Artsen zonder Grenzen heeft een video naar buiten gebracht waarin het afstand neemt van zijn eigen communicatiebeleid en frames.
In de video vragen de algemeen-directeur van Artsen zonder Grenzen in Noorwegen Lindis Hurum en de arts Chinonso Emmanuel Okorie welke beelden die mensen hebben bij de Artsen zonder Grenzen.
- ‘Denkt u dan aan iemand die eruit ziet zoals ik….’, vraagt de witte Hurum de kijkers.
- ‘….die iemand zoals ik helpt’, vult de zwarte Okorie aan.
Onvolledig beeld
Volgens beiden geeft Artsen zonder Grenzen niet het volledige beeld van zijn werk, de artsen en de mensen voor wie ze het doen, is de boodschap.
Lindis Hurum laat een poster zien waarop ze als arts het zwarte kindje Ali Hammad helpt. Als er wordt uitgezoomd van het beeld blijken de ouders van Ali naast hem te zitten. Op de foto is alleen de uitsnede van Ali gebruikt om hem nog eenzamer en meer hulploos te laten lijken.
‘Jarenlang hebben we foto’s, als deze gebruikt om mensen bewust te maken, geld te werven en personeel. Maar vandaag erkennen we dat deze beelden een eenzijdig verhaal vertellen en racistische stereotypen in stand houden van zogenoemde witte redders en machteloze slachtoffers.’
Vallen en opstaan
Het beeld past ook niet meer bij Artsen zonder Grenzen. Dat bestaat inmiddels voor 80 procent uit lokale medewerkers en medici, terwijl de helft van de medewerkers uit de internationaal mobiele staf afkomstig is uit Afrika, het Midden-Oosten, Azië en Latijns-Amerika.
In de video wordt de belofte gedaan om deze frames, die hun oorsprong vinden in het kolonialisme, te bannen uit de communicatie. ‘We zijn nu de lange reis begonnen om de cultuur binnen Artsen zonder Grenzen te veranderen en de wijze waarop we communiceren.’
Dat zal met vallen en opstaan gaan, maar Artsen zonder Grenzen zal een representatief beeld moeten geven van wie er werken en wat ze doen. Zij moeten het verhaal vertellen evenals de mensen die hulp van de organisatie hebben gekregen. ‘Ze worden mede-eigenaar van het verhaal.’
Minder geld werven?
Dat geldt ook voor de mensen die de video bekijken, want aan het eind van de video wordt het dilemma dat veel hulporganisaties als Artsen zonder Grenzen voelen aangekaart; het idee dat met de huidige communicatie meer geld wordt geworven dan als de mensen uit de gebieden waar de hulp wordt geboden het bepalende beeld zijn. En minder geld is minder levens redden.
Lindis Hurum en Chinonso Emmanuel Okorie sluiten af met een beroep op wie kijkt: ‘Will you join us in proving them wrong’.
De film maakt veel los op de socials en krijgt vooral veel bijval voor de moed om het probleem zo direct over het voetlicht te brengen. Veel mensen herkennen het beeld dat Hurum en okorie schetsen.
Ook bij de Nederlandse tak van Artsen zonder Grenzen is dat het geval, hoewel ‘ik mij tot op zekere hoogte in dit beeld herken’. De Nederlandse organisatie heeft in communicatie en cultuur namelijk zelf al een paar slagen gemaakt, stelt woordvoerder Mirja van Baggem.
‘Een paar jaar geleden vonden we het nodig om hier iets in te veranderen. We zijn zelf kritisch gaan kijken naar ons beeldgebruik en hebben de hulp ingeschakeld van het expertisecentrum Humantarian Communication, een non-profit voor betere communicatie over internationale ontwikkeling. Zij hebben geholpen om bij ons bewustwording te creëren zodat we zelf ons gedrag kunnen veranderen. Zij kijken vanuit hun expertise ook regelmatig mee naar onze campagnes.’
Richtlijnen
Naar aanleiding van het advies van Humanitarian Communication heeft Artsen zonder Grenzen Nederland richtlijnen opgesteld over welke woorden en beelden het gebruikt en waarom. Welke richtlijnen dat zijn wil AzG niet met Adformatie delen.
Van Baggem: ‘Nee, dat is voor intern gebruik, voor onze communicatiemedewerkers. Het gaat om een document dat voortdurend aangepast wordt. Het gaat ons niet om een lijstje afvinken over wat we wel en niet meer moeten doen, maar het is een bewustwordingsproces dat we blijven verbeteren en aanpassen.
MSF internationaal is dit proces ook gestart en heeft een organsatiebreed document gemaakt dat hulp biedt op dit vlak aan de landen land waar MSF zit. Ook dit wordt steeds herzien.’