Deel I. Reputatiemanagement anno nu
We leven in onzekere tijden. 2013 was opnieuw geen makkelijk jaar. De aanhoudende economische crisis is als een griep zonder koorts. We weten allemaal dat het er is, toch merken veel mensen er in hun directe omgeving weinig van. Gek genoeg groeit daardoor het onbegrip voor hen die de crisis wel voelen. Mensen zonder baan moeten niet zeuren. Je kunt toch ZZP’er worden?
Ondertussen warmt de boel op: onrust, ongeduld en ongenoegen stijgen. In november bracht The Economist het artikel Ripe for Rebellion uit. Nederland eindigde in het rijtje landen met een ‘medium risk’ op sociale onrust, net als Angola, Congo en Israël. Dat in 2014 een woedende menigte gewapend met hooivorken het Binnenhof bestormt, lijkt mij een tikje overdreven. Maar toch, we hebben er wel eens beter voor gestaan.
De politieke arena is tegenwoordig een goede vertegenwoordiger van de publieke opinie: minstens zo wispelturig. En als oplossingen en perspectief ontbreken, wordt afrekenen het credo. En dus sneuvelen reputaties. Wat eens Hollands Glorie was (NS), een prachtig ideëel collectief (Alpe d’Huzes) of bedoeld als combinatie van beide (SNS/Rabobank): er is weinig meer van over. Maryse Ducheine maakte hier al een mooi overzicht van het schouwspel van de belangrijkste reputatiekwesties van 2013: een Boulevard of Broken Reputations.
Dus wordt reputatiemanagement steeds belangrijker gevonden. Vooral in de top van bedrijfsleven en overheid. Niet altijd uit erkenning voor het ‘vak’. Soms eerder uit miskenning. (‘Zo slecht doen we het nou toch ook weer niet!? Het ontbreekt alleen aan iemand die dat zichtbaar maakt.’) Soms uit de vrees om zelf slachtoffer te worden. Maar vaker is het bedoeld als schaamlap. De reputatie oppoetsen lijkt nou eenmaal makkelijker dan fundamenteel de boel op orde krijgen. Alsof die twee dingen gescheiden van elkaar kunnen zijn.
En zo begint de zoektocht naar een goede reputatiemanager. En die zijn er genoeg. Vinden ze zelf. En ze beloven gouden bergen. Dat is nu eenmaal de aard van het beestje. Het gevolg? Torenhoge verwachtingen die niet worden waargemaakt. Over goede reclame gesproken. Dus geven reputatiemanagers tegenwoordig af op reputatiemanagers. En het moet gezegd, dat zijn ook niet allemaal lichtbakens van betrouwbaarheid met een onkreukbaar imago. En zo modderen we verder.
Je begint bijna te geloven dat het niet kan. De sociale spanningen zijn gewoon te groot en de sociale media te machtig. En leiderschap zit nu eenmaal niet in een pakje. Daarbij, meebewegen is een kunst apart. Kijk naar onze premier. Als er weinig zekerheden zijn, waarom zou je dan niet pragmatisch zijn? Het komt zoals het gaat. Dan is een visie niet nodig, eerder ongewenst. Zo wordt reputatiemanagement al gauw risicomanagement. Het devies: ‘uit het nieuws blijven’ en wachten tot de economie aantrekt. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Zo wordt twijfel een geloof: het is in dit soort tijden onmogelijk om een goede reputatie 'te bouwen en te houwen'. Punt uit.
Gelooft u het nog? Binnenkort deel 2. Om te laten zien dat het wel degelijk kan, zelfs in slechtere tijden. Toen reputatiemanagement nog helemaal niet zo heette.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!