Door Michel van Baal
Als me een ding duidelijk geworden is het afgelopen jaar: we onderschatten de communicatiekracht van desinformatieverspreiders schromelijk.
Dit jaar heeft me laten zien hoe goed en effectief die groep het pallet aan communicatiemiddelen weet in te zetten. We hebben in zowel het communicatievak als de journalistiek nog steeds geen goed antwoord gevonden hoe we met ze moeten omgaan.
Veel communicatie-experts zullen zeggen: ‘zoek de dialoog’, maar dat is helaas niet mogelijk. Je kunt niet ‘in dialoog’, want deze groep wil geen dialoog maar wil je podium.
Je kunt ze ook niet negeren, want dan polariseer je en voed je het slachtoffernarratief ‘we mogen het niet zeggen’.
Meer communicatie gaat ook niet helpen, integenedeel. De mensen op wie de verspreiders van desinformatie invloed hebben zitten zo diep in de ‘rabbit hole’ dat onze middelen ze niet meer bereiken.
Misinformatieverspreiding is in feite een effectieve vorm van parasitaire communicatie, en het groeit. Het wordt steeds effectiever.
Wat doen we daartegen? Voorheen suste ik mezelf met de gedachte dat Nederlanders een nuchter volkje zijn, en dat het hier – in tegenstelling tot de VS - zo’n vaart niet al lopen. Nu weet ik dat niet meer zo zeker.
Lees ook het ervaringsverhaal van Jos Govaart over dit onderwerp en de reacties daarop: 'Beste aanpak van wappies en nepnieuws kennen we. Tot je zelf in de shitstorm zit'
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!