Ik maak de afgelopen tijd een beetje een crisis’je - en dat verkleinwoord gebruik ik heel bewust zoals u later in deze blog zult begrijpen - door. Na 7 jaar te hebben gewerkt als ZZP’er, grijpt de bij deze werkwijze inherente eenzaamheid me steeds meer naar de keel. Ik ben het altijd maar alleen werken beu. Als ZZP’er werk je natuurlijk wel altijd met andere mensen, maar je bent daar zelf nooit onderdeel van iets. Ik mis het samen met anderen werken aan iets wat langer duurt dan een project lang is. En dus dient zich steeds nadrukkelijker een – ingrijpende - beslissing en verandering aan. Met alle daarbij horende spanning en sensatie. Als dit het niet is, wat ga ik dan wel doen? Ga ik ergens werken? Maar waar dan? Bij welke bedrijven pas ik dan? En zitten er überhaupt wel mensen/bedrijven op me te wachten? Of ga ik op zoek naar partners die samen met mij iets willen beginnen en bouwen? Maar zijn er eigenlijk wel mensen die met me willen werken? En – omdat ik een onzeker stukje mens ben - wat kan ik nou ook alweer precies? Kan ik überhaupt iets? En ondertussen slaat de recessie steeds nadrukkelijker toe in marketing- en managementadviesland, en worden mijn opdrachten merkbaar korter, schaarser en oppervlakkiger. Al met al een klassiek recept voor onzekerheid . En zoals dat gaat met onzekerheid, verlies je de realiteit stukje bij beetje uit het oog en begint de angstige waan van de dag vanzelf te regeren. Met alle gevolgen – lees: lijden - van dien. Aangezien niets menselijks mij vreemd is, ook in mijn geval. Tot onlangs….
Ik ben bestuurslid van de Golog Support Foundation. Deze stichting houdt zich bezig met de leefbaarheid van Tibetanen in de autonome regio Golog; een gebied wat bijna niemand zal kennen. Golog is een uiterst hooggelegen gebied in de provincie Qinghai, ongeveer twee keer zo groot is als Nederland en met slechts zo’n 250.000 inwoners. De overgrote meerderheid van de inwoners bestaat uit etnische Tibetaanse nomaden, maar deze meerderheid wordt desondanks gediscrimineerd door de Chinese minderheid. Waardoor er zeer ernstige armoede heerst en het ontbreekt aan de meest basale voorzieningen. Met alle schrijnende, mensonterende gevolgen van dien. De stichting heeft in de loop der jaren – in nauwe samenwerking met de Tibetaanse, lokale bevolking - een aantal van deze basale voorzieningen mogelijk gemaakt, zoals een mobiel healthcare team (een tent, truck, arts, verpleegkundige met medicijnen) wat later verwerd tot een heus healthcentre; een gezondheidscentrum waar de Tibetaanse nomaden terecht kunnen voor gratis medische behandeling en het Golog Childfund (waarmee nomaden kinderen een dak boven het hoofd wordt geboden en toegang tot basaal taalonderwijs; iets waar zij anders verstookt van zouden blijven).
Ik kwam in contact met de Golog Support Foundation via het Compassionwear-initiatief. Dat ik in navolging van mijn boek heb genomen om mensen kennis te laten maken met het commercidealisme. Ik zocht een goed doel om te ondersteunen met de verkoop van mijn t-shirts, dat gerelateerd was aan de Tibetaanse zaak die mij al jaren aan het hart gaat. Toen ik via Henco van der Weijden in contact kwam met lama Jigmé Namchyal – boeddhistisch leraar, initiatiefnemer en drijvende kracht achter Golog Support – wist ik dat ik mijn doel had gevonden. De persoonlijke verhalen die lama Jigmé over zijn geboortegrond Golog vertelde raakten mij hard. Tibet kreeg een gezicht en een stem. Het kwam heel dichtbij. Dat gebeurde onlangs weer. We hadden een bestuursvergadering. Lama Jigmé nam vrijwel onmiddellijk het woord en agendeerde een urgente kwestie. Hij begon: “De stichting heeft een stukje grond in het stadje Dawu met daarop een klein, eenvoudig huisje dat gebruikt wordt voor de – belangrijke – activiteiten van het Childfund. Het herbergt de kinderen en een winkeltje waarmee wat inkomsten worden gegenereerd om de kinderen terplekke te onderhouden. Door de stormachtige economische groei die China doormaakt, wordt er ook hevig in de Golog regio geïnvesteerd en moet Dawu tot een gigantische stad uitgroeien. Dit maakt de grond belangrijk en aantrekkelijk voor investeerders. En dus heeft de Chinese overheid een nieuwe regel ingesteld die voorschrijft dat gebouwen minimaal een verdieping en een bepaalde omvang moeten hebben. Veel van de Tibetaanse nomaden kunnen hier met hun nietige inkomens en dus schamele bewoning niet aan voldoen. Hetgeen ook precies de bedoeling van deze wet is, omdat diezelfde wet stelt dat alle grondrechten vervallen aan de overheid, indien er niet aan de voorschriften kan worden voldoen. Alle grond komt dus in handen van de overheid die het voor veel geld kan en zal verkopen aan Chinezen die wel geld genoeg hebben om grote huizen te bouwen. Ook ons huis dreigt slachtoffer te worden van deze maatregel. Ook onze grond dreigt onteigent te worden. Als we niet binnen afzienbare tijd 65.000 euro weten te genereren, waarmee we de benodigde verbouwing kunnen financieren, dan raken we alles kwijt”.
… Terwijl lama Jigmé zijn verhaal afrondde, voelde ik mezelf kleiner en kleiner worden. Dit was pas lijden. Wat een onrecht! Wat een onmacht. En dan maak ik me druk over de eenzame keerzijde van het ZZP’erschap en wat economische tegenwind?! Hoe durf ik? Wat een luxe problematiek! Wat een ondankbaarheid. Wat een egoïsme. Ik heb tenminste een dak boven mijn hoofd. Ik heb een inkomen. Ik heb een opleiding kunnen volgen waardoor ik kan lezen en schrijven. Ik woon in een land met goede sociale voorzieningen. Ik ben slechts enkele minuten van goede medische zorg verwijderd. Ik word niet gediscrimineerd op basis van mijn etniciteit, mijn kinderen lijden geen honger en hebben wel toegang tot goede scholing…. Ik kreeg een – verdiende – realitycheck! Ik werd wakker uit mijn waan van de dag. Ik werd overspoeld door nederigheid. Ik besefte me dat ik – juist in deze voor mij spannende periode - niet zo met me-zelf bezig moest zijn, maar mijn aandacht, tijd en energie aan anderen moest schenken; dat ik me druk moest maken om het beëindigen van het lijden van mensen die een échte crisis doormaken.
Ik ga daarom iets doen wat ik nog nooit eerder heb gedaan; ik ga u vragen – nee, ik ga uw zelfs zonder schaamte smeken en bedelen - om uw geld! Juist in deze crisistijd is het goed dat we ons beseffen dat onze economische situatie veel en veel minder ernstig is dan de situatie waarin onze Tibetaanse broeders en zusters verkeren. Het is goed dat u zich beseft wat een voorrecht het is dat we ons druk kunnen maken over de dingen waar we ons in dit land druk over maken. Kijk eens eerlijk naar uw situatie. Hoe echt is die crisis nou? Hoe hard lijdt u financieel nou echt? Ik weet 101% zeker dat u in staat bent om een paar euro’s te missen voor de echt straatarme bevolking van Golog. Het hoeft geen groot bedrag te zijn. Als u maar een euro kunt missen, is die euro een reuze gift. Alle beetjes, alle euro’s helpen en zijn een goede stap in de richting van de 65.000 euro die wij bij elkaar moeten krijgen om onze Tibetaanse broeders en zusters – en hun kinderen - te helpen. U kunt uw donatie overmaken op rekening: 1331.37.848 t.n.v. Stichting Golog Support Foundation, Rotterdam. Ik reken op uw realiteitszin, medemenselijkheid en mededogen!
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!