Tekst: Jan Willem Wits
Het nobele streven van het UMC Utrecht om eindelijk eens wat transparanter te zijn over medische fouten, is geëindigd in een debacle. Het academisch ziekenhuis organiseerde een openbare lezing van patiënte Adrienne Cullen die in een bureaucratische nachtmerrie terecht kwam. Een weefselonderzoek dook onder water waardoor te laat duidelijk werd dat zij aan baarmoederhalskanker leed. Door het uitblijven van een adequate behandeling is Cullen nu in een terminale fase terecht gekomen. “Ik ga niet dood aan kanker, ik sterf aan medische nalatigheid’, zei zij daarover in een interview met de NRC. Boem.
Alhoewel veel ziekenhuizen medische fouten, mede onder druk van verzekeraars, het liefst onder het tapijt schuiven en pas na enkele waterboarding-sessies bereid zijn om sorry te zeggen, nam het UMC Utrecht het dappere besluit om het boetekleed aan te trekken. “Verschrikkelijk” en “onverdedigbaar”, noemde het ziekenhuis het medische geblunder en maakte meer dan vijf ton aan schadevergoeding over. Ook een openbaar college waarin Adrienne Cullen vrijuit over haar ervaringen mocht vertellen, moest blijk geven van het lerend vermogen van het ziekenhuis om in dit soort gevallen de doofpot in de kast te laten.
Huisvredebreuk
De beloofde beterschap kwam al snel onder druk te staan toen Zembla-journalist Ton van der Ham zich met een cameraman bij het ziekenhuis meldde, overigens op uitnodiging van Adrienne Cullen zelf. Van een interview of zelfs enkele sfeeropnames van de lezing kon geen sprake zijn, kreeg Van der Ham te horen van ziekenhuiswoordvoerder Eric Trinthamer. Met als opmerkelijke motivatie: “Omdat ik je niet vertrouw. Vertrouwen is emotie. Ik heb dat vertrouwen niet bij jou.” Van der Ham werd onder begeleiding van het terrein gezet en kreeg een aangifte wegens huisvredebreuk aan zijn broek. Dat zal hem leren!
Waar heel voorlichtend Nederland na dit incident al met plaatsvervangende schaamte rondliep, maakte het ziekenhuis in plaats van welgemeende excuses voor dit staaltje Noord-Koreaanse persbreidel onlangs bekend dat Van der Ham een officieel gebiedsverbod voor een jaar kreeg. Was getekend door het hoofd beveiliging. Pas nadat BNNVARA dreigde om naar de rechter te stappen, werd het verbod ijlings ingetrokken. Het was allemaal gebaseerd op een misverstand.
Het is helder dat het UMC Utrecht de komende tijd volstrekt ongeloofwaardig is wanneer het de vlag van transparantie hijst of zich wil profileren als een ziekenhuis dat het anders doet. The proof of the pudding is in the eating, zeggen de Britten, en voor dat examen is het ziekenhuis jammerlijk gezakt.
De interessante vraag is natuurlijk hoe dit zo vreselijk uit de hand heeft kunnen lopen. Aan de ervaring van de doorgewinterde Trenthamer – die onder meer werkte voor de VVD en de NS – kan het niet liggen, zou je op het eerste gezicht zeggen. Het lijkt waarschijnlijker dat de ruimte die hij aanvankelijk van de bestuurders kreeg om een meer transparante koers te varen – na talloze incidenten die als Spaanse griep het ziekenhuis teisterden – opeens werd ingetrokken toen het even spannend werd.
Onbegrijpelijk
Iedere communicatieprofessional had kunnen voorspellen dat de reputatieschade van een hand voor de camera – laat staan een gebiedsverbod – vele malen groter is dan de opnames die Van der Ham had kunnen maken als hij gewoon met rust was gelaten. Het bestuur van het UMC Utrecht heeft haar eigen glazen ingegooid en dat is onbegrijpelijk. Misschien dat het bestuur en de afdeling communicatie in het kader van transparantie en lerend vermogen nog eens kunnen vertellen hoe deze medische communicatiemisser kon gebeuren.
Alhoewel het UMC wel op héél veel verkeerde knoppen drukte, staat deze affaire niet geheel los van de demoniserende cultuur die er onder bepaalde voorlichters is gegroeid rond onderzoeks-journalistiek in het algemeen en Ton van der Ham in het bijzonder. Er zijn collega’s die niet eens de telefoon meer aannemen als ze het nummer van Ton zien verschijnen en anderen waarschuwen om vooral niet mee te werken. Ook Ton van der Ham heeft zich al eens publiekelijk beklaagd over de onder voorlichters circulerende zwarte lijst waar zijn naam met stip op nummer 1 staat. Dat maakt hem het werken onmogelijk.
Zeker voor publieke organisaties is het onbestaanbaar dat ze domweg weigeren om openheid van zaken te bieden en verantwoording af te leggen, zelfs aan de meest kritische en ja, soms kribbige journalist. Bovendien zijn de vooroordelen die nu rond Van der Ham circuleren rijkelijk overdreven. Bij iedere onderzoeksjournalist bestaat het gevaar van een tunnelvisie, waardoor er weinig ruimte overblijft om het beoogde eindbeeld bij te stellen. Juist daarom is het van belang om van meet af aan open het gesprek aan te gaan en niet weg te lopen als je aan de beurt bent. Dan creëer je ook ruimte voor het maken van afspraken. In mijn ervaring zijn onderzoeksjournalisten als Ton van der Ham daartoe altijd bereid. Wie de deur op slot houdt voor kritische journalisten betaalt uiteindelijk zelf de hoogste rekening. De enige die dan nog gebrek aan professionaliteit kan worden verweten, ben je zelf.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!