De Correspondent maakte ooit een bliksemstart. Een kort optreden bij De Wereld Draait Door en de start-up haalde enkele tienduizenden abonnees in een paar dagen tijd binnen. De belofte van Nieuwe Journalistiek. Eindelijk nieuwe media-ondernemers die de macht durfden uit te dagen.
Anno 2021 lijdt De Correspondent een niet extreem opvallend bestaan. Dat zullen de mensen van De Correspondent zelf uiteraard anders zien. Helaas, het is een bubbelmerk geworden. Met 70.000 betalende abonnees is het wel een keurige business. Acht jaar na oprichting draait het bedrijf 8,9 miljoen euro omzet, met een resultaat na belasting van 1,2 miljoen; een bedrag dat geheel wordt toegevoegd aan de reserves.
Een media-startup die na acht jaar richting de tien miljoen gaat; daarmee ben je in Nederland hét succesverhaal.
Andere succesverhalen? Follow the Money draaide in 2020 een kleine twee miljoen euro (winstgevende) omzet. Geenstijl, al wat jaartjes ouder, bedruipt zichzelf ook, vooral via donateurs. Maar om grote bedragen gaat het allemaal niet.
Ze zijn er eigenlijk niet. De lichting waar De Correspondent deel van uitmaakte, heeft het zakelijk gezien niet ver geschopt, al het harde werken ten spijt. De kansen leken er volop te liggen. De ene media-startup na de andere. Het begin was steeds mooi en veelbelovend, maar uiteindelijk is en blijft het schrapen in uitgeefland, zeker in het segment nieuws en opinie.
Om een beetje perspectief te geven. DPGMedia – bekend van de Volkskrant, AD, Trouw en vele andere titels – behaalde in 2020 een omzet van bijna 1,8 miljard euro met een ebitda van 339 miljoen euro. Feest in België. In Nederland resteren de kruimels voor de jonge uitgeverijen. Dat DPG nog altijd steun krijgt vanuit de Belgische staat, helpt vooral om de voorsprong uit te bouwen.
Even verder naar andere publishers in het nieuws- en opiniedomein. Jalta publiceerde in oktober 2020 voor het laatst iets op het platform. De Dagelijkse Standaard schrijft daarentegen nog altijd heel erg veel. Clickbait-koppen domineren. Dan is er The Post Online; een bijzonder geval in uitgeefland. Een merk met heel veel potentie. Maar het komt er niet uit. Het design is en blijft ..... apart. Wie aardig wil blijven, zegt: de site oogt nog steeds rough ’n ready en daarmee newsy. Wie eerlijker is, zegt: dit kan echt niet meer. Als je het vooral moet hebben van advertentie-inkomsten, weet je dat Umfeld een belangrijke rol speelt. Verstopt op de site zitten echt vaak journalistieke pareltjes. Maar dat is niet genoeg om als serieus mediabedrijf verder te groeien. Vooropgesteld dat de oprichters daar behoefte aan hebben.
Scroll-voer
In de Verenigde Staten zijn veel van de publishers die piekten tussen 2010 en 2012 inmiddels verschrompeld. The Huffington Post, ooit dé groeibriljant in de VS, is z'n reputatie kwijt en inmiddels overgenomen door Buzzfeed, de uitgever van nogal gedateerde lijstjes-artikelen. Beide merken hebben inmiddels de status van trash-publishers. Ze publiceren doorlopend rommel, maar niemand neemt de inhoud nog serieus. Het is hooguit wat scroll-voer voor op Facebook.
De omzetten van TPO en DDS laten zich raden. Die liggen erg laag. Er zijn twee belangrijke, potentiële inkomstenstromen: adverteerders (via vooral partnerships) en lezers. Die laatste groep krijgt vooral het verzoek donateur te worden. Eenmalige of periodieke schenkingen vervangen het klassieke abonnementenmodel. De advertentiepropositie is vooral gebaseerd op bereik. En daarmee win je online geen enkele wedstrijd. Bereik is overal, in duizendvoud. Onderscheidend vermogen kan je helpen aan een premium tarief. Maar niet in het nieuwssegment. Dat draait vooral om bereik.
Technologisch grootkapitaal
De behoefte aan een ander (nieuws)geluid is en blijft groot en zal altijd groot blijven. De gevestigde media zijn in grote delen van de wereld in de laatste jaren van eigenaar verwisseld. Waarbij opvalt dat het technologische grootkapitaal lekker heeft ingekocht.
* The Washington Post is eigendom van Jeff Bezos.
* Time Magazine is in handen van collega multi-miljardair Marc Benioff, oprichter van Salesforce. Het kiezen van de Time Person of the Year is natuurlijk ook hartstikke leuk en mag wat kosten.
* Forbes is voor 95% in handen van een Chinese familie, die het merk ziet als een heerlijk speeltje om de wereld kennis te laten maken met de Chinese visie op ondernemerschap.
* Fortune Magazine is eigendom van een miljardairszoontje uit Thailand.
Rijke mensen blijven altijd brood zien in invloedrijke mediamerken. Die zullen ze altijd blijven kopen en ze zullen altijd, niemand uitgezonderd, hun eigendomspositie gebruiken om de boel naar hun hand te zetten.
Reden te meer dat het belangrijk is dat er altijd nieuwe nieuwsmerken worden opgericht. Maar een goed mediamerk bouwen kost geld.
De 'Class of 2010' heeft na een decennium ploeteren in Nederland een bescheiden plek verworven. Gebrek aan geld heeft, helaas, geleid tot achterblijvende investeringen in technologie, redactie, design en commerciële ontwikkeling.
Tijd om óf door te ontwikkelen óf opnieuw te beginnen. Nieuwe merken creëren, nieuwe technologie in zetten, nieuwe gezichten de kar te laten trekken en liefst: serieuze investeerders aan boord halen.
Aart Lensink is directeur van LVB.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!