We doen het er om, hoor je soms nog weleens zeggen. Ik bedoel: irritante reclame maken. Alsof dat een soort duivels plan zou zijn om attentie te krijgen, wat voor attentie dan ook. U en ik weten dat dit onzin is. Ik kan me niet herinneren ooit iets gemaakt te hebben met de bedoeling mensen te ergeren.
Ook heb ik nooit in een vergadering gezeten waarin een dergelijke strategie bekokstoofd werd. Wat niet wegneemt dat we weleens mensen irriteren. En dat het soms moeilijk is te geloven dat dit per ongeluk gebeurt.
Vandaag gaat het dus over Specsavers, de brillenkoning die het liefst zijn concurrenten te kakken zet. Hou me ten goede: van mij mag hij. Maar als je het doet, doe het dan met een beetje humor, een beetje zelfspot en een beetje respect voor je kijkers.
Alles is Hollands zuinig aan de campagne, en dan bedoel ik dat zurige sfeertje van verontwaardigde knakenpoetsers die zich altijd en overal belazerd voelen. Hollen ze niet naar Icesave voor een rampzalig voordeeltje, dan is het wel Specsave.
Paranoïde zeurpieten zijn het die overal recht op menen te hebben en mij dat avond aan avond op hoge toon meedelen. ‘Weet u wel dat ze bij de concurrent geeneens een diploma hebben?’ ‘Oooo! Dat dat zomaar mág, zeg!’ Met van die onverholen neppe straatinterviews. En dan die misselijkmakende middenstander die het allemaal begrijpt.
Het grappige is dat Specsavers helemaal niet Hollands is, maar Engels. Soms zie je dan ook ineens heel andere commercials. Met een dikke, blote man die met zijn bijziende kop denkt dat hij in de sauna zit, maar dat blijkt de keuken van Gordon Ramsey te zijn. Die hakt een komkommer in tweeën en dat is dan lachen.
Of ze doen een Axe-commercial na, maar de hoofdpersoon heeft zo’n afstotelijke bril op dat het niet werkt bij de meisjes. ‘Was toch naar Specsavers gegaan.’
Bij Spekzevers houden ze dus van rancuneuze voordeeljagers en van dijenkletsers. Zolang ze maar niet naar de concurrent gaan.
‘Hier, mevrouw, neem er twee’, zegt de man met de varkenskop, terwijl het kwijl op zijn vestje druipt.