door Jan-Willem Wits
‘Wees goed voor onze stad en goed voor elkaar.’ Met die laatste woorden nam Eberhard van der Laan, misschien wel de meest geliefde burgemeester die Amsterdam ooit heeft gehad, afscheid van zijn stadsgenoten. Door haar weifelende optreden rond een veel te druk bezochte demonstratie op de Dam heeft burgemeester Femke Halsema gefaald om die breekbare erfenis van haar voorganger veilig te stellen.
‘Het blijft – ook met mooi weer – echt nodig om afstand te houden en drukte te vermijden. We kunnen alleen samen de druk op de zorg verminderen’, liet burgemeester Femke Halsema nog op 21 mei via de gemeentelijke website weten.
Ook in Amsterdam heeft het Coronavirus diepe wonden geslagen. Het RIVM telt tot nu toe 273 doden in de hoofdstad en een veelvoud aan besmettingen. Met de versoepeling van de coronamaatregelen vanaf 1 juni houden alle experts, bestuurders en werkers in de zorg hun hart vast. Wanneer de discipline verslapt, kunnen we zo maar een tweede golf tegemoet zien.
Politieagenten en andere toezichthouders treden daarom ook in Amsterdam streng op wanneer mensen de nog steeds geldende regels aan hun laars lappen, desnoods door een hoge boete uit te delen. We zijn er nog lang niet.
De beelden van meer dan vijfduizend mensen die op Tweede Pinksterdag hutje mutje op het Damplein stonden om hun afschuw over het racistische (politie)geweld in de Verenigde Staten te uiten, riepen dan ook gemengde gevoelens op.
Een enkeling was trots dat Amsterdam zich solidair toonde met de boosheid en bezorgdheid in de VS over het spook van het institutionele racisme dat nog steeds rondwaart. Maar de verbijstering domineerde dat na drie maanden strikte quarantaine een overweldigende mensenmassa zich op een plein verdrong en daarmee iedere voorzichtigheid overboord gooide.
Flabbergasted en kapot verdrietig
De Amsterdamse viroloog en lid van het Outbreak Management Team Menno de Jong zei tegen Het Parool: ‘Dit is niet wat je wil. We hebben het niet voor niets al maanden over de anderhalve meter samenleving.’ Veel demonstranten droegen weliswaar een mondkapje en het was buiten, maar echt handig was het allemaal niet, vindt De Jong.
Ook minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus – ‘de man van 1 juno’ – reageerde geschrokken. Hij noemde de beelden ‘pijnlijk om te zien’. Dat er ondanks de coronamaatregelen zoveel mensen op de been kwamen, ging wat hem betreft ‘alle perken te buiten’.
Een huisarts zei op Twitter zijn ogen niet te kunnen geloven. ‘Ik ben flabbergasted. Hier mag ik de komende weken weer harder voor gaan werken als arts. Ik ben echt kapot verdrietig.’
Al snel verdampte de goed bedoelde boodschap van de demonstratie en ging alle aandacht uit naar het optreden van burgemeester Femke Halsema, of liever het gebrek daaraan.
Tegen de plaatselijke zender AT5 verklaarde de burgemeester: ‘Ik begrijp dat 1,5 meter afstand houden niet altijd in acht is gehouden. Maar de demonstratievrijheid is een heel groot goed. Dus ziet de driehoek geen grond om de demonstratie te ontbinden. Daarvoor is de demonstratie ook te belangrijk en zijn bovendien mensen zelf verantwoordelijk.’
Daarmee sloeg zij de plank volledig mis.
Bijkans heilige' grondwetsbepaling
De Nederlandse Grondwet kent aan iedere burger vrijwel onvervreemdbare rechten toe die wij allemaal cruciaal vinden voor een goed functionerende rechtstaat. Ook het recht om te demonstreren behoort tot die grondrechten.
Artikel 9 van de Grondwet formuleert het als volgt: ‘Het recht tot vergadering en betoging wordt erkend, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet (lid 1). De wet kan regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden (lid 2).
Eberhard van der Laan noemde deze Grondwetsbepaling ‘bijkans heilig’, memoreerde Halsema in een zoektocht naar steun bij haar voorganger. Hij citeerde daarbij steevast Spinoza: ‘Het doel van de staat is vrijheid.’ Ook onwelgevallige boodschappen moeten gehoord kunnen worden in de publieke ruimte. ‘Zo veel mogelijk vrijheid, met zo weinig mogelijk voorschriften, maar toch een veilige afloop’, luidde Van der Laans praktische vertaling voor ambtenaren en toezichthouders
Femke Halsema overspeelde haar hand door de suggestie dat een constitutionele crisis op het Damplein zou uitbreken wanneer zij de euvele moed had om de demonstratie in betere banen te leiden. Van der Laan zou uit de hemel instemmend hebben toegekeken, luidde haar impliciete boodschap.
O? De coronamaatregelen hebben niet tot doel om individuele grondrechten in te dammen, maar zijn genomen om kwetsbare groepen zo goed mogelijk te beschermen tegen besmetting met een voor hen mogelijk dodelijk virus. Het vermijden van fysiek contact, het houden van voldoende afstand en het uit de weg gaan van grote druktes behoren volgens deskundigen tot de belangrijkste vuistregels om het risico op verspreiding zo klein mogelijk te houden.
De overheid doet een beroep op ons allemaal om een pas op de plaats te maken, uit solidariteit met de meest kwetsbare mensen in onze samenleving én met iedereen die bij de bestrijding van deze enorme gezondheidscrisis betrokken is. Daarom gingen kinderen niet naar school, ondanks de vrijheid van onderwijs. Daarom bleven kerken, synagogen en moskeeën dicht, ondanks de vrijheid van godsdienst.
En daarom zijn grote publieksevenementen even niet aan de orde, zelfs wanneer deze tot doel hebben om het grondwettelijke recht op demonstraties uit te oefenen.
Geen fraai beeld
Ook de stelling van Halsema dat het uiteindelijk ieders eigen verantwoordelijkheid is om de coronamaatregelen na te leven, was een pijnlijke misser. In alle overheidscommunicatie is steeds benadrukt dat we ‘het samen moeten doen’. Het voorkomen van nieuwe uitbraken, is een collectieve verantwoordelijkheid waar iedere Nederlander een bijdrage aan kan leveren.
Maar dat maakt de spelregels nog niet tot geheel vrijblijvende richtlijnen waar we allemaal naar eigen goeddunken een persoonlijke invulling aan kunnen geven. Ook het demonstratierecht is niet onbegrensd, zoals het Grondwetartikel zelf al aangeeft. De politie in Den Haag arresteerde afgelopen zaterdag zelfs enkele tientallen demonstranten.
De suggestie van Halsema dat iedere burger een eigen belangenafweging kan maken tussen het grondwettelijke recht om te demonstreren en de mogelijke gezondheidsrisico’s die dat met zich meebrengt, slaat de grond weg voor elke vorm van handhaving. Wanneer Halsema gelijk heeft, sneuvelen alle bekeuringen bij de rechter die in de afgelopen maanden zijn uitgedeeld. Politieagenten en boa’s die Amsterdamse horecaondernemers en anderen de komende dagen tot de orde roepen, zullen smalend op het citaat van de burgemeester worden gewezen. ‘Het is toch m’n eigen verantwoordelijkheid?!’
Halsema gaf toe dat de demonstratie op de Dam geen fraai beeld opleverde en zij het ook liever anders had gezien, maar vanwege een verkeerde inschatting door de politie van de drukte op het verkeerde been was gezet. Daarom waren ‘zachte’ preventieve maatregelen achterwege gebleven en zou ‘grof geweld’ door de politie het enige middel zijn geweest om de demonstratie alsnog tot veilige proporties terug te brengen.
In de geest van Eberhard
Die grimmige voorspelling staat haaks op de nadruk waarmee Halsema bleef stellen dat het om een ‘vreedzame’ demonstratie ging van keurige mensen met de beste bedoelingen. Natuurlijk zit je als bestuurder niet te wachten op beelden van een woedende massa die door een agressieve politiemacht uiteen wordt gedreven, zeker wanneer een soortgelijk optreden nou juist de aanleiding is om op de been te komen. Maar was dat een terechte verwachting?
Waarom schatte Halsema op voorhand in dat een redelijk beroep op deze nette demonstranten om vanwege de onverwachte drukte toch de coronamaatregelen in acht te nemen, geen kans van slagen zou hebben? Was er echt geen enkel alternatief dan de inzet van schuimbekkende politiehonden, oprukkende ME-pelotons en het schoonspuiten van de Dam met waterkanonnen en traangas om iets aan deze levensgevaarlijke massabijeenkomst te doen?
Wanneer de geest van Eberhard van der Laan over Femke Halsema vaardig was geworden (het was tenslotte Pinksteren) had ze best even een megafoon kunnen grijpen om iets te zeggen als:
‘Lieve mensen! Het is fantastisch dat Amsterdam vandaag een vuist maakt tegen het racistische politiegeweld in de Verenigde Staten. In onze stad is geen ruimte voor discriminatie, geweld en haat. Daarom laten we vandaag zien dat we solidair zijn met alle mensen in Amerika die zich grote zorgen maken. Iedere Amsterdammer is ons even lief; zwart, wit, bruin of welke kleur dan ook.
We zijn de afgelopen maanden ook solidair zijn geweest met alle Amsterdammers die bang waren om ziek te worden, om dood te gaan. We zijn solidair geweest met de fantastische stadsgenoten in de zorg, die in de frontlinie stonden om iedereen zo goed mogelijk te helpen. Zij verdienen, ook vandaag en morgen, onze steun en ons respect. Daarom doe ik nu een klemmend beroep op jullie allemaal.
Het is op ons mooie plein een beetje te druk geworden. We lopen daardoor het risico dat we andere mensen en onszelf in gevaar brengen. Dat zou een hele bittere afdronk van deze geweldige bijeenkomst zijn. Mag ik jullie daarom vragen om rustig en met voldoende afstand het plein te verlaten?
Vandaag hebben we de wereld laten weten: ‘Wees een beetje lief voor elkaar!’ Dat kunnen en moeten we ook doen door onze verantwoordelijkheid te nemen voor de gezondheid van alle Amsterdammers. Wees goed voor onze stad en goed voor elkaar. Dank jullie wel!’
Strikte neutraliteit niet geloofwaardig
Wanneer die woorden niets teweeg hadden gebracht, zou Femke Halsema zich achter de oren moeten krabben of ze wel voldoende gezag heeft om burgemeester te zijn van een stad vol eigenwijze Amsterdammers die soms maling hebben aan regels maar wel het hart op de goede plek dragen.
‘Het coronavirus heeft gisteren niemand op de Dam besmet. Volgens het virus was de demonstratie daarvoor té belangrijk’, schamperde de satirische website De Speld.
Met het passief toekijken bij een demonstratie die volgens alle deskundigen nog steeds voor een virologische ramp kan zorgen, heeft Halsema de verdenking op zich afgeroepen dat zij haar persoonlijke affiniteit met de boodschap van de demonstranten zwaarder liet wegen dan het tegen elke prijs voorkomen van een ‘superspreading event’. Haar uitspraak dat de demonstratie ‘te belangrijk’ was om te ontbinden, suggereert dat een hoger doel het negeren van de coronamaatregelen rechtvaardigde.
Daarmee begeeft zij zich op glad ijs. Bij het televisieprogramma Op1 benadrukte Halsema dat zij bij protesterende boeren of verzetsstrijders tegen het coronabeleid hetzelfde zou doen. Maar op één van de foto’s die na de demonstratie circuleerden, was te zien dat Halsema een button droeg met ‘1873’, het symbolische jaartal dat naar de afschaffing van de slavernij verwijst. De neutraliteit die Halsema als burgemeester strikt zei na te leven, verliest daardoor elke geloofwaardigheid.
Afwezige politieke zielsverwanten
Misschien nog wel het meest opvallende detail van de turbulente Tweede Pinksterdag in Amsterdam was dat alle politieke geestverwanten van Halsema zich volledig op de vlakte hielden. Waar politiek leiders als Jesse Klaver en Lodewijk Asscher in de afgelopen dagen zeer stellig het Amerikaanse politiegeweld veroordeelden, lieten zij zich op het Damplein niet zien. Ook na alle commotie hielden zij de kaken stijf op elkaar.
Zelfs Rutger Groot Wassink, de doorgaans onverschrokken leider van het lokale GroenLinks, wethouder antidiscriminatiebeleid en de ongekroonde koning van het Amsterdamse stadsbestuur was in geen velden of wegen te bekennen. Terwijl het toch een kleine moeite was geweest om tenminste enig begrip te tonen voor het ‘duivels dilemma’, waar Femke Halsema naar eigen zeggen mee geworsteld had.
Het is een bekend mechanisme dat politici die collega’s in het nauw zien komen dit aangeschoten wild als de spreekwoordelijke pest mijden. Bij de pogingen van Halsema om duidelijk te maken dat iedere andere bestuurder in haar schoenen precies hetzelfde had gedaan, maakte de oorverdovende stilte die daarop volgde duidelijk dat niemand zich aan bijval wilde branden. In haar strijd om gelijk te krijgen, bleef Halsema eenzaam achter.
Verschuilen achter Eberhard is ronduit kwalijk
In haar optreden tijdens en na de gezondheidscalamiteit die ontstond doordat meer dan vijfduizend mensen zich op een veel te klein plein in het hart van Amsterdam verzamelden, heeft Femke Halsema fout op fout gestapeld. Haar poging om de gebrekkige informatievoorziening door de politie daarvan de schuld te geven, overtuigt niet. Dat zij zich vervolgens achter de rug van haar grote voorganger verschool, is ronduit kwalijk.
Met gebrekkige en onjuiste argumenten en aannames probeerde Halsema iets recht te praten dat krom was en ook bleef. Bij het uitoefenen van haar burgemeestersambt is het Femke Halsema bovendien niet gelukt om haar verleden als politicus en haar privé-opvattingen thuis te laten.
Daarmee heeft zij alle mensen die de afgelopen maanden in doodsangst verkeerden vanwege een onstuitbaar virus, of zich het leplazerus werkten om deze immens gezondheidscrisis in de tang te krijgen, in de kou laten staan. Amsterdam verdient beter.
Nee dan Trump die weet beter om te gaan met vreedzame protesten in Washington.
Maar ook een te gemakkelijk voorbeeld hoe het niet moet.