Life’s a pitch
De wereld van reclame is een idyllische wereld waarin gezinnetjes nog twee ouders hebben en twee kinderen.
Vrouwen met mooie, lange haren maken indruk op mooie mannen met aftershave.
Elke vriendengroep is er als bij toeval multicultureel. Iedereen is altijd blij en niemand zal ooit betrapt worden op het laten van een scheet, of het vergeten van zijn autosleutel.
De wereld die wij voorstellen is naïef en idyllisch. En manipulatief, zal de cynicus zeggen. Want juist door het verkopen van deze wereld slijten we de producten van onze adverteerder.
In de wereld buiten de reclame worden intussen ook volop idyllische werelden gepitcht. Na het rekruteren van jongens lijkt IS nu steeds meer vrouwen te overtuigen dat het leven in het kalifaat een beter verhaal is dan het leven in Nederland.
Faut le faire.
De pitch van de PVV over een land dan ontdaan is van vluchtelingen, buitenlanders, globalisering en intellectuelen doet het beter dan ooit. En de pitch van de VVD is dat we allemaal moeten bloeden omdat de overheid het huishoudboekje niet op orde heeft.
De werelden van klein geluk die reclame verkoopt, wordt gezien als manipulatief en verderfelijk. Misschien omdat het de enige discipline is die openlijk toegeeft dat er een commercieel belang achter de pitch zit. Maar intussen gebruiken de grootmeesters van de manipulatie - spindoctors, partijleiders, revolutionairen - exact dezelfde technieken om een reclamepitch voor utopieën te vermommen als realiteit.
Ik moet de laatste tijd steeds vaker aan de beroemde uitspraak van Marshall McLuhan denken: The medium is the message. Wat ons ook wordt gepitcht, uiteindelijk gaat het er de boodschapper om zichzelf te verkopen. Over de rug van de ultieme pitch installeren machthebbers hun macht. We zijn beland in een cynische wereld van reclamepitchen waarbij alleen nog merken achter de dranghekken van het reclameblok moeten staan.
Deze column staat in Tijdschrift voor Marketing nummer 6.