Door Rocco Mooij
Schokkende beelden in Studio Voetbal onlangs. Het programma toonde scenes uit de real life soccer-docu ‘No guts, no glory’ over de sympathieke vechtclub FC Utrecht. Onthutste kijkers zagen hoe de doorgaans flegmatieke trainer René Hake schuimbekkend en in onverstaanbaar Twengels (Twents-Engels) uitviel tegen een van zijn spelers. Die laatste had de woede van coach en spelers op de hals gehaald door twee keer ‘ónnodig geel te pakken’. Wedstrijd verloren, Hake –toepasselijke metafoor – over de rooie.
‘Mijn vrouw vond het maar niks’, sprak Hake gemelijk in de studio, onderwijl een plukje achtergebleven schuim wegvegend. ‘En mijn Engels kan ook beter’.
De tafelgasten lachten schaapachtig. En daarmee was de kous af. Geen krant die erover schreef, niemand die er nog een woord aan vuil maakte.
Gelukkig dacht ik, die Hake heeft geen woordvoerder. Of hij luistert er niet naar.
Waarna mijn gedachten afdreven naar de documentaire over Sigrid Kaag en heur autogordels. Die zaten los en moesten van haar woordvoerder vast. Of ze moesten eruit, dat kan ook.
Hoe dan ook: de eis van de woordvoerder lekte uit en een rel was geboren. De VPRO kreeg er (terecht) van langs en Kaags woordvoerders nog meer.
Oneindig lang was de rij van journalisten die in praatprogramma’s op begripvol meeknikken van hun collega’s konden rekenen. Over de toenemende macht van de woordvoerders ging het, over de ergerniswekkende arrogantie van de woordvoerders, het wegstoppen, het niet reageren en het verdraaien door woordvoerders. Enfin, u kent alle complimenten wel.
Het was de woede van de machtelozen.
De macht heeft de woordvoerder op het schild gehesen. Langzaam, ongemerkt bijna, is hij via het trappenhuis naar de bovenste verdieping geglipt
Want de woordvoerder; hij is ons allemaal de baas.
Wat zei de wijze Mariëtte Hamerteen na haar even nutteloze als uitputtende poging partijen ‘op inhoud bij elkaar te brengen? ”Beeldvorming is alles, alles is beeldvorming”.
Zo is het maar net, Mariëtte.
En wie bepaalt die vorming van het beeld?
Geen commentaar.
In NRC Handelsblad verscheen een interessante reconstructie van manier waarop de H.J. Schoo-lezing van Sigrid Kaag dit jaar tot stand kwam. De sneer naar Rutte werd er op het laatste moment ingeschreven.
U mag raden door wie.
Het gerucht over het drankmisbruik van de eerbiedwaardige heer Remkes?
Correct! Die dekselse woordvoerders toch. Autogordel, sneer, drankmisbruik… Waarom Sigrid Kaag zich in een paar maanden tijd van stemmenkanon tot de Haagse variant van Gruella laat adviseren, is me een raadsel.
Maar dat woordvoering in de regiewagen zit, is zo helder als ouwe klare.
En niet alleen bij D66, de partij van het Nieuwe Leiderschap. De woordvoerder is overal en heeft het laatste woord.
Het is bizar en verklaarbaar tegelijk.
Hij heeft zijn kans gekregen, hij heeft zijn kans gegrepen.
(En met hij bedoel ik uiteraard ook zij, voor de genderturvers onder ons).
De macht heeft hem op het schild gehesen. Langzaam, ongemerkt bijna, is hij via het trappenhuis naar de bovenste verdieping geglipt.
Hij is het kussen waarin de wanhopige bestuurder ‘s nachts hete tranen schreit. Zijn handen zijn het die de stamelende politicus nét op tijd voor de wielen van de aanstormende publieke opinie weggrissen. Hij is het licht in de duisternis, een gids langs de afgrond, schout bij nacht, baken bij ontij. Hopman die het kraken van de tak kent, het draaien van de wind leest, de geur van het onraad proeft.
Zelfs als er geen onraad is.
Want een woordvoerder moet tenslotte ook zijn brood verdienen.
Er wordt soms lacherig gedaan over voetballers die achter de muur gaan liggen. De woordvoerder ligt het liefst nog voor de muur. Laat die bal maar komen! Lekker!
En omdat veel woordvoerders dit blad lezen, haast ik eraan toe te voegen: we kunnen het u niet kwalijk nemen.
U bent gewoon zo.
U wilt helpen. Het bedrijf redden. De huid van uw baas verkopen. Correctie: duur verkopen. Want iemand moet het doen. Het zit in uw aard. U voelt zich betrokkener dan betrokken. Koninklijker dan de koning, pauser dan de paus. Er wordt soms lacherig gedaan over voetballers die achter de muur gaan liggen. De woordvoerder ligt het liefst nog voor de muur.
Laat die bal maar komen! Lekker!
Maar nu is het mooi geweest.
We krijgen een fijne, nieuwe politieke cultuur met zijn allen.
Het gaat weer om de inhoud. Het gaat om transparantie. Verantwoording.
Er is geen plek meer voor kunstmist. Geen ruimte voor verhulling.
Uw tijd zit erop.
Maar vreest niet, beste woordvoerder.
U was een trouwe dienaar. U wordt bedankt.
We vinden wel een functie elders.