Relatie Unilever en Ben & Jerry’s bevriest na drastische ingreep rond Israël-boycot

Foodconcern zet Ben & Jerrys buitenspel door'zakelijke belangen van het merk te verkopen aan licentiehouder in Israël.

Demonstratie in New York tegen de boycot van Ben & Jerry's
ANP, Ron Adar, SOPA

Toen Unilever Ben & Jerry’s in 2000 overnam was al wel duidelijk dat de activistische oorsprong van de ijsmaker niet zo paste bij de zakelijke inslag van het foodconcern. Wat dat betreft is het eindspel dat Unilever nu speelt bij de boycot van Ben & Jerry’s van de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem de kroniek van een aangekondigd conflict.

Woensdag maakte het Britse conern bekend een oplossing te hebben getroffen voor Ben & Jerry's in Israël ‘waardoor het ijs voor alle consumenten beschikbaar blijft’.

Oplossing is een eufemistische uitdrukking, het heeft het probleem simpelweg van zich afgeschoven en de zakelijke belangen van Ben & Jerry's in Israël verkocht aan Avi Zinger, de eigenaar van American Quality Products Ltd, dat de licentie houdt van het ijsmerk in Israël. 

De nieuwe regeling betekent dat Ben & Jerry's onder de Hebreeuwse en Arabische namen in Israël en de Westelijke Jordaanoever wordt verkocht onder de volledige eigendom van de huidige licentiehouder. Anders gesteld: Ben & Jerry’s heeft in Israël helemaal niks meer te zeggen over het eigen merk.

Felle reacties

De problemen rond Israël begonnen juli vorig jaar toen Ben & Jerry’s de verkoop in delen van het land staakte. Het strookt niet ‘met onze waarden om ons ijs te verkopen in de bezette Palestijnse gebieden’, verklaarde de ijsmaker toentertijd.

Er werd fel gereageerd op de boycot. De Israëlische premier Naftali Bennett maande Unilever-topman Alan Jope om Ben & Jerry's tot de orde te roepen. Israël zou terugslaan als het ijsconcern de boycot zou doorzette. ‘Er zijn meerdere merken ijs, maar is is slechts één Joodse staat.’

Ook vanuit de VS kwamen er reacties. Amerikaanse staatspensioenfondsen verkochten hun aandelen Unilever, in New York waren er felle protesten en haalden winkels de ijsjes uit de schappen tegen de ‘anti-semitische’ actie van Ben & Jerry's.

Vrijheid en verantwoordelijkheid

Unilever zelf was allerminst blij, maar machteloos tegen de boycot van ‘zijn’ ijsmerk. 

Een van de voorwaarden van de overname in 2000 was immers dat Ben & Jerry’s met zijn onafhankelijke raad van bestuur het recht behield om beslissingen te nemen over zijn maatschappelijke missie, zoals duurzaamheid, meer sociale gelijkheid en de inzet zich voor  vluchtelingen. Unilever behield de primaire verantwoordelijkheid voor financiële en operationele beslissingen.

Hanneke Faber, president van de mondiale voedingstak van Unilever, liet in oktober vorig jaar weten dat de rel rond de Amerikaanse ijsmaker gevolgen had voor nieuwe overnames. Nooit meer zou een bedrijf zo veel vrijheid van handelen krijgen als Ben & Jerry’s.  

Achterdeur

Deze week bleek dat Unilever een achteruitgang heeft gevonden om uit het conflict te komen. Het concern trof een nieuwe regeling na ‘uitgebreid overleg gedurende meerdere maanden, onder meer met de Israëlische regering’.

Omdat de verkoop van de zakelijke belangen aan American Quality Products Ltd valt onder de ‘financiële en operationele beslissingen’ en is de foodgigant gerechtigd de beslissing te nemen.

In een verklaring laat Unilever verder weten elke vorm van discriminatie of intolerantie volledig af te wijzen en te verwerpen. ‘Antisemitisme hoort in geen enkele samenleving thuis’, schrijft het, waarmee het de keuze van Ben & Jerry’s als zodanig bestempelt.

Ben & Jerry’s reageerde op Twitter op de beslissing van moederbedrijf Unilever. Het liet andermaal weten het niet met de beslissing eens te zijn en dat de verkoop van zijn ijs ‘in de bezette Palestijnse gebieden’ nog altijd niet strookt met de waarden van het merk. 

Plaats als eerste een reactie

Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!

Word lid van Adformatie → Login →
Advertentie