De arbeidsmarkt is in beweging. De verhouding vast - en flex werk verandert in rap tempo richting flex. Daar is de platformeconomie bijgekomen, met een om taakjes swipend leger van ‘ondernemers’ (voor Uber, Deliveroo, en straks Amazon). Dat alles ook nog tegen de achtergrond van weg-geautomatiseerde banen, en naar het verre oosten weggerationaliseerde banen.
Dat is het canvas waar – vroeger ‘Keizer Flex’ – Randstad op schildert. Het vroegere uitzendbureau (het wil nu ‘hr-dienstverlener’ genoemd worden), lanceerde in week 50 namelijk de campagne ‘Wat doe jij morgen?’ (Zie commercial hieronder.)
Die is bedoeld om te laten zien hoe Randstad naar de toekomst kijkt. En vooral om te laten zien dat Randstad daar helemaal klaar voor is. Adformatie sprak vooraf aan de lancering met algemeen directeur van Randstad Nederland, Dominique Hermans. Wat is de raison d’etre voor Randstad anno 2019?
Die volgende baan
‘Wij zijn van werk’, zegt Hermans zonder tierelantijnen. ‘In 2030 willen we het werkende leven van 500 miljoen mensen wereldwijd raken. We willen mensen van werk voorzien.’ Daarbij heeft Randstad meer te doen dan vroeger. ‘Het is niet meer alleen een persoon aan een baan matchen, het gaat ook over het matchen van competenties met deze tijd.
We moeten in gesprek met mensen met vaardigheden die in de toekomst niet meer gevraagd worden. We moeten niet meer alleen van “die baan” zijn, maar ook van “die volgende baan”. En voor bedrijven dienen wij niet alleen maar de gaten voor volgende week te vullen, maar moeten we samen strategisch vooruitkijken.’
Onderkant lat
Dat antwoord klinkt verrassend (en verfrissend) functioneel in tijden van brand purpose en maatschappelijke betekenis van merken. Maar komt Randstad hier nog wel mee weg? Of zit het verhaal van wereldverbetering hier in verstopt? ‘Vind ik wel’, zegt Hermans, ‘want zonder dat we dat nou nadrukkelijk hoeven te benoemen, werk is het belangrijkste in een mensenleven. Het geeft zin aan iemands leven en brengt welvaart. Dat besef je maar al te goed als je praat met iemand die geen werk heeft. In ons werk zit echt een grote toegevoegde waarde voor de maatschappij.’
Mooi, maar intussen is er over ‘nieuwe werkverbanden’ zoals hierboven genoemd veel discussie. We willen van Hermans graag weten waar Randstad staat in dat debat. Hermans: ‘In onze redenering en strategische visie maakt het niet zo heel veel uit om welk werkcontract het gaat.
Als mensen ervoor kiezen om als zzp’er aan de slag te gaan dan vinden wij dat als Randstad prima, zolang ze zeer goed geïnformeerd zijn, bijvoorbeeld over wat dat betekent voor hun pensioen, hun verzekeringskader, en we willen garanderen dat ze daar een minimumloon onder hebben. Wij stappen dus graag ten volle mee, maar dan wel met een soort “onderkant lat”, waarvan je zegt, dit is wat wij onder goed werkgeverschap verstaan.’
Sociale zekerheid onderuit
De samenvatting lijkt: Randstad vindt alles best, zolang arbeidskrachten hun keuze maar goed geïnformeerd maken en een bestaansminimum hebben. Maar dat dekt de lading niet helemaal.
Randstad nam eerder (oktober vorig jaar 2018) scherp stelling tegen de polariserende arbeidsmarkt. Directeur arbeidsmarkt Marjolein ten Hoonte zei in een interview in het FD dat de sociale zekerheid van de uitzendmarkt onderuit wordt gehaald. ‘De opstapfunctie voor werkzoekenden. Die moeten we niet zomaar weggooien.’
Ze riep minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken op om een ‘sociale bodem’ onder de flexmarkt te leggen, omdat arbeid via nieuwe zzp-constructies alleen maar goedkoper wordt gemaakt. Een week later zei ook Randstad-topman Jacques van den Broek dat het kabinet uitholling van het sociale stelsel in Nederland moet zien te voorkomen door het instellen van minimum tarieven.
Van den Broek: ‘Ook op een flexibele arbeidsmarkt heb je recht op zaken als een verzekering, training en een hypotheek. Voor de uitzendsector is daar goeie stabiele wetgeving voor. Met de Europese vakbonden hebben we afgesproken dat platformwerkers onder hetzelfde regime moeten vallen.’
Naar het putje
Maar stelling nemen is één ding, dingen dóen om de zaak in beweging te brengen is twee. De directeur van uitzendbond ABU, Jurriën Koops, riep uitzenders op zijn beurt op (begin januari) om ‘zich minder nederig op te stellen naar opdrachtgevers’. Hij bedoelde daarmee dat (ook Randstad) zich niet moet laten meesleuren in een negatieve prijsspiraal. Een beweging die niet alleen de uitzenders raakt, maar ook de uitgezondenen – en daarmee het imago van de branche. Kan Hermans uitleggen wat Randstad doet, (of gaat doen?) om de beweging naar ‘het putje’ af te wenden?
Hermans’ antwoord is dat Randstad kwaliteit van dienstverlening en onderbouwing door data aan de basis van een prijsonderhandeling zet. ‘Voordat we een prijs vaststellen voor onze dienstverlening spreken we in detail af welke diensten daar tegenover staan. Op die manier bouwen we een pakket met de klant waarin kwalitatieve dienstverlening mét toegevoegde waarde in verhouding staat tot de prijs die ervoor betaald wordt.
Om dat goed te kunnen doen leiden we onze mensen op. Om de toegevoegde waarde van onze kandidaten nog beter in kaart te brengen maken we gebruik van data waardoor we bv. per plaatsing duidelijk kunnen maken wat de marktindicatoren zijn voor een bepaalde functie in een bepaalde regio.’
Swipen voor een baan
Hermans is tegenstander van een tweedeling in de markt. Begrijp haar goed, ze is absoluut niet tegen nieuwe vormen van arbeidsrelaties (platformeconomie), ‘het is prima als je daarvoor kunt kiezen. Maar als het zzp-schap en flexwerk straks goed gereguleerd is, terwijl dat uit elkaar zou lopen met “platformflex”, dan krijg je een tweedeling in de markt. Als dat uit elkaar gaat lopen, krijg je een soort “wij-zij” en dat is voor niemand goed.’
Een bedreiging is de platformeconomie voor Randstad allerminst, denkt Hermans. ‘De maníer waarop die banen worden aangeboden, dat doen we zelf ook. “Swipen naar een baan” begint iets van alle sectoren, van alle leeftijden, van alle regio’s, van alle doelgroepen te worden.'
'Met een paar jaar zijn het de 80-jarigen die het leuk vinden om te swipen voor een baan, we groeien op met digitalisering. Mensen die met pensioen zijn, vullen hun pensioen ook vaak aan met klusjes en taken. Die kiezen bewust voor flexibiliteit. Niet nog even een halftijd baan, maar een aantal per week op het moment dat het hun uitkomt.’
Bedreigingen? Nee, kansen!
‘Swipen voor een taakje’ hoeft (ondanks bijvoorbeeld de verontrustende uitzending ‘Klik- en kluseconomie’ van Tegenlicht over de platformeconomie), wat Hermans betreft dan ook helemaal niet slecht te zijn. ‘Bij Randstad geloven we dat we beide moeten aanbieden, mensen maken zelf wel een keuze. En als ze dan onderweg willen oversteken, maakt dat ook niet uit. Ze kunnen ’s avonds om tien uur op hun app kijken of ze een klusje kunnen doen, maar ook een vaste baan vinden. En ze kunnen ook altijd nog bij ons langskomen om een baan te vinden.’
Los van de platformeconomie zouden ook robotisering, big data, machine learning en artificial intelligence als een bedreiging voor de arbeidsmarkt (en dus voor de hr-branche) gezien kunnen worden. Maar Hermans ziet eerder kansen. ‘Wij worden er beter door. Onze intercedent maakt de betere match met mensen die ze daarvoor stomweg niet onthouden teruggevonden had. De kwaliteit gaat omhoog. Het goede nieuws is dat we daardoor tijd krijgen voor nieuwe dingen.’
Een voorbeeld. ‘De banksector krimpt en daar is het ons gelukt om 15% van de bankmedewerkers richting onderwijs, overheid en zorg te krijgen. We gaan het gesprek aan om mensen te triggeren, te verleiden, te overtuigen wat een ongelofelijk gave baan ze kunnen krijgen met hun competenties in een sector waar het erg nodig is. Daar hebben we de afgelopen jaren al veel succes mee en daar staat nog meer te gebeuren.’
Benchmarken
Nog een voorbeeld van de voordelen van big data. ‘We zitten bij veel grootgebruikers “in huis” bij de klant. Wat we daar doen, poolmanagement, mensen op de werkvloer begeleiden, kan veel effect hebben op het ziekteverzuim. De statistieken laten zien dat het ziekteverzuim in Nederland met ruim een procent is gestegen, daar brengen wij verandering in.'
Hoe? 'Door heel kort op de bal te spelen, motivatiegesprekken te doen, maar ook door inzichtelijk te maken wat het gemiddelde in hun regio is. En als andere bedrijven het beter doen, laten zien wat ze daarvan kunnen leren. Want hoe kan het dat dezelfde flexwerker uit hetzelfde dorp bij de ander minder ziekteverzuim heeft dan bij jou? Die zaken koppelen we terug met zoiets simpels als een round table. Het is een combinatie van expertise, tools en data. Dat zijn dingen die euro’s opleveren.’
Niet bang voor de toekomst
Angst voor Randstads toekomst heeft Hermans dus allerminst. Toch zijn er veel klanten, kandidaten en journalisten die zich afvragen of Randstad nog wel van de toekomst is. ‘Dat terwijl we de afgelopen 10 á 15 jaar zóveel hebben geïnvesteerd in datasystemen, er gaan wekelijkslijks 1,5 miljoen planuren door onze systemen en zijn daarmee het grootste plansysteem van Nederland.'
'We zijn vergeten dat te vertellen. We moeten dat beter uitleggen. Met de nieuwe campagne (ruim voor Kerstmis van start gegaan, red.) laten we zowel onze flexwerkers als onze klanten zien waar wij van zijn, en wat wij voor ze hebben.’