Weer typisch iets voor de jongens van Princeton, als ze de kans hebben om een feestje van Harvard te verzieken, zullen ze het zeker niet laten. Over een goeie week, op 4 februari, is het tien jaar geleden dat The Facebook het daglicht zag. Dat gebeurde op Harvard, de eeuwige concurrent van Princeton, waar ze dit blijkbaar nog niet geheel vergeten zijn ...
Facebook 10 jaar! Gefeliciteerd! En lang zullen ze leven, en zo.
Maar juist dit laatste wordt betwijfeld door twee onderzoekers van Princeton. Deze week kwamen zij met het - toch wel opmerkelijke - bericht dat Facebook tegen het einde van 2017 nog maar 20% van het huidige aantal bezoekers zal trekken. Natuurlijk, er waren al eerder berichten over een lichte terugval van het Facebook-gebruik, met name onder jongeren, maar zo’n harde en concrete voorspelling over de teruggang zag ik nog niet.
Nu kun je eindeloos discussiëren over de gebruikte onderzoeksmethoden, en waarom je denkt dat de onderzoekers wel of niet gelijk hebben, maar dat is toch vooral koffiedik kijken. Of het nu 2017 wordt, of later, die teruggang gaat wel komen. Dat die jongeren als eerste afhaken is niet verrassend, zij zijn nu eenmaal voortdurend op zoek naar nieuwe ontwikkelingen, en willen zich vooral niet associëren met een platform dat steeds meer ‘mainstream’ is, en ook door hun ouders gebruikt wordt. Maar ook voor andere gebruikers komen er steeds meer redenen om Facebook op een wat lager pitje te zetten.
Ergernis
Ikzelf merk dat ik me meer en meer erger. Erger aan de toename van het aantal advertenties, en de manier waarop ik die gepresenteerd krijg. Erger aan het ongebreidelde exhibitionisme van ‘kijk eens hoe leuk ik het heb’ (waardoor, ik geef het toe, mij af en toe toch het gevoel besluipt dat ik iets mis, en ikzelf de drang voel om vooral ook maar te laten zien hoe leuk ik het ook heus wel heb). Maar ik erger me net zo goed aan de toenemende inbreuk in mijn privacy, alle informatie die Facebook ongewild over mij opslaat, en aanbiedt aan derden. Het feit dat mijn voortdurende surfgedrag wordt bijgehouden tenzij ik mij actief elke keer uitlog uit Facebook, is daar een voorbeeld van.
Fakebook
Nog een reden: gisteren presenteerde het NOS Journaal (vanaf minuut 8) een item over de inzet van sociale media voor sollicitaties en sollicitanten. Daaruit kwam naar voren dat het hebben van een goed profiel op Facebook essentieel is voor een succesvolle sollicitatie. En dat betekent dus dat je datgene wat je deelt op Facebook moet gaan optimaliseren op wat je denkt dat potentiële werkgevers graag zien. Daarmee verdwijnt wellicht ook het laatste stukje oprechtheid en spontaniteit uit de posts.
“What’s on your mind?” vraagt Facebook. En het laatste wat je wilt is elke toekomstige werkgever zomaar precies vertellen wat er in je gedachten omgaat.
Je kunt de vertrekkende jeugd bij Facebook overigens ook positief duiden, zoals Mark Lerner op SocialMediatoday.com, die hieruit concludeert dat B2B-organisaties nu meer ruimte krijgen. Vast. Maar daarmee verandert het karakter van Facebook alleen maar meer in een saaie marketingomgeving.
De grootste onzekere factor over de terugvalsnelheid van Facebook is volgens mij het al dan niet beschikbaar zijn van een goed alternatief. Google+ is dat zeker niet. En Whatsapp en Snapchat volgens mij ook niet. Maat wat dan wel?
Foto met dank aan: David Owens
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!