* *Bzzzz* *Bzzzz* *Bzzzz* *
‘Gjoejemogûh.’
‘Camiel, met Rachel. Rachel Franse, van televisieprogramma Pauw. Camiel, ben jij het? Ken je me nog?’
‘Rachel? Sjee, wat, wat leuk dat je belt. Trouwens, wat een ontzettend aardig boekske heb je geschreven over je werk bij Pauw & Witteman. ‘De slag om de gast’ heet het toch? Mijn complimenten hoor. Ik wist helemaal niet dat het zoveel werk was allemaal. En dat je voortdurend met een jetlag leeft, dat herken ik wel.’
‘Ja, dank je. Maar waar ben je eigenlijk? ‘Goedemorgen’ zei je, waar zit je? Niemand kan je vinden sinds je vertrokken bent bij KLM. En de woordvoerders geven ook niet thuis. Gaat het wel goed met je?’
‘Nou… Hoe kom je eigenlijk aan dit nummer? Ach, laat maar…’
‘Camiel, ik vind echt dat je jouw kant van het verhaal moet vertellen. Dit is killing voor je reputatie. Houd je de kranten nog een beetje in de gaten? Je wordt weggezet als ijdele playboy die onzichtbaar was en zijn afspraken nooit nakwam. En Twitter? Het is echt ongelofelijk wat ze daar allemaal over je zeggen. En dat KLM een fantastisch bedrijf “was en is”, wat was dat voor reactie? Ze hebben je een oor aan genaaid, gedumpt.’
‘Ah, da’s de afdeling Legal. Ik ben met handen en voeten gebonden. Je weet toch hoe dat werkt? Ik neem nu even een break. Over een week praat niemand er meer over. De afgelopen jaren heb ik van binnenuit meegemaakt wat een zooitje het bij dat bedrijf is, verlies op verlies, ruzie met Schiphol en die Fransen trekken aan het langste eind. Als KLM straks met de echte problemen in het nieuws komt, kan ik altijd nog mijn eigen moment kiezen. Dan snappen mensen ineens een stuk beter waarom ik weg ben gegaan.’
‘Weg-gegaan??? Je hebt de zak gekregen! Alleen was het gebeurd voordat je er erg in had. Althans, zo staat het in de zaterdagkranten. De reconstructies zijn vernietigend. Ze noemen je Mister No Show. Ze zeggen dat je het woord KLM niet eens kon spellen. En die Annemieke Roobeek loopt leeg over je in de Volkskrant. We hebben haar ook gebeld, ze wil misschien wel te gast zijn. Tenzij je zelf komt natuurlijk. Je krijgt twaalf minuten, meteen aan het begin. Je móet je eigen verhaal vertellen. Nu zit die kerel van vakbond De Unie bij Nieuwsuur.’
‘Ja, Reinier Castelein. Goede vent, deed het wel aardig, toch? Trok het verhaal in een bredere context, vond je niet? En het aanstellen van een topman is uiteindelijk een zaak van de RvC. In die zin wijzen mensen wel heel makkelijk mijn kant op. Hij betwijfelde of Pieter Elbers het beter zal doen, of er lichtblauw bloed door zijn aderen stroomt of niet. Ik zou Reinier bellen. Ik heb eventueel zijn nummer... uh… even kijken…’
‘Nee, nee. Laat maar. Dat nummer heb ik al. Denk er even over na als je wilt. Je kunt vanavond terecht. Of morgen.’
‘Nee, dank je ik kom echt niet.’
‘Prima, ik bel je over een uurtje terug.’