich heeft laten horen na het ongeval. Geen excuus, geen sorry, niks.
De clubleiding van Heracles besloot na vragen en informatie van de Telegraaf ‘direct’ om Vloet te schorsen, vooruitlopend op een definitief ontslag.
Op de site van Heracles laat algemeen-directeur Rob Toussaint in een verklaring weten dat Vloet tegen de club had gelogen ‘dat hij niet harder had gereden dan de toegestane maximumsnelheid van 130 kilometer per uur, en niet meer had gedronken dan twee alcoholische dranken’.
Toussaint: ‘Op basis van deze nu onjuist gebleken informatie heeft Heracles Almelo tot op heden in goed vertrouwen en als goed werkgever al haar beslissingen genomen’.
Het is stuitend dat Toussaint in deze verklaring geen verantwoordelijkheid neemt voor de beslissing om Vloet weer bij het team te voegen. Vooral zijn woorden het ten zeerste betreuren ‘dat de familie ook dit moet meemaken, boven op het traumatische ongeluk dat hen overkwam’ laten een bittere nasmaak achter.
Het was immers Heracles zelf dat besloot om de rechtszaak of het politieonderzoek niet af te wachten, en daarmee weinig oog te hebben voor de slachtoffers van het ongeval. Heracles had kunnen weten dat die het bijzonder pijnlijk zouden vinden dat de veroorzaker van het ongeluk zo snel weer op het voetbalveld kwam te staan.
De vraag of Vloet al dan niet de waarheid had verteld – iets waarover beide partijen nu publiekelijk steggelen – had helemaal geen rol mogen spelen.
Geen éénmansactie
De clubleiding zou natuurlijk haar consequenties moeten trekken uit de beslissingen die zo pijnlijk uitpakten voor de ouders van de omgekomen Gio. Die gevolgen zullen verder moeten gaan dan het uitspreken van ‘diepe excuses’ zoals Toussaint tegenover het AD deed in diverse vormen.
Of dat ook gebeurt, is nog maar de vraag. Op de vervolgvraag van het AD of er mensen gaan opstappen na al deze meer dan pijnlijke fouten, houdt Toussaint de boot af. Het was geen éénmansactie, zegt hij, ‘we stonden er allemaal achter. Toen, met de informatie die we hadden. Nu niet meer.’
Opvallend is ook de zin die hij daarbij uitspreekt: ‘Misschien zitten we ook in een afrekencultuur, dat weet ik niet.’
Tijd nemen voor de feiten
Toussaint raakt daarmee ongewild aan het de kern van het probleem. Hij denkt in termen van afrekenen, aan een hoofd op een schaal, een scalp in de lucht. Dat terwijl het gaat om de verantwoordelijkheid nemen die bij zijn rol zou passen.
Dat betekent: de tijd nemen tot de feiten en het volledige verhaal bekend zijn, en op basis daarvan maatregelen treffen die recht doen aan wat er is gebeurd.
Dat zal het verdriet van de ouders van Gio niet wegnemen, dat zal Heracles misschien niet direct helpen omdat het sterspeler Rai Vloet moet missen, maar deze zorgvuldigheid is de enige weg die in zo’n pijnlijk proces gevolgd moet worden.