Marc Lamers van Rode Kruis Nederland en Kristof Franse van GGD GHOR Nederland staan met hun organisaties in het hart van de coronacrisis. Zowel het Rode Kruis als de GGD GHOR is opgetuigd om juist in bij een pandemie of ander groot maatschappelijk probleem in actie te komen. Toch heeft de ongekende omvang beide communicatieverantwoordelijken voor de nodige dilemma’s gesteld, de positie van hun organisatie versterkt en belangrijke lessen geleerd.
Strakke lijn
Voor het Rode Kruis was het de grootste operatie in Nederland sinds de Watersnoodramp van 1953. De crisisstructuur om hier hulp te verlenen bleek al snel onvoldoende fijnmazig ingericht. Er was meer nodig, volgens Lamers.
‘We merkten dat er in het land ook centra moesten komen waar beslissingen konden worden genomen. Naast het landelijk actiecentrum hebben we 24 actiecentra in onze districten ingericht. Er moest een strakke en duidelijke lijn komen om door te vertalen wat er door de crisisorganisatie was besloten, en andersom om de informatie uit de districten informatie te laten terugkomen naar het verenigingskantoor.’
(Tekst loopt verder onder video)
Anders dan bij het Rode Kruis zijn de GGD’s zelfstandig opererend, met de GGD GHOR Nederland als koepelorganisatie. ‘Iedere GGD is heel goed geworteld’, aldus Kristof Franse. Hij heeft de samenwerking tussen de landelijke vereniging en de lokale en regionale GGD’s zien intensiveren. ‘We stonden nu veel dichter bij en kregen veel vragen van de diensten: ‘Hé, we hebben deze persvraag, hebben jullie daar informatie over? We konden de woordvoeringslijnen delen.’
Gestegen relevantie
De relevantie van beide organisaties is steeds groter geworden, stelt zowel Franse als Lamers. Bij het Rode Kruis is onderzocht wat er met die relevantie en maatschappelijke aanwezigheid betekent.
Lamers: ‘In maart waren we drie keer zo zichtbaar in de media en als gevolg daarvan is de waardering ook veel beter geworden. Wat ikzelf interessant vind is dat we in de top-3 staan van organisaties waaraan Nederlanders denken als ze informatie nodig hebben. Juist op het gebeid van communicatie kijken mensen naar ons.’
Dilemma’s waren er ook. Infectieziekenbestrijding is trial en error, stelt Franse. Er is geen spoorboekje. Hij vond dat erg moeilijk uit te leggen in een maatschappij waar je ‘met een app direct kan zien hoeveel megawatt je zonnecellen aan het produceren zijn’.
Franse: ‘Dat is voor mij een grote zorg geweest. We hebben massa’s persvragen gekregen en die zaten altijd op dat detailniveau.’
Geen direct antwoord
Franse noemt als voorbeeld de mondkapjes en beschermingsmiddelen. ‘Mensen gaan dan vragen: hoeveel heb je er dan, hoeveel zijn er verspreid? Dat is lastig, want we zijn de crisis ingerold, zijn gaan handelen en in eerste instantie ga je dan geen spreadsheets maken. Ik vond het ingewikkeld dat we die vragen niet direct konden beantwoorden, Dat levert niet direct vertrouwen op, en is ons ook twee keer op kritiek komen te staan.’
Welke lessen hebben beide communicatiemanagers geleerd va deze crisis? Franse: ‘Dat we eerder moeten opschalen in dit soort grote crisis. Toen de crisis statte zaten we hier met twee collega’s, dat werden er steeds meer, en uiteindelijk is mijn team in omvang verdubbeld.’ Door sneller meer capaciteit in te zetten op communicatie was de regie beter te organiseren geweest, vermoedt Franse. Bovendien behoudt het team de energie om een crisis als deze die een lange adem vergt, beter vol te houden. ‘Deze crisis is een marathon, geen sprint.’
Kwetsbare plekken
Marc Lamers pleit voor betere samenwerking tussen de hulpverleningsorganisaties, vooral in het delen van informatie. Het Rode Kruis zelf heeft gedurende de uitbraak van het coronavirus een datateam opgesteld, dat via onder meer mapping in kaart heeft gebracht waar de meest kwetsbare mensen wonen, waar de hulpvragen vandaan komen?
Lamers: ‘Die data helpen ons om ook later beter te hulp te kunnen bieden. Wat doen we bij hitte, droogte of juist wateroverlast? Deze crisis heeft de kwetsbare plekken in Nederland zichtbaar gemaakt.’
Lamers denkt dat het goed is als instanties die een RIVM, GGD en Rode Kruis bij elkaar gaan zitten om de kennis die ze hebben bij elkaar te brengen. ‘Samen kunnen we zorgen dat de weerbaarheid van Nederland groter wordt.’