Roland van Kralingen schreef ons onderstaande reactie op de discussie rond de aanval van Herman Wijffels op marketing.
Hij schrijft: ‘De aanval van Herman Wijffels op de marketinggemeenschap zal de eerste zijn in een reeks van oorlogsverklaringen. Dit lag in de lijn der verwachtingen, de zedenmeesters zoeken immers schuldigen voor de crisis.'
'Enige dagen na Wijffels sprak ook Willem Vermeend ons toe via de Volkskrant over ons overdadige consumptiegedrag. Wijffels heeft nog recht van spreken, hij immers bepleit al jaren de noodzaak van ander gedrag. Maar waar Vermeend het recht vandaan haalt ons bestraffend toe te spreken is mij een raadsel. Ik heb hem nooit kunnen betrappen op enige diepzinnige gedachten.
We mogen nog een lange reeks politici verwachten die de vinger naar ons zullen wijzen. Het wordt het nieuwe speeltje van de elite : blaming the messengers
Ook van ons zal ethisch gedrag gevraagd worden. Ook wij moeten onze verantwoordelijkheid nemen en ons niet langer laten misbruiken voor het aanprijzen van producten en diensten die niet door de sociale beugel kunnen.
Is dit een onredelijke eis?
De afgelopen twee jaar hebben we een studie gemaakt van de invloed van emoties op het menselijk gedrag, dit ten behoeve van ons in november verschijnende boek Emotionele Innovatie. Deze studie heeft ons geleerd dat consumptie een belangrijke bijdrage levert aan het geluk van mensen. Consumptie is in staat positieve emoties op te roepen en negatieve emoties te dempen. En geluk is het structureel consumeren van meer positieve dan negatieve emoties. En dat lukt de consument vrij aardig.
Al jaren verklaart deze een redelijk gelukkig leven te leiden. Consumptie draagt daar stevig aan bij.
Mensen zijn in feite ‘emotiejagers‘. We lijken te zijn gecreëerd om emoties te ondergaan. Te consumeren. We beschikken over lange en gevoelige antennes die gericht zijn op het opsporen en consumeren van emoties of gevoelens.
Is dat een gevolg van onze cultuur? Of is het een aangeboren eigenschap. Wij hebben het antwoord daarop wel gezocht maar niet gevonden.
De consument wil consumeren, toch moeten ook wij onze verantwoordelijkheid nemen en zogenaamde excessen bestrijden.
Maar waar ligt de grens? Wat kan wel en wat kan niet door de sociale beugel? Werken voor een sigarettenmerk gaat wellicht te ver, maar hoe zit het met het modemerk dat tegen nog net acceptabele uurvergoedingen in India gefabriceerd wordt? En hoe gaan we om met de ver-Endemolling, waar TV-programma’s aansporen tot volstrekt asociaal gedrag? En kan dat dure verjaardagsfeestje van je 6 jarige dochter eigenlijk nog wel?
Waar ligt de grens? En wie bepaalt dat? En hoe gaan we om met politici die vandaag oproepen tot consumptie om de economie te redden en morgen de marketingmensen verwijten de consumptie te stimuleren? Hoe gaan we om met de dubbele moraal?
Als het onze cultuur is, dan is het mogelijk ons gedrag te veranderen. Gaat wel vele decennia duren. We zullen mensen moeten leren dat de consumptie van niet-materiële zaken ook gevoelens van geluk kan creeeren.
Dat vraagt zeer veel moed en brille van de opinieleiders in onze samenleving.
Dat vraagt om zeer vergaande veranderingen. Velen realiseren zich dat, maar durven niet in actie te komen. Men is bevreesd voor de reactie van de consument/burger.
Die zal in opstand komen. Want die wil consumeren. Maken we dat lastig of onmogelijk dan zal anarchie het gevolg zijn. Wie wil die verantwoordelijkheid nemen? Daarom is het redelijk voor de hand liggend om marketingmensen de schuld te geven. Maar de simpelheid van deze aanval stelt me wel teleur.
De werkelijke ‘schuldige’ is natuurlijk de cultuur die we met z’n allen hebben laten ontstaan. Eeuwen geleden ingezet. Zonder te voorzien wat de gevolgen zijn.
Het vraagt een enorme cultuurverandering om de zogenaamde excessen te bestrijden. Wie neemt daarin de leiding ? Wie gaat mensen vertellen dat consumptie geen geluk brengt en dat het anders moet?
De geest is uit de fles, een gevolg van eeuwenlange ontwikkelingen waarin godsdiensten, ideologieën, politieke leiders, captains of industry en opinieleiders hun steentje hebben bijgedragen.
Dit establishment is de motor achter de huidige consumptiemaatschappij. Natuurlijk zijn de marketingmensen de handlangers, maar het establishment zelve heeft ons aangespoord om te consumeren. Waarvoor nog onze dank.
Veranderingen in de samenleving zullen moeten worden geleid door de elite, maar deze laat het ernstig afweten. Ze consumeren van harte mee.
Anderzijds, marketingmensen worden steeds knapper in het beïnvloeden van gedrag. Dat kunnen we ook aanwenden om de consumptiecultuur te veranderen.
Maar dan moeten de opinieleiders ons voorgaan. En masse.
In ben ervan overtuigd dat marketingmensen open staan voor een gesprek met de opinieleiders over de vraag hoe we onze bekwaamheden kunnen inzetten om van mensen meer verantwoorde emotiejagers te maken.
Want emotiejagers zullen we blijven. Ik ben benieuwd wie zich meldt.’
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!