VION: ‘De meeste mensen willen gewoon een betaalbaar stukje vlees’

Jeroen Siebelink in gesprek met Marc van der Lee, communicatiedirecteur van VION, de grootste vleesverwerker van Europa.

Helaas hebben we niet meer de rechten op de originele afbeelding
adformatie

De grootste vleesverwerker van Europa kan zich geen betere woordvoerder wensen. Geestdriftig verteller, bourgondisch genieter. Boerenzoon Marc van der Lee volgde zijn vader op diens pad al langs veehouders, om runderen in te kopen voor de rechtsvoorganger van VION Food Group. Op zijn vijftiende beende hij tijdens vakantiebaantjes in zijn eentje hele karkassen uit.

De laatste tijd gaat er het een en ander mis in dat proces van vlees verwerken. Klokkenluiders beschuldigden in 2013 VION van een reeks kwesties. Poep op vlees, gewoon varkensvlees verkocht als biologisch, filet americain over de datum. Dit in een periode waarin mensen zich toch al grote zorgen maken over de vleesindustrie, als het gaat om volksgezondheid, dierenwelzijn en uitstoot van broeikasgassen.

Wat hebben de incidenten met hem gedaan?

‘Weinig. Ze bevestigen wat ik al wist. De beeldvorming over dit bedrijf wordt sterk bepaald door de media, die met grote snelheid en onzorgvuldigheid allerlei teksten de wereld in slingeren. Ik zeg niet dat we onfeilbaar zijn. Dat is nu wel duidelijk. Maar er wordt hier zo ontzettend hard gewerkt, en met passie. Dat houdt mij gaande. Wij willen een goed, veilig en vooral betaalbaar product aan de consument leveren. We hebben het over een voedingsmiddel. Iets dat je in je mond steekt. Veel intiemer dan dat bestaat niet, hè? Dat moet gewoon kloppen, deugen. Ons proces is daar de beste garantie op. Dat mag niet zomaar teniet worden gedaan. Daartoe moet ik praten, praten, praten. Ik wil critici niet overtuigen. Ik wil alleen maar tonen.’

Je loopt al lang mee in deze sector. Hoe zorg je ervoor dat je onbevooroordeeld je werk blijft doen?

‘Het motto is: love it or leave it. Toch staat mijn deur open voor iedereen. We moeten de dingen die we doen kunnen uitleggen. Lukt dat niet, dan moeten we ze aanpassen. Bedenk dat in 2001, voordat ik hier kwam werken, activisten deze locatie in brand staken. Zij hebben geen begrip voor wat de meerderheid wil – een betaalbaar stukje vlees – maar wíj hebben wel begrip voor hun kritiek. Ik heb hier Varkens in Nood op bezoek gehad, Europese dierenbeschermingsorganisaties, ik werk mee aan artikelen en programma’s. Eyes on Animals mocht video-opnames komen maken van hoe wij varkens verdoven, en die staan nu op hun website. Ondergrondse clubs? Zoek ik liever niet op. Met een organisatie als Peta is de kans op een open dialoog klein. Toch heb ik ook op een Lekker Dier-conferentie, in het hol van de leeuw, een lezing gehouden. Mijn boodschap? “Dit is wat wij hebben opgebouwd. Breek je dit af, dan houd je het wettelijk minimum over.” Maar wij leren ook van hen. Eyes on Animals, dat specifiek naar het gedrag van dieren kijkt, adviseerde ons hoe varkens eerst tot rust te laten komen in een stal, de vloer niet omlaag maar omhoog te laten lopen, en meer met licht en schaduw te spelen. Al die zaken verbeteren het welzijn van het dier en de kwaliteit van het vlees, en dus luisteren we graag naar ze.’

Hoe treed je een Zembla tegemoet, een programma dat jullie hard aanpakt?

‘Met open armen. Vorig jaar juli zag ik vanuit mijn raam dat ze vanaf de openbare weg opnames maakten. Goed gebruik bij ons is dat we erop af stappen, en ze dan helemaal in elkaar slaan. Nee, natuurlijk niet. Jongens, kunnen we jullie helpen? Nee hoor, ze schoten wat algemene beelden. Een paar weken later filmden ze bij een huis waar onze inleenmedewerkers, veelal Polen, wonen. Ik zei: blijkbaar zijn jullie geïnteresseerd in ons. Het ging ze om huisvesting en arbeidsvoorwaarden. Ik regelde een treffen met onze HR-directeur, dik twee uur zaten we te praten, en aan het einde ging het nog even over vleesstromen en de kwaliteit van ons slachtproces. Weer wat later ontving ik een mail met drie aantijgingen. Intimiderende werkcultuur, regulier vlees wordt verkocht als Beter Leven-vlees, en bij audits worden mensen binnen snel gewaarschuwd. Of ik op camera wilde reageren. We kozen voor een schriftelijk statement. In de uitzending die avond bleek nul bewijs te zitten, wel acteurs die ons beschuldigden. Daags erna namen we journalisten mee de werkvloer op, één op één. Intensieve bezoekjes van steeds een halve dag. Roept een journalist: zie je wel, externe controleurs zijn herkenbaar! Daar kan ik dan pissig om worden. Hij heeft geen benul van hoe een voedingsbedrijf werkt. Externen móeten herkenbaar zijn. Helm, haarnetje, kleding, dat ligt vast in het controlesysteem. Is het mijn taak dat uit te leggen? Terwijl hij oordeelt, zonder dat hij zich verdiept in ons vak? Hij gaat van het slechtste uit. Dat we hier iets te verbergen hebben. In een bedrijf dat dag in dag uit wordt gecontroleerd.’

Het volledige interview is gepubliceerd in Communicatie april 2014, verschijningdatum 4 april.

FOTO: DUCO DE VRIES

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie