Een opmerkelijke opening vanochtend in De Telegraaf. Het programma Ik op TV, dat op 3 september bij zeven regionale omroepen van start gaat, stuurt mensen met cameramobieltjes eropuit om amateurbeelden te maken van ongelukken en rampen 'om de hoek'. Voor deze regionale versie van de internethit YouTube, hebben zich vooral jongeren tussen de 15 en 25 jaar aangemeld. Een extreme vorm van burgerjournalistiek waarmee we nog heel wat te stellen krijgen. Ik citeer hier maar even de geroutineerde journalistieke jager op menselijk leed Cornelis Toorenspits. '"Deze apenkoppen rennen als olifanten door de porseleinkast", zegt Toorenspits boos. "Ze rennen achter alle ongelukken en steekpartijen aan. Ik ben niet tegen reality-tv, maar wij hebben wel bepaalde afspraken met politie en brandweer waar wij ons aan houden. Bijvoorbeeld als er een drenkeling of een stoffelijk overschot wordt geborgen, dan zetten we de camera neer. Maar die jochies met hun mobieltjes filmen gewoon dóór en zetten het op internet, of leveren het aan bij Endemol. "
In eerste instantie de woordvoerders bij de hulpdiensten kunnen hun lol op met deze stuitende vorm van burgerjournalistiek. Endemol faciliteert een groep niet-journalisten die gaan jagen op nieuws en ik durf nu al te voorspellen dat deze ambitieuze jongelui alles zullen doen om spannendere filmpjes te maken dan hun vriendjes. De vraag lijkt me relevant welke journalistieke afwegingen de makers van 'Ik op TV' zullen maken. Gaat het om het spektakel of gaat er ook nog nagedacht worden over vorm, inhoud en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Als woordvoerders 'in het veld' zullen we de junior-nieuwsmakers absoluut gaan tegenkomen en het lijkt mij op z'n minst een experiment om te kijken of er een professionele basis van samenwerking kan ontstaan. Ik vrees dat dat niet is wat Endemol wil. Er zullen video-hooligans door het land trekken die stijf staan van de scoringsdrift en de regionale omroepen en Endemol zullen hun handen aftrekken van de grootste brokkenmakers. Hert argument zal zijn dat de meisjes en jongens zich op eigen gelegenheid op de openbare weg begeven en dat zij slechts een keuze maken uit het aangeboden materiaal. De Amsterdamse politiewoordvoerder Leo Dortland had het pas aan de stok met Geen Stijl over het al of niet correct in beeld brengen van politiemensen op een plaats delict. Goed overleg leidde tot fatsoenlijk hoor en wederhoor. Ik ben benieuwd hoe politie, justitie, brandweer, topsporters en politici zullen omgaan met alle ongeleide projectielen die de komende maanden het vak van journalist een nieuwe dimensie gaan geven.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!