Afgelopen week schreef ik hier op Molblog wat onvrede van me af betreffende het re-pitchen van een bestaand account. Ik heb daar veel positieve reacties op gehad en het bleek voor velen een herkenbare situatie te zijn. Mooi, want deze week las ik een geweldige post over dat andere pitch-gedrocht: de RFP.
De RFP, ofwel Request for Proposal, vormt voor met name multinationaal opererende organisaties, steeds vaker de semi-objectieve basis voor de selectie van een nieuw PR-bureau. Ik schreef in mijn vorige post al over de soms totaal irrelevante informatie die wordt gevraagd, om over de hoeveelheid en de tijdsdruk nog maar te zwijgen.
RFP's bieden schijnveiligheid. Ze kosten ongelofelijk veel werk en tijd, en je kunt je als bureau absoluut niet onderscheiden. De ingevulde RFP zegt niets over de PR-kwaliteiten van het bureau.
Soms loont het om je te verzetten. We hebben een keer vriendelijk bedankt voor de RFP van een grote en prestigieuze klant omdat er binnen acht dagen een volledig PR-plan moest worden gemaakt, met een SWOT-analyse, marktanalyse en een aantal creatieve ideeën voor campagnes.
Binnen acht dagen, in het Engels. En zonder vergoeding. Thanks, but no thanks...
(In dit geval kwam de klant een half jaar later alsnog, omdat het proces toch niet had opgeleverd wat ze zochten, maar dat is hoogst uitzonderlijk.)
Ik snap de behoefte aan meetbaarheid, aan het willen creëren van een 'level playing field' om de verschillende bureaus met elkaar te kunnen vergelijken, maar de RFP's schieten hun doel sterk voorbij. Niemand die het beter kan verwoorden dan Todd Defren, van het Amerikaanse Shift Communications. Ik verwijs jullie graag naar zijn integrale blogpost, waarin hij de RFP hardgrondig doodwenst. "Die RFP, Die, Die, Die!"
Meer uitgesproken dan dat kan ik het zelf niet zeggen.
(foto met dank aan Shift Communications)
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!