Premium

‘Die harde kritiek op coronacommunicatie helpt ons echt verder’

De lessen van Karin van Eerde en Mark van der Roer, de twee corona-communicatiedirecteuren bij het Rijk.

Karin van Eerde en Mark van der Roer

Deze maandagmiddag vanaf 13:00 uur houdt het Nationaal Kernteam Crisiscommunicatie het webinar ‘Communicatie in coronatijd’. Twee centrale spelers hierin zijn de communicatiedirecteuren van het ministerie van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid Welzijn en Sport, respectievelijk Karin van Eerde en Mark van der Roer.

Het was direct ‘vol gas geven’ toen Mark van der Roer op 1 februari 2020 als nieuwe directeur communicatie bij VWS begon. Binnen een maand na zijn aantreden meldden in Nederland zich de eerste coronapatiënten en brak een ongekende periode aan. De communicatiedirecteur noemt het met enig understatement een ‘goede manier om je snel in te werken’.

Van der Roer: ‘Je hebt bij zo’n uitbraak niet de tijd om langzaamaan te beginnen. Vanuit het NKC, waar ik in vorige banen al ervaring mee had opgedaan, was er direct de structuur om in te vliegen. De departementen werden bij elkaar gebracht, we wisten organisatorisch gelijk wat we moesten doen. Dat bood veel comfort. Wat ook scheelde was dat ik samen met Ivar Nijhuis, toen nog directeur Communicatie bij Veiligheid en Justitie, de leiding had over de operatie. Zijn ervaring heeft veel geholpen in die periode.’

Clubhouse-meeting Adformatie

Aansluitend aan het webinar Communicatie in coronatijd' houdt Adformatie vanaf 16.00 uur een napraatsessie via een Clubhouse-room. In debat gaan: communicatieprofessor Betteke van Ruler, Jan Driessen, Jan Willem Wits, Mayke van Keep, Herman Wiersema en Robin Middel (beiden van het NKC). Voor de Clubhouse-meeting kun je hier terecht.

 

De eerste periode van de crisis was er een van snel handelen en van snel leren. Dat was goed te zien op het terrein van gedragsverandering en -beïnvloeding. Binnen de rijksoverheid was er daar weliswaar al veel kennis verzameld via de Dienst Publiek en Communicatie, toch werd er meer gevraagd, stelt Karin van Eerde, toen nog plaatsvervangend directeur Communicatie bij J&V. Sinds augustus heeft zij het stokje van Ivar Nijhuis overgenomen, die naar de Nederlandse ambassade in Londen is vertrokken.

Van Eerde: ‘We dachten al snel: dat moet breder dan alleen de communicatiediscipline. We zijn op informele basis in gesprek gegaan met onder meer de deskundigen in gedragsbeïnvloeding, onder anderen Annette Klarenbeek en Reint Jan Renes, die als een soort zijlichten bijschenen hoe we gedrag en maatregelen beter aan elkaar konden koppelen. Dat informele overleg heeft een vaste plek gekregen binnen het RIVM. Binnen het NKC hebben we een liaison van deze gedragsunit van het RIVM standaard aanwezig. Ik vind dat een belangrijke ontwikkeling.

JM: Reint Jan Renes zei later dat hij zich er ook wel ongemakkelijk bij voelde om als wetenschapper in de rol van adviseur te zijn beland die zonder onderliggend onderzoek vertelde wat volgens hem moest gebeuren

Mark van der Roer: ‘Dat klopt, wetenschappelijk onderbouwing heb je niet altijd de tijd voor tijdens een crisis. Daarom was het goed dat er al snel in de unit samenwerking was tussen verschillende wetenschappers. Dat heeft geholpen, de uiteenlopende inzichten en ervaringen kwamen bij elkaar en leidden tot een breed advies. Een van de dingen die het opleverden was bijvoorbeeld het benoemen in communicatie van wat wel goed gaat, hoe mensen positief bijdragen. Dat lijkt een klein onderdeel, maar heeft veel invloed gehad op de wijze waarop we de boodschap zijn gaan brengen.’

JM: Zoals gebeurde bij Grapperhaus die jongeren eerst op hun sodemieter gaf en later van toon veranderde?

Van der Roer: ‘Nou, eh, ik weet niet of dat hier specifiek het geval was. Maar in bredere zin; als een deel van de mensen zich niet aan maatregelen houdt en je legt daar steeds de nadruk op, dan denken anderen dat dat de norm is: ‘Oh, maar dan hoef ik me er ook niet aan te houden’. Als je zichtbaar maakt hoeveel mensen zich wel aan gedragsregels houden maak je dat tot sociale norm.’

JM: VWS zelf heeft na de eerste golf in de zomer een groot aantal deskundigen en wetenschappers om hun mening gevraagd. Dat is uitgemond een enorme berg met de meest uiteenlopende visies op coronacommunicatie. Hoe haal je daar nog uit wat er moet gebeuren?

Van der Roer: ’Juist door breed uit te vragen aan experts krijg je een scala aan adviezen. Sommige daarvan heb je zelf al bedacht, maar een aantal waren ook echt nieuw. Dat alles hebben we geclusterd en van daaruit zijn we gaan kijken hoe we ze konden inpassen. Sommige hebben we overgenomen, andere op een stapel van goede suggesties gelegd.’

Karin van Eerde
Foto: Valerie Kuypers
JM: Zoals?

Van Eerde: ‘Een van de voorbeelden is het advies om ons meer specifiek te gaan richten op jongeren. Waar we in het begin vrij generieke publiekscommunicatie inzetten, zijn we nog verder gaan specificeren. Al in de zomer is daar actie richting jongeren op genomen.

Van der Roer: Een ander voorbeeld is de boodschap, die vrij gericht was op het virus zelf. Experts zeiden: “Je moet je ook op de economische en sociale gevolgen gaan richten”. Als je kijkt naar de afgelopen tijd, zie je dat we dat hebben gedaan.’

JM: De kritiek diende zich ook ongevraagd en in minder schone vormen aan. Er zijn soms erg harde verwijten. Wat doen jullie daarmee?

Karin van Eerde: ‘De kritiek kan hard zijn, maar ik sta er toch zo in dat het fijn is dat mensen met je meedenken. Je moet oog en oor hebben voor de buitenwereld. Dat is niet alleen luisteren, maar ook actief op zoek gaan naar tegengeluiden. De vraag: hoe kunnen we scherpte in de tent krijgen? Dat voorkomt dat je met zijn allen een tunnel induikt.’

Mark van der Roer
JM: Maar een criticus als Maurice de Hond en de mensen van HerstelNL die een groot podium hebben gekregen en ook de dynamiek in de samenleving veranderen, vragen toch wat meer dan de opmerking dat het zo fijn is dat ze kritiek leveren?

Mark van der Roer: ‘We zijn nu een jaar met deze crisis bezig, en onze collega’s werken er snoeihard aan, maar uiteraard maken we fouten. Ik beperk me even tot communicatie, de mensen die er geheel anders tegenaan kijken dan wij, die het enorm met ons oneens zijn, helpen ons echt. Ze dwingen ons om ook vanuit een andere invalshoek naar communicatie te kijken en verwoorden tegelijkertijd – en misschien vind ik dat nog wel belangrijker – het sentiment dat ook in de samenleving aanwezig is. Dat helpt de communicatie vanuit het NKC ook.’

JM: HerstelNL klaagde dat het onder druk zou zijn gezet. Gaan jullie in gesprek als zo’n club naar buiten treedt?

Karin van Eerde: ‘Met HerstelNL is er contact met de directie van de DG Covid19- - die zich over de langere termijn na de crisis buigt. In zijn algemeenheid willen we als iemand een scherpe blik heeft wel verder met hem of haar spreken, bijvoorbeeld via een expertgroep. Het moet dan wel constructief zijn. Over het algemeen zijn die wetenschappers dat wel, en natuurlijk mag het schuren, dan ontstaan de mooiste dingen’

Mark van der Roer: ‘De voorbeelden als HerstelNL hebben veel media-aandacht gekregen, maar kritiek van vakgenoten komt vaak gewoon direct bij ons binnen. Dan belt er iemand op en die zegt: hé dit valt me op, volgens mij kun je dat beter zus of zo doen. Een voorbeeld? Een vakgenoot nam met ons contact op over de visuals die we gebruiken. Die zijn voor een deel van de mensen moeilijk te begrijpen. Dat wordt dan een heel leuk vakinhoudelijk gesprek wat ook heeft geleid tot aanpassingen in ons beleid. We zetten nu praatplaten in, we werken samen met Steffie.nl waardoor informatie net wat makkelijker wordt uitgelegd. Dat soort adviezen gaat buiten het grote mediageweld om, maar hebben direct effect.’  

premium

Word lid van Adformatie

Om dit artikel te kunnen lezen, moet je lid zijn van Adformatie. 15.000 vakgenoten gingen jou al voor! Meld je ook aan met een persoonlijk of teamabonnement.

Ja, ik wil een persoonlijk abonnement Ja, ik wil een teamabonnement
Advertentie