De meeste jongeren in Nederland vinden dat social media een goede invloed hebben op hun vriendschappen. Maar er is ook minder goed nieuws: een kwart denkt dat social media een slechte invloed hebben op hoe gelukkig ze zijn. Ook vindt een derde dat social media slecht zijn voor hun zelfbeeld.
Dat geldt vooral voor meisjes: bijna de helft van hen zegt dat social media een slechte invloed hebben op hoe ze zichzelf zien, terwijl dat bij jongens iets minder dan een kwart is.
Dit is te lezen in het nieuwe onderzoeksrapport ‘De plussen en minnen van social media: Jongeren aan het woord’ van project AWeSome van de Universiteit van Amsterdam (UvA).
Urenlang op TikTok en Snap
Jongeren zijn grootverbruikers van social media. Ze zitten dagelijks urenlang op hun telefoon, vooral om te tiktokken en te snapchatten. Dat baart ouders en leraren – en soms ook jongeren zelf – zorgen.
De communicatiewetenschappers van project AWeSome (Adolescenten, Welzijn en Social media) laten in hun rapport de plussen en minnen zien van socialmediagebruik door jongeren. De resultaten zijn gebaseerd op de beleving en ervaring van jongeren zelf. Het onderzoek is uitgevoerd onder een representatieve steekproef van 480 jongeren van 14 t/m 17 jaar uit alle onderwijsrichtingen en alle delen van Nederland. Project AWeSome wordt geleid door prof. dr. Patti Valkenburg, universiteitshoogleraar Media, Jeugd en Samenleving aan de UvA.
De invloed van social media op het welzijn verschilt van jongere tot jongere, bleek al uit eerder onderzoek van het team van AWeSome. Op de één heeft socialmediagebruik een positief effect, op de ander een negatief effect, en op weer een ander geen effect. In het nieuwe rapport blijkt dat ruim de helft van de ondervraagde jongeren (54%) denkt dat social media positief zijn voor hoe gelukkig ze zich voelen; een kwart van de jongeren denkt juist het tegenovergestelde.
Sociale media hebben de manier waarop jongeren met elkaar communiceren en relaties onderhouden, veranderd. Social media maken het makkelijker om contact te onderhouden, maar tegelijkertijd is het contact mogelijk wat afstandelijker of oppervlakkiger.
57% van de jongeren geeft echter aan dat social media een goede invloed hebben op hoe hecht ze zijn met hun vrienden. Slechts 7% ervaart een slechte invloed van social media op de hechtheid van hun vriendschappen.
Afleiding en stress
Jongeren zoeken geregeld afleiding en troost via social media: als ze iets vervelends hebben meegemaakt of ergens mee zitten, gebruiken ze social media vaak om afleiding te zoeken (72%), om de situatie te relativeren met humor (45%), of dit met vrienden te delen (23%).
Een klein deel van de jongeren (2%) raakt gestrest door social media. Hun stress wordt naar eigen zeggen veel vaker veroorzaakt door school/huiswerk en alles wat ze verder moeten doen. Wel voelt ruim een kwart van de jongeren druk om altijd bereikbaar te zijn op social media. En dat is ook een vorm van stress, stellen de onderzoekers.
Jongeren bespreken weinig met ouders
Opvallend is ook dat de jongeren hun negatieve ervaringen op social media niet vaak bespreken met hun ouders. Ze praten eerder met hun ouders over de leuke dingen die ze daar meemaken dan de niet-leuke.
Uit de gesprekken met de jongeren komt naar voren dat ze bang zijn dat hun ouders negatieve ervaringen té serieus nemen en daardoor het gebruik van dat platform gaan verbieden of andere beperkingen gaan opleggen.
De onderzoekers benadrukken dat het belangrijk is dat ouders het gesprek over de mogelijke negatieve kanten van social media open aangaan, en met een zo neutraal mogelijke houding naar de ervaringen van hun kind vragen. Te bezorgd doen als ouder leidt er volgens de onderzoekers meestal toe dat je juist minder te weten komt van je kind.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!