1. Welke ontwikkeling in de industrie is je het meeste bijgebleven van het afgelopen jaar?
Stephen Pepper: ‘Ik vind de experimenten die we op het moment binnen de technologische revolutie zien heel gaaf. Dat is voor mij echt een creatief hoogtepunt op dit moment. Door de grenzen op te zoeken van virtual reality (VR) en augmented reality (AR) zijn we constant nieuwe mogelijkheden aan het creëren voor adverteerders. We hebben als industrie nieuwe marketingtechnieken, waaronder het gebruik van nieuwe media, nodig om publiek te bereiken én te vermaken. Daar liggen grote kansen. Als VR goed gedaan wordt, gaat de gebruiker mee op een ongeëvenaarde emotionele reis; dat is niet te vergelijken met wat we tot nu toe kennen. We zijn eigenlijk het landschap of universum waarin de adverteerder beweegt opnieuw aan het vormgeven. En we zitten nog maar in de eerste fase van een nieuw tijdperk. Lef is hierbij van groot belang.’
2. Hoe vind je het met de industrie gaan? Op welke terreinen laat de branche (nog) te veel liggen? Kunnen ‘wij’ de wereld eigenlijk wel veranderen?
‘De industrie beseft inmiddels dat we de consument het beste kunnen bereiken met “dynamische ervaringen”, met uiterst rake content. Nogmaals, VR verrijkt de ervaring van consumenten enorm; het speelt heel direct in op de menselijke zintuigen. Bij The Ambassadors zien we dat nieuwe technologieën het mogelijk maken om iets fris en vernieuwends te ervaren dat mensen nog niet eerder gezien hebben. Zoals de campagne die we onlangs voor Terre des Hommes hebben gemaakt. Het is een perfect voorbeeld van wat je met VR kunt: een wereld in 3D tot leven wekken, in dit geval die van kindslaven. Zoiets was tot voor kort onmogelijk. De technologie dwingt de gebruiker om deel te nemen aan het verhaal, en wegkijken is geen optie.’
3. Wat zijn jouw drie favoriete cases in Cannes en waarom? Waar gaan de winnende cases dit jaar het verschil op maken?
‘Ik moet me als jurylid op de vlakte houden, maar mijn favoriete cases zijn altijd degenen die op mijn gevoelens inspelen. Cannes Lions-winnaars hebben een voorbeeldfunctie binnen de industrie en wat zo mooi is, is dat er altijd een origineel idee aan vooraf gaat. In mijn optiek zouden de winnende cases de beste ideeën moeten zijn. Meestal verrast het winnende werk niemand meer, maar het zou leuk zijn om een case – een idee! – te zien die niet heel veel aandacht heeft gekregen voorafgaand aan het festival. I’m rooting for the underdog. Ik hoop iets te zien te krijgen dat ik nog niet heb gezien mij en de jury zal wegblazen.
‘Mijn favoriete case in Cannes vorig jaar? Epic Split met Jean-Claude van Damme. Maar dan vooral vanwege het feit dat Forsman & Bodenfors het voor elkaar kreeg dat iedereen het leuk vond om naar commercials voor trucks te kijken.’
4. Wat verwacht je specifiek in jouw categorie Film Craft, qua ontwikkelingen en opvallend werk?
‘Vanuit een visual effects (VFX) oogpunt verwacht ik heel veel indrukwekkend werk te zien, simpelweg omdat de lat tegenwoordig zo hoog ligt. Ondanks de beperktere tijdsduur van commercials heeft VFX in de reclamewereld zich ontwikkeld tot het niveau van speelfilms.’
5. Naar welk land moet Nederland kijken? En waarom?
'Ik zou zeggen dat “we” juist niet naar andere landen moeten kijken. Nederland moet zijn eigen pad blijven volgen. Ik denk dat je nooit bewust een ander land zou moeten nadoen. De internationale reputatie van Nederland wat grafisch design betreft is al fantastisch, er staat ons niks in de weg om met de hele industrie zo vooruitstrevend te zijn.’
6. En wat inspireert jou persoonlijk het meeste?
‘Om eerlijk te zijn, ouderwets grafisch design en zelfs oude films. Ja, als tegenhanger wellicht. Maar deze oude beelden geven mij altijd nieuwe, frisse ideeën. Tegelijkertijd hou ik heel erg veel van technologie en kan ik niet wachten wat de toekomst brengt.’