Als jongetje van een jaar of zes, zeven, vond ik het heerlijk als het hard regende. Mijn kamer op zolder had een plat zinken dak. De regen roffelde daar zijn oorverdovend ritme, maar ik lag onder de deken en voelde me veilig.
Zoiets heb ik ook met Opstelten. Hij bromt met zijn lage bassende stem geruststellende woorden. Hij praat maar door. Zijn woorden veranderen in een kabbelende rivier waarop ik wegdrijf. Ja hij gaat ISIS keihard aanpakken ja… harde maatregel, extra mensen, prioriteit… een mild zonnetje… morgen nieuwe dag… in goede handen…
Opstelten stelt gerust. Heeft vooral woorden als instrument, regeert niet per maatregel maar presenteert met zekere regelmaat hetzelfde persbericht over een voorgenomen, harde en zonder twijfel zeer succesvolle aanpak (‘management by press release’). Niemand let op hem, en de parlementaire pers zingt ‘lang zal-ie leven’ als hij jarig is.
Slechts een enkele keer hoort men wat hij echt zegt. Dan blijkt hij zichzelf in de knoop te praten in onnavolgbare redeneringen die hij zelf glashelder noemt, en vraagt men zich af of hij niet eigenlijk te oud is, zoals bij het ISIS-Jihad-debat in de Tweede Kamer.
Maar aan de regen vraag je toch ook niet of hij nat is?
Welnee, Opstelten is Opstelten.
Lodewijk Asscher daarentegen verbaasde me. Asscher is in Den Haag neergezet als Amsterdams wonderkind, vriendelijk ogend en jong, minder schurend en gelijkhebberig twitterend als Diederik Samsom. Maar pas op – Lodewijk is een keiharde onderhandelaar, laat je niet verrassen door zijn glimlach, zegt men bewonderend.
Vast.
Maar nu heeft Asscher plots ook het licht gezien, het schelle licht van de keiharde ISIS-aanpak. Hij heeft het over haatimams, die hij aan de grens gaat weigeren, en een heleboel andere woorden van die strekking.
Dat er nog geen haatimam aan de grens is opgedoken en geweigerd, is een irrelevante voetnoot.
Angst is het wapen van de terrorist, ook van ISIS. De gruwelijke filmpjes en tweets vanuit het Kalifaat zijn propaganda-uitingen die angst moeten zaaien, actie moeten uitlokken. Ze dagen uit.
Ik vrees dat Asschers hardheid (en vooruit, ook de Zwarte Piet-discussie die gaande is) uiteindelijk de ‘wij-zij’-tegenstelling voedt die de fundamenten van deze samenleving als betonrot aantast.
Opstelten is Opstelten. Maar Asscher?
Dit had hij ook kunnen zeggen (en natuurlijk moeten waarmaken):
‘ISIS-activisten en ISIS-strijders? Ik zal ze bevechten in onze straten, voordat ze pijn zullen doen en angst zullen zaaien. Op hun stranden, in hun dorpen, waar ze ook opduiken. Maar dat doe ik samen. Samen met iedereen die zich ten diepste realiseert wie wij zijn. Een land voor iedereen, een democratie. Rechtsstaat en rechtvaardige samenleving. Werkelijk superieur aan dat gewelddadige kalifaatje. Bang voor jullie? Wij? Bang? Wij zijn met z’n allen zoveel krachtiger dan jullie. Wij bieden kansen voor iedereen. Wij zijn een ‘wij & wij’-samenleving; daar komen jullie niet tussen. Dat is mijn visie, taak, en actieplan.’
Deze column is ook verschenen in Communicatie oktober 2014.
FOTO: COR MOOIJ