Ajax-directeur Edwin van der Sar had gisterenavond na het ontslag van Ajax-trainer Alfred Schreuder de taak om de media te woord te staan en uitleg te geven. Dat is niet de forte van de oud-doelman.
Eerder al, na de affaire rond Marc Overmars, toonde hij zich een weinig begenadigd woordvoerder; defensief en lastig uit zijn woorden komend. Jos Govaart, directeur van pr-bureau Coopr, voetbalwatcher en tegenwoordig ook voorzitter van de beroepsvereniging Logeion, omschreef dat interview op Adformatie.nl als ‘pijnlijk’.
Ook nu bleek Van der Sar geen Obama, zoals AD-journalist Sjoerd Mossau het treffend in een tweet verwoordde. Op sociale media was er de nodige verbazing en leedvermaak over het optreden van de voormalig oranje-doelman die zijn houvast vond in de stopwoordjes inderdaad, uiteraard en eigenlijk.
Zou het ooit nog wat kunnen worden met de Ajax-directeur? Is een leider die deze kerncompetentie mist die nog wel bij te brengen? Of is het maar beter om deze minder ontwikkeld vaardigheid te omzeilen?
Ester Bal, de ervaren persvoorlichter in het profvoetbal die lang werkzaam was bij Vitesse en nu de communicatie doet van FC Den Bosch, wil haar advies breder trekken dan Van der Sar. Er zijn meer hakkelende trainers en ceo's.
Helpen kun je ze wel, maar een media-adviseur moet wegblijven van het veranderen van een persoonlijkheid, vindt Bal. ‘Dat gaat je toch niet lukken. Charisma heb je of dat heb je niet. Dus ellenlange trainingen en allerlei technieken aanleren, daar geloof ik helemaal niet in.’
Wat je wel kan doen is zorgen dat iemand zich comfortabel voelt, zegt Bal. ‘Het gaat mis als mensen bang zijn om fouten te maken. Je kunt wat zekerder laten zijn door ze goed na te laten denken wat ze willen zeggen, maar tegelijkertijd laten weten dat een fout maken ook helemaal niet erg is; geef gewoon antwoord. Ik heb niks met trucjes als: ongeacht de vraag gewoon je eigen boodschap opdreunen.’
Bitch face
Ook valt er vaak wel wat te regisseren, vindt Bal. Je kunt kijken of er iemand anders naar voren geschoven kan worden, hoewel dat in het geval van Van der Sar of voetbaltrainers zelf geen optie is.
Bal: ‘Wat ik ook bij lastige boodschappen deed is een paar journalisten met wie je een goed contact hebt al wat voorinformatie geven en betrekken. Tijdens de persbijeenkomst geef je ze als eerste de mogelijkheid om vragen te stellen. Vaak haalt dat al wat wind uit de zeilen.’
Waar Bal ook op let is de uitdrukking die iemand op zijn gezicht heeft. Sommige mensen hebben nu eenmaal weinig of een wat norse expressie. ‘Mensen die moeite hebben met de media te woord te staan hebben daar altijd wel last van. De resting bitch face. Daar ga ik op zitten; hoe kun je zorgen dat wat ontspanner overkomt.’
Bij Vitesse werkte Bal met Peter Bosz, die in het wekelijkse persuurtje altijd een erg serieus was, ondanks dat het een nogal informele setting was. ‘Terwijl hij na zijn praatje enorm ontspannen en leuk werd en volop anekdotes vertelde. Tegen hem ik weleens gezegd: doe dat ook eens als je over je werk of een wedstrijd praat. Maar goed, het heeft vaak ook te maken met hoe serieus je je werk of jezelf neemt. Dat zit er ook vaak achter.'
Glimlach als wapen
Sommige mensen vinden de omgang met journalisten ook echt niet leuk, stelt Bal, bijvoorbeeld als ze wantrouwend zijn door een slechte ervaring. 'Ik zeg altijd: zie ze niet als je vijand en wapen je met een glimlach. Niet alles is leuk, en je hoeft niet overal antwoord op te geven.’
Worden de adviezen van een persvoorlichter serieus genomen in het voetbal? Meestal wel, maar het hangt van persoon af, zegt Bal. ‘Je hebt natuurlijk bestuurders en trainers die eigenwijs zijn en geen advies willen maar bevestiging. Daar ben ik niet zo goed in. Dat is niet leuk om voor te werken.’
Met wie ze wel veel lol heeft gehad? ‘Met Aad de Mos, bij Vitesse. Zijn persconferenties waren puur entertainment. Hij had altijd verhalen. Ik had met hem ook de nodige conflictjes gehad hoor, en als hij boos was op me - en dan zat ik erbij - dan zei hij: o, dat mag ik niet zeggen van “dat persdametje”. Dan moest ik weer lachen. Met hem viel altijd wat te beleven. Dat heb ik toch liever dan van die ijskonijnen.’
In een kramp schieten
Volgens Erik Kroeze, hoofd mediarelaties NS, was het optreden van Van der Sar onvermijdelijk gezien zijn functie. Hij was als verantwoordelijke directeur degene die de persconferentie en mediawoordvoering gewoon zelf moest doen.
Kroeze: ‘Dat is waarom je daar zit. Anders komt ook het verwijt van duiken. Ontslag van een hoofdtrainer is een rotonderwerp. Je wilt respectvol naar de ontslagen trainer blijven, je achterban meenemen in je besluit en daarnaast zit je in je hoofd ook met je eigen rol in de slechte prestaties. Ik heb het gevoel dat Van de Sar veel te veel rekening wil houden met allerlei belangen van verschillende groepen. Hij is bang om iets verkeerd te zeggen, en dan blijf je in een kramp.’
Dat is volgens de NS-hoofdwoordvoerder ook iets wat vaker in de voetbalwereld is te zien. ‘Het lijkt alsof iedereen zo bang is om iets verkeerd te zeggen, waardoor ze altijd in een kramp schieten. Daarom houden we ook van voetballers die dat niet hebben. Denk aan Andries Noppert bij wie je wel het gevoel krijgt de echte persoon te zien. Net zoals veel schaatsers, terwijl dat ook niet altijd mensen met veel woorden zijn.’
Tegen je buren praten
Verbale handigheid is geen voorwaarde om het goed te doen voor de microfoons en camera’s, volgens Kroeze. ‘Bij van de Sar denk ik dat je zijn gebrek aan verbale vaardigheden juist als kracht moet inzetten. Hij is een man van de club en een man van weinig woorden. Daar houden we in Nederland van. Het publiek wil gelijk van jouw weten: Deug je? Doe je de goede dingen? Ben je te vertrouwen? Het gaat er allemaal om dat je het publiek niet voor de gek houdt, want dat heeft het direct door.’
De Ajax-directeur zou volgens Kroeze allereerst alle stemmetjes van de achterban uit zijn hoofd moeten zetten. ‘Juist als het ingewikkeld wordt, zie je dat veel mensen langdradig worden. Dat maakt je antwoord diffuus en zorgt voor wantrouwen. Stel je zelf de vraag: Wat wil jij overbrengen en hoe wil jij overkomen? Zorg gewoon dat je een strak antwoord hebt, draai er niet omheen. Gewoon alsof je tegen je buren praat. Vaak is het dan al voor negentig procent goed.’
Niet plattrainen
De volgende vraag is: wat is nu het grootste probleem en wat is de rol van Van der Sar zelf daarin? Kroeze: ‘Het antwoord op die vraag zou ik hem ook zelf laten inbrengen in het gesprek met de journalist. Als je problemen niet erkent, word je ook niet vertrouwd in de oplossing die je aandraagt. Als je zelf met een goede korte formulering van het probleem komt, sta je meer naast de journalist en naast het publiek in plaats van dat je er tegenover komt te staan.’
Voor de rest is het aan de vooravond van een belangrijke mededeling (‘die tijd had hij nu niet meer denk ik’) een kwestie van oefenen. Niet plattrainen, benadrukt Kroeze, maar gewoon oefenen om warm te draaien. ‘Je eerste interview is vaak Radio1 of NOS Journaal en dan loop je nog wat te hakkelen. Zodra je een uur later de lokale radio te woord staat, rolt het verhaal er alsnog goed uit. Dat is zonde.’