Al tientallen jaren vindt de overheid dat de taal van ambtenaren te moeilijk is en voert ze campagnes om daar wat tegen te doen.
In 2007 bijvoorbeeld was er een campagne om de communicatie met inwoners te verbeteren. Daarvoor werd er voor ambtenaren een speciale website gelanceerd, Begrijpelijke formulieren. Ook waren er schrijfwedstrijden voor de Best Schrijvende Ambtenaar en gingen hordes ambtenaren op schrijfcursus. Er werd zelfs software gemaakt die ze op de vingers tikte als ze te moeilijke teksten schreven.
Het stemt treurig en zelfs wat cynisch dat er vijftien jaar later gewoon opnieuw een campagne met dezelfde doelen wordt gelanceerd, de Direct Duidelijk-week. Maandag werd een documentaire gepresenteerd waarin ‘gewone’ mensen, een burgemeester en ambtenaren uit te doeken mogen doen waarom begrijpelijke taal zo belangrijk is. Het moet bestuurders overtuigen.
De huidige campagne is niet meer dan een herhaling van wat we al decennia horen en lezen. Hoe kan dat toch?
We blazen onszelf wat op en proberen onze werkzaamheden wat interessanter te maken. We schakelen over naar ons rare vaktaaltje
Dat wordt onbedoeld uit de doeken gedaan in de film. Zodra het namelijk over een vak gaat, over professionele problemen, spreken we in een ander idioom. We blazen onszelf wat op en proberen onze werkzaamheden wat interessanter te maken. We schakelen over naar ons rare vaktaaltje, of de buitenstaander dat nou begrijpt of niet.
Neem de manager cliëntcommunicatie en content management bij UWV, in de film gepresenteerd als ‘een van de drie experts die zich actief inzetten voor direct duidelijke communicatie’.
Nu is ‘actief inzetten’ natuurlijk al zo’n zinloze woordcombinatie en klinkklare gewichtigdoenerij, de UWV’er strooit er ook kwistig mee, juist om uit te leggen dat we eenvoudigere taal moeten gebruiken.
Zo zijn de brieven van de overheid niet gewoon spannend voor inwoners, maar ‘zit er spanning op overheidscommunicatie, vooral op brieven’. Dat ‘op’ is trouwens nogal populair, want ze vertelt ook dat ‘we op alle kanalen zo duidelijk mogelijk willen zijn. We zien dat we op brieven vaak vragen of klachten krijgen’.
Of neem de ‘grote uitdaging’ van UWV. Die is dat de instantie ‘heel veel mensen helpt en daarbij de vertaling van de grote hoeveelheid naar de persoonlijke en waardevolle dienstverlening’.
(tekst loopt door onder video)
Ik durf te wedden, en hoop maar, dat ze haar tantes op een verjaardag iets heel anders vertelt, bijvoorbeeld dat UWV heel veel mensen zo goed mogelijk wil helpen. Termen als ‘vertaling van de grote hoeveelheid’ en ‘persoonlijke en waardevolle dienstverlening’ mogen interessant klinken, ze zijn modieus en overbodig.
Het gaat nog even verder, niet alleen bij haar overigens. Brieven met grote gevolgen voor mensen zijn in natuurlijk ‘impactvolle brieven’. In een heuse brieven-challenge zijn ze onder de loep genomen en aangepast.
Uit de documentaire: ‘Wat opvalt bij de brieven die we hebben herschreven, is dat er voorheen werd gestuurd op juridisch correct. Dat doet iets met je ’tone of voice’.’
Gelukkig werd ‘juridisch correct’ ingeruild voor taal die door mensen is te begrijpen. Anders gezegd door de expert duidelijke communicatie: ‘De menselijke maat biedt veel meer ruimte om empathisch te schrijven.’
De menselijke maat is namelijk zelden het doel van communicatie in de overheid. Het is de ambtelijke maat, een politieke of bestuurlijke maat
Dat raakt het werkelijke probleem De menselijke maat is namelijk zelden het doel van communicatie in de overheid. Het is de ambtelijke maat, een politieke of bestuurlijke maat waar onduidelijkheid ‘beleidsruimte’ schept, compromissen mogelijk maakt en steun oplevert.
Het is de maat van professioneel jargon, van bezweringen die vakgenoten moeten imponeren, van nieuwe woorden die uitdrukken dat de overheid iets doet en zaken verandert. Of ze begrijpelijk zijn doet minder ter zake.
De onbegrijpelijke overheid is daarmee niet zozeer een probleem van taal of van slechte communicatie met inwoners. Het is een cultureel probleem binnen de overheid zelf. Daar kunnen nog heel wat taalcampagnes tegenaan worden gegooid